Add parallel Print Page Options

Habakuk wacht op Gods antwoord

– Ik ging uitkijken naar wat de Heer tegen mij zou zeggen. Ik wachtte af wat Hij mij zou antwoorden op mijn schreeuw om hulp. Ik wachtte af wat ik moest antwoorden op mijn klacht tegen de Heer. Ik keek ernaar uit, zoals een wachtpost op de uitkijk staat op de muren van de stad.

God belooft Habakuk dat de vijand niet ongestraft zal blijven voor zijn misdaden

Toen antwoordde de Heer mij: "Schrijf op wat Ik je zal laten zien. Schrijf het duidelijk op een schrijfplank, zodat de mensen het gemakkelijk kunnen lezen als ze voorbij lopen. Wat Ik je zal laten zien, gaat nog niet gelijk gebeuren. Maar uiteindelijk zal Ik het doen! Als het lang duurt, blijf dan verwachten dat Ik het zal doen, want het staat vast dat Ik zal komen.

Hij[a] is trots. Hij is slecht van binnen. Maar iemand die leeft zoals Ik het wil, zal in leven blijven door zijn geloof in Mij. Maar de vijand, die dronkenlap, is trots. Hij blijft niet thuis, maar verslindt de volken. Hij lijkt op de dood: hij blijft mensen verslinden en heeft nooit genoeg. Hij verzamelt volken en landen. Maar die landen en volken zullen spotliedjes en raadseltjes over hem maken. Ze zullen zeggen: 'Wacht maar. Nu verzamel je nog rijkdommen die niet van jou zijn. Maar hoelang zal dat nog goed gaan? Nu bijt je nog. Maar straks word je plotseling teruggebeten. Straks word jíj aangevallen en dan zul jíj de buit zijn!'

Omdat jij zoveel volken hebt beroofd, zullen de volken die zijn overgebleven, jóu beroven. Dat zal gebeuren omdat je zoveel onschuldige mensen hebt gedood. Omdat je het land en de stad[b] en alle bewoners zoveel verschrikkelijke dingen hebt aangedaan. Het zal slecht met je aflopen! Want je bent verschrikkelijk hebzuchtig geweest. Met je rijkdom heb je je stad versterkt. Zo dacht je zo veilig te zijn als een adelaar die zijn nest hoog op de rotsen heeft gebouwd. 10 Maar door zoveel volken te vernietigen, heb je je eigen volk te schande gemaakt. Je verdient de doodstraf. 11 Zelfs de stenen in de stadsmuur schreeuwen beschuldigingen tegen jou. En de balken in de muur antwoorden dat het waar is. 12 Het zal slecht met je aflopen! Je hebt je stad met bloed gebouwd. Het fundament van je stad bestaat uit onrecht.

13 Let op, volken zwoegen en werken, terwijl alles uiteindelijk door het vuur vernietigd zal worden. Ze maken zich moe voor niets. Dat heb Ik, de Heer van de hemelse legers, besloten. 14 Want ooit zullen alle mensen mijn macht en majesteit leren kennen. De aarde zal er vol van zijn, net zoals de zee vol is van water.

15 Pas maar op, jij hebt volken dronken gevoerd[c] en daarna uitgekleed,[d] zodat ze naakt te kijk stonden. 16 Maar straks zul je schande krijgen in plaats van eer! Straks zul jíj moeten drinken. Straks zul jíj naakt te kijk staan! Want de Heer zal je dronken voeren met de wijn van zijn straf. Hij zal je uit zijn beker te drinken geven tot je zó dronken bent dat je onder het braaksel komt te zitten. 17 Je hebt de bomen op de Libanon gekapt. Je hebt de dieren van het bos gedood. Je hebt mensen vermoord. Je hebt het land en de stad en de bewoners verschrikkelijke dingen aangedaan. Maar daar zul je voor worden gestraft. 18 Wat heb je dan aan je godenbeelden? Want je goden zijn maar door mensen gemaakt. Je gelooft in leugens! De beeldhouwer vertrouwt op het beeld dat hij heeft gemaakt. Maar het zijn goden die niet spreken! 19 Het zal slecht aflopen met mensen die tegen een stuk hout zeggen: 'Help ons!', of die 'Sta op!' zeggen tegen een zwijgend brok steen. Kan een stuk hout of een brok steen je iets leren? Het is wel mooi bedekt met goud en zilver, maar er zit helemaal geen leven in. 20 Maar de Heer woont in zijn heilige tempel. Laat iedereen op aarde stil van ontzag zijn voor Hem!"

