Add parallel Print Page Options

17 als u een graanoogst van twintig mud verwachtte, bleek er maar tien mud te zijn. Als u verwachtte vijftig vaten wijn uit de wijnpers te scheppen, bleken het er maar twintig te zijn. 18 Ik stuurde plantenziekten, schimmel en hagel om uw oogst te vernielen, maar u bent niet naar Mij teruggekeerd,’ zegt de Here. 19 ‘Let nu eens goed op wat er na vandaag, de vierentwintigste van deze maand, gaat gebeuren. Want vandaag zijn de fundamenten van de tempel van de Here gelegd en van nu af zal Ik u zegenen. 20 Bedenk dat Ik u deze belofte geef, voordat u zelfs maar bent begonnen aan de eigenlijke bouw van de tempel en voordat u uw graan hebt geoogst en voordat er een nieuwe oogst is van druiven, vijgen, granaatappels of olijven. Dit is mijn belofte: vanaf vandaag zal Ik u zegenen.’ 21 Diezelfde dag ontving Haggai nog een boodschap van de Here. 22 De Here zei: ‘Zeg tegen Zerubbabel, de gouverneur van Juda: “Ik zal de hemel en de aarde doen beven. 23 Ik zal de regeringen van alle koninkrijken omverwerpen en hun macht breken. Ik zal hun strijdwagens, hun wagenmenners en hun paarden vernietigen. Hun ruiters zullen elkaar met het zwaard afmaken. 24 Wanneer dat gebeurt, zal Ik u, mijn dienaar Zerubbabel, een heel bijzondere functie geven, want Ik heb u uitgekozen,” ’ zegt de Here van de hemelse legers.

Read full chapter

17 Als jullie dachten dat je wel 20 emmers graan van een hoop graan zou kunnen scheppen, dan waren het maar tien emmers. En als jullie dachten dat je wel 50 emmers wijn uit de druivenpers kon scheppen, dan waren het maar 20 emmers. 18 Ik vernielde jullie oogsten met plantenziekten en met hagel, maar jullie kwamen niet bij Mij terug. 19 Maar let op wat er vanaf vandaag zal gebeuren. Dus vanaf de 24e dag van de negende maand, nu het fundament van de tempel gelegd is. 20 Op dit moment is er geen graan meer in de schuren. En jullie hebben niets kunnen oogsten van de wijnstruiken, vijgenbomen en granaatappelbomen. Maar vanaf vandaag zal Ik jullie weer grote oogsten geven."

God doet een belofte aan Zerubbabel

21 Ook zei de Heer diezelfde dag tegen Haggaï: 22 "Zeg tegen Zerubbabel, de bestuurder van Juda: Ik zal de hemel en de aarde doen beven. 23 Ik zal koninkrijken laten veroveren, de macht van de volken vernietigen, de strijdwagens en wie daarop rijden omgooien, paarden en hun ruiters laten vallen. Ze zullen elkaar doden. 24 In die tijd zal Ik jou, mijn dienaar Zerubbabel, zoon van Sealtiël, mijn macht geven. Jij zal mijn zegelring zijn. Ik kies jou daarvoor uit, zegt de Heer van de hemelse legers."

Read full chapter