Hebreeën 2
Het Boek
Christus kwam als mens
2 Daarom moeten wij heel aandachtig luisteren naar de waarheid die wij hebben gehoord, anders zullen wij ervan vervreemd raken. 2 Boodschappen die God via engelen stuurde, zijn altijd betrouwbaar gebleken. Wie die niet gehoorzaamde, werd gestraft. 3 Hoe durven wij dan te denken dat wij de straf zullen ontlopen, als wij geen ernst maken met de geweldige redding die door Jezus Christus Zelf is bekendgemaakt en aan ons is doorgegeven door de mensen die Hem hebben gehoord! 4 God heeft bewezen dat die boodschap waar is, door tekenen, wonderen en machtige daden. En ook door de gaven van de Heilige Geest te geven aan wie Hij wil.
5 De toekomstige wereld waarover wij spreken, zal niet geregeerd worden door engelen. 6 Nee, want David zegt tegen God: ‘Wat is de mens, dat U zoveel om hem geeft? Wat is een mensenkind dat U Zich om hem bekommert? 7 Hoewel U hem een korte tijd lager dan de engelen hebt gezet, hebt U hem nu gekroond met heerlijkheid en eer. 8 En U hebt hem het beheer gegeven over alles wat er is.’ Toen God dit zei, bedoelde Hij ook dat alles aan hem onderworpen zou zijn, niets uitgezonderd. Wij hebben nog niet gezien dat het al zover is, 9 maar wij zien Jezus wel. Hij heeft gedurende een tijd lager dan de engelen gestaan omdat Hij sterven moest, maar is nu door God met heerlijkheid en eer gekroond, omdat Hij door Gods genade voor ons de dood is ingegaan.
10 Het was juist en goed dat God, die alles ter wille van Zichzelf heeft gemaakt, Jezus heeft laten lijden, waardoor vele van zijn zonen in zijn heerlijkheid konden delen. Door zijn lijden is Jezus hun volmaakte leider geworden, de enige die hen kon redden. 11 Nu wij door Jezus voor God zijn afgezonderd, hebben wij dezelfde Vader als Hij. Daarom schaamt Jezus Zich er niet voor ons zijn broeders en zusters te noemen. 12 Dat komt overeen met wat geschreven staat: ‘Ik zal mijn broeders uw Naam bekendmaken, te midden van de gelovigen zal ik een lied zingen tot uw eer.’ 13 Er staat ook: ‘Ik zal op God vertrouwen,’ en: ‘Kijk, hier ben Ik met de kinderen die God Mij gegeven heeft.’ 14 Omdat wij mensen van vlees en bloed zijn, is Hij ook een mens van vlees en bloed geworden, want alleen als mens kon Hij sterven en zo de duivel, die de macht over de dood had, machteloos maken. 15 Alleen op die manier kon Hij de mensen, die hun leven lang vrees voor de dood hadden, uit de slavernij bevrijden.
16 Wij weten allemaal dat Hij voor de engelen niet hoeft te zorgen, maar wel voor de nakomelingen van Abraham. 17 Het was nodig dat Jezus Christus, aan ons, zijn broeders en zusters, gelijk werd. Anders had Hij niet onze genadige en trouwe hogepriester voor God kunnen worden, een priester die, als Hij met onze zonden afrekent, zowel genadig voor ons als trouw aan God is. 18 Omdat Hij Zelf geleden heeft en beproeving heeft gekend, weet Hij wat het is om te lijden en beproefd te worden, daarom kan Hij ons zo goed helpen.
Hebreeën 2
BasisBijbel
Gods Zoon is belangrijker dan de engelen (vervolg)
2 Daarom moeten we ons houden aan wat we hebben gehoord. Anders komen we verkeerd uit. 2 Let op: de boodschap die door engelen aan de mensen was gegeven (namelijk de wet van Mozes), moest worden gehoorzaamd. Wie dat niet deed, werd streng gestraft. 3 Nu heeft de Heer ons Zélf het goede nieuws verteld. Dan kunnen jullie wel begrijpen dat er een nog veel zwaardere straf volgt, als we dáár niet aan gehoorzamen. En andere mensen die het goede nieuws van Hem hebben gehoord, hebben ons laten zien dat dat nieuws de waarheid is. 4 Ook God Zelf laat zien dat het de waarheid is. Namelijk door de wonderen die Hij doet, en doordat Hij de gaven van de Heilige Geest geeft.[a] Hij geeft die gaven aan wie Hij wil en hoe Hij wil.
Jezus werd mens om mensen te kunnen redden
5 Wij spreken over een wereld die nog komt. Over die wereld laat God niet de engelen heersen, maar een mens. 6 Want iemand heeft ergens gezegd: "Hoe kan het dat U aan de mens denkt? Hoe kan het dat U Zich met hem bezighoudt? 7 U heeft hem een iets lagere plaats gegeven dan de engelen. Maar U heeft hem ook alle eer en macht en majesteit gegeven. 8 En U laat hem over alles heersen." Als Hij 'alles' zegt, dan bedoelt Hij ook echt álles. Toch zien we nu niet dat de mensen over alles heersen. 9 Maar we zien wel Jezus. Hij had voor een korte tijd een lagere plaats gekregen dan de engelen, omdat Hij moest sterven. Maar daarna kreeg Hij alle eer en macht en majesteit.[b] Want God liet zijn Zoon in onze plaats sterven. Hij nam zo onze straf voor al onze ongehoorzaamheid, en legde die op zijn Zoon. Dat deed Hij omdat Hij zoveel van ons houdt.
