Add parallel Print Page Options

(ii) Adonai said to Noach, “Come into the ark, you and all your household; for I have seen that you alone in this generation are righteous before me. Of every clean animal you are to take seven couples, and of the animals that are not clean, one couple; also of the birds in the air take seven couples — in order to preserve their species throughout the earth. For in seven more days I will cause it to rain on the earth forty days and forty nights; I will wipe out every living thing that I have made from the face of the earth.” Noach did all that Adonai ordered him to do.

Noach was 600 years old when the water flooded the earth. Noach went into the ark with his sons, his wife and his sons’ wives, because of the floodwaters. Of clean animals, of animals that are not clean, of birds, and of everything that creeps on the ground, couples, male and female, went in to Noach in the ark, as God had ordered Noach.

10 After seven days the water flooded the earth. 11 On the seventeenth day of the second month of the 600th year of Noach’s life all the fountains of the great deep were broken up, and the windows of the sky were opened. 12 It rained on the earth forty days and forty nights.

13 On that same day Noach entered the ark with Shem, Ham and Yefet the sons of Noach, Noach’s wife and the three wives of his sons accompanying them; 14 they, and every animal of every species, all the livestock of every species, every animal that creeps on the ground of every species, and every bird of every species — all sorts of winged creatures. 15 They went in to Noach in the ark, couples from every kind of living thing that breathes. 16 Those that entered went in, male and female, from every kind of living being, as God had ordered him; and Adonai shut him inside.

(iii) 17 The flood was forty days on the earth; the water grew higher and floated the ark, so that it was lifted up off the earth. 18 The water overflowed the earth and grew deeper, until the ark floated on the surface of the water. 19 The water overpowered the earth mightily; all the high mountains under the entire sky were covered; 20 the water covered the mountains by more than twenty-two-and-a-half feet. 21 All living beings that moved on the earth perished — birds, livestock, other animals, insects, and every human being, 22 everything in whose nostrils was the breath of the spirit of life; whatever was on dry land died. 23 He wiped out every living thing on the surface of the ground — not only human beings, but livestock, creeping animals and birds in the air. They were wiped out from the earth; only Noach was left, along with those who were with him in the ark. 24 The water held power over the earth for 150 days.

Noach gaat in de boot

De Heer zei tegen Noach: "Ga nu met je hele gezin aan boord. Want van alle mensen ben jij de