Add parallel Print Page Options

20 De Levieten werden priester zónder eed van God. 21 Maar Jezus mét een eed. Die eed werd door God Zelf gedaan. Want God zwoer: "Jij bent voor eeuwig Priester. De Heer heeft dat gezworen en Hij zal het niet meer veranderen." 22 Daardoor weten we dat we in Jezus een veel beter verbond hebben gekregen.

23 Onder het oude verbond zijn er heel veel priesters geweest. Want doordat ze stierven, konden ze niet voor eeuwig priester blijven. 24 Maar Jezus leeft voor eeuwig. Daarom zal er nooit meer een andere priester nodig zijn. 25 Daarom kan Hij ook álle mensen redden die door Hem naar God toe komen. Want Hij leeft voor altijd om bij God voor hen op te komen.

26 Zo'n Hogepriester hadden we ook nodig: volmaakt, zonder ooit ongehoorzaam te zijn aan God, smetteloos, en hoog boven elk ander wezen geplaatst in de geestelijke wereld. 27 Daarom hoeft Hij niet (zoals de andere hogepriesters) elke dag eerst voor zijn eigen ongehoorzaamheid offers te brengen, en daarna voor de ongehoorzaamheid van het volk. Want toen Hij Zichzelf offerde, heeft Hij één keer, voor altijd, het offer gebracht voor de ongehoorzaamheid van alle mensen.

28 De wet van Mozes maakt mensen tot hogepriester. En mensen zijn nu eenmaal ongehoorzaam aan God. Maar de plechtige eed van God die na de wet kwam, maakt de Zoon tot Hogepriester. En Híj is voor eeuwig volmaakt en nooit ongehoorzaam aan God.

Read full chapter

20 God zwoer dat Christus altijd priester zou zijn, wat Hij nooit van andere priesters heeft gezegd. 21 Alleen tegen Christus zei Hij: ‘De Here heeft een eed afgelegd en zal er nooit van terugkomen: U bent de eeuwige priester.’ 22 Daarom werd Jezus Christus het onderpand van dit nieuwe, betere verbond.

23 Onder het oude verbond moesten er heel veel priesters zijn. Als een oude priester stierf, nam een jongere zijn taak over. 24 Maar Jezus leeft voor altijd en blijft voorgoed priester, zodat er niemand anders nodig is. 25 Hij kan iedereen die door Hem naar God gaat, van de ondergang redden. Omdat Hij altijd zal blijven leven, zal Hij er altijd zijn om onze belangen bij God te behartigen. 26 Daarom is Hij precies de hogepriester die wij nodig hebben: Hij is heilig, onberispelijk en onbesmet, Hij is van de zondaars afgezonderd en heeft de hoogste plaats in de hemelen gekregen. 27 Gewone hogepriesters hebben elke dag het bloed van offerdieren nodig om hun eigen zonden en die van het volk te bedekken. Maar Jezus Christus heeft eens en voorgoed alle zonden uitgewist toen Hij Zichzelf offerde aan het kruis. 28 Onder het oude verbond zondigden zelfs de hogepriesters, die ook maar zwakke en zondige mensen waren. Maar later legde God de eed af dat zijn Zoon, die voor altijd volmaakt is, voortaan hogepriester zou zijn.

Read full chapter

20 And inasmuch as it is not without the taking of an oath 21 (for they indeed have been made priests without an oath; but he with an oath [a]by him that saith [b]of him,

[c]The Lord sware and will not repent himself,
Thou art a priest for ever);

22 by so much also hath Jesus become the surety of a better covenant. 23 And they indeed have been made priests many in number, because that by death they are hindered from continuing: 24 but he, because he abideth for ever, [d]hath his priesthood [e]unchangeable. 25 Wherefore also he is able to save [f]to the uttermost them that draw near unto God through him, seeing he ever liveth to make intercession for them. 26 For such a high priest became us, holy, guileless, undefiled, separated from sinners, and made higher than the heavens; 27 who needeth not daily, like those high priests, to offer up sacrifices, first for his own sins, and then for the sins of the people: for this he did once for all, when he offered up himself. 28 For the law appointeth men high priests, having infirmity; but the word of the oath, which was after the law, appointeth a Son, perfected for evermore.

Read full chapter

Footnotes

  1. Hebrews 7:21 Or, through
  2. Hebrews 7:21 Or, unto
  3. Hebrews 7:21 Ps. 110:4.
  4. Hebrews 7:24 Or, hath a priesthood that doth not pass to another
  5. Hebrews 7:24 Or, inviolable
  6. Hebrews 7:25 Greek completely.