10 Het was juist en goed dat God (die alle dingen voor Zichzelf en door Zichzelf heeft gemaakt) Jezus heeft laten lijden. Want alleen zó zou Jezus helemaal gelijk zijn aan de mensen. En Jezus is de enige door wie de mensen gered kunnen worden. Zo kon God daarna zijn eigen hemelse macht en majesteit aan heel veel zonen en dochters uitdelen. 11 Door Jezus kunnen de mensen bij God horen. Jezus én de mensen die bij God horen, zijn allebei uit God geboren. Daarom schaamt Jezus Zich er niet voor om de mensen zijn broeders en zusters te noemen. 12 Jezus zegt namelijk: "Ik zal tegen mijn broeders over U spreken. Als we bij elkaar komen, zal Ik U met mijn liederen prijzen." 13 En Hij zegt ook: "Ik zal op God vertrouwen." En ook: "Hier ben Ik, met de kinderen die God Mij heeft gegeven."
14 Die kinderen zijn van vlees en bloed. Daarom is ook Jezus een mens van vlees en bloed geworden. Zo kon Jezus door zijn dood de duivel zijn macht afnemen. De duivel heeft niet langer de macht over de dood. 15 En zo kon Hij alle mensen bevrijden die hun leven lang slaven van het kwaad waren door hun angst voor de dood. 16 Want Jezus ging niet de ongehoorzame engelen redden, maar Hij ging het ongehoorzame volk van Abraham redden. 17 Daarom moest Jezus in alles helemaal gelijk worden aan de mensen. Alleen zó kon Hij een trouw Hogepriester worden voor God, een Hogepriester die de mensen helemaal begrijpt.[c] En zo kon Hij de mensen hun ongehoorzaamheid aan God vergeven. 18 Want Jezus heeft Zelf óók geleden toen de duivel probeerde Hem ongehoorzaam aan God te maken. Daardoor kan Hij de mensen te hulp komen als hun dat ook gebeurt.
Footnotes
- Hebreeën 2:4 Lees over deze gaven in 1 Korintiërs 12:28-30, Romeinen 12:4-8 en Efeziërs 4:7-16.
- Hebreeën 2:9 Lees ook Filippenzen 2:5-9.
- Hebreeën 2:17 De hogepriester in de tijd van het Oude Testament offerde één keer per jaar een dier in het heiligdom om vergeving te vragen voor alles wat het hele volk Israël verkeerd had gedaan. Jezus is niet alleen zelf het Offerlam, maar ook de Hogepriester die het offer bracht. Want Hij offerde Zichzelf. Dit wordt verder uitgelegd in Hebreeën 5:1-10.
希伯来书 2
Chinese Contemporary Bible (Simplified)
持守真道
2 因此,我们必须更加重视所听的道,以免随流漂去。 2 既然借天使传下来的话正确无误,凡干犯、违背的人都受到了应有的报应, 3 我们若忽略了这么大的救恩,怎能逃避惩罚呢?这救恩首先由主亲口宣讲出来,后来由听见的人向我们证实了。 4 同时,上帝按自己的旨意,用神迹、奇事、各样的异能、圣灵的恩赐和他们一同做见证。
救恩的元帅
5 上帝并没有把我们所谈论的未来世界交给天使掌管。 6 相反,有人在圣经中做见证说:
“人算什么,你竟顾念他?
世人算什么,你竟眷顾他?
7 你使他暂时比天使低微一点,
赐他荣耀和尊贵作冠冕,
派他管理你所造的一切,
8 使万物降服在他脚下。”
既说叫万物都降服在人的管理之下,就没有一样例外。不过,我们到现在还没有看到万物都降服在人的管理之下, 9 只看见耶稣暂时比天使低微一点,好靠着上帝的恩典为全人类亲尝死亡的滋味。祂因为经历死亡的痛苦而得到了尊贵和荣耀作冠冕。
10 作为万物的归宿和根源的上帝,叫救恩的元帅耶稣经历苦难而得以纯全,以便带领许多的儿女进入荣耀,这样的安排是恰当的。 11 因为使人圣洁的耶稣和那些得以圣洁的人都出自同一位父亲,所以耶稣不以称呼他们弟兄姊妹为耻。 12 祂说:
“我要向众弟兄传扬你的名,
在会众中歌颂你。”
13 又说:
“我要倚靠祂。”
还说:
“看啊,我和上帝赐给我的儿女都在这里。”
14 因为众儿女都是血肉之躯,所以祂也同样取了血肉之躯,为要亲身经历死亡,借此摧毁掌握死亡权势的魔鬼, 15 释放那些因怕死而一生做奴隶的人。 16 很明显,祂要救助的不是天使,而是亚伯拉罕的后裔。 17 所以祂必须在每一方面都与祂的弟兄姊妹相同,以便在事奉上帝的事上成为一位仁慈忠信的大祭司,替众人献上赎罪祭。 18 祂经历过受试炼的痛苦,所以能帮助受试炼的人。
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016
Chinese Contemporary Bible Copyright © 1979, 2005, 2007, 2011 by Biblica® Used by permission. All rights reserved worldwide.