Footnotes

  1. Habakuk 2:4 De meeste uitleggers gaan er van uit dat met 'hij' Babylon wordt bedoeld.
  2. Habakuk 2:8 'Het land' is het koninkrijk Juda, 'de stad' is Jeruzalem.
  3. Habakuk 2:15 Met een beker wijn en dronkenschap worden geweld en oorlog bedoeld. En als God landen laat drinken uit zijn beker, wordt bedoeld dat Hij hen straft voor wat ze hebben gedaan. (Zie vers 16)
  4. Habakuk 2:15 Uitgekleed: geplunderd.

Gods antwoord aan Habakuk

Ik zal mijn wachttoren beklimmen of op de wallen gaan staan. Want ik wil uitzien naar Gods antwoord op mijn klacht. Toen antwoordde de Here mij: ‘Schrijf het visioen op, schrijf mijn antwoord duidelijk op een stenen plaat, zodat iedereen het in het voorbijlopen kan lezen. Het duurt nog enige tijd voordat het visioen werkelijkheid wordt, maar eens zal zeker de dag aanbreken waarop het wordt verwezenlijkt. Misschien lijkt het langzaam te gaan, maar blijf er toch op wachten want het komt beslist en zal geen moment te laat komen! Denk eraan: koppige mensen vertrouwen alleen zichzelf en gaan te gronde. Maar de mensen die rechtvaardig zijn, zullen door hun geloof echt leven. Trouwens, die Chaldeeën worden bedrogen, de wijn bedwelmt hen, want die is heel verraderlijk. In hun hebzucht hebben zij talrijke volken rondom zich verzameld, maar net als de dood en het dodenrijk hebben zij nooit genoeg. Zij zijn onverzadigbaar.

De tijd nadert waarop al hun gevangenen hen zullen uitlachen en bespotten. “Wee hun die zich verrijken ten koste van anderen!” zullen zij zeggen. “Hoelang zal dit nog duren? Ja, wee hun die ons uitbuiten!” Plotseling zullen uw schuldeisers ontwaken en u zult zich geen raad weten van angst, zij zullen u helemaal leegplunderen. Vele volken hebt u geplunderd, nu zullen de rollen worden omgekeerd en bent u zelf het slachtoffer. Want u hebt gemoord en gewelddaden begaan tegen mensen in alle landen en steden. Wee hun die rijk worden ten koste van anderen en denken veilig te zijn. 10 Doordat u vele volken hebt uitgemoord, hebt u uw eigen naam te schande gemaakt en uw leven verknoeid. 11 Zelfs de stenen uit de muren van uw huizen roepen dit en de balken in het plafond beamen hun woorden.

12 Wee hun die steden bouwen met geld dat is verkregen uit moord en roof! 13 Heeft de Here van de hemelse legers niet bepaald dat de winst van de goddeloze volken in rook zal opgaan? Zij sloven zich uit, maar tevergeefs! 14 Maar er zal een tijd komen waarop de aarde helemaal vol zal zijn met de kennis van de heerlijkheid van de Here, net zoals de zee boordevol water is.

15 Wee hun die hun naasten te drinken geven en er gif bij mengen, die hen dronken voeren om hen naakt te kunnen zien! 16 Binnenkort zal uw eer moeten plaatsmaken voor schande. Drink uit de beker met het oordeel van de Here. Drink en laat uw onbesnedenheid zien. Uw eer zal moeten wijken voor de grote schande die u zal treffen. 17 Eens kapte u de bossen van de Libanon, maar nu wordt u zelf geveld. De wilde dieren die in uw vallen waren gevangen, joegen u angst aan, maar nu zal u zelf het angstzweet uitbreken omdat u overal hebt gemoord en geweld hebt gepleegd. 18 Welk nut heeft het uw zelfgemaakte afgodsbeelden te aanbidden? Het is een leugen dat zij zouden kunnen helpen. Het is dwaas om te vertrouwen op wat u zelf hebt gemaakt. 19 Wee hun die tegen een stuk hout zeggen: “Word wakker!” of tegen een stomme steen: “Opstaan!” Kunnen zulke afgodsbeelden spreken namens God? Zij zijn wel overtrokken met zilver en goud, maar er is volstrekt geen leven in!

20 De Here woont echter in zijn heilige tempel. Laat de hele aarde voor Hem zwijgen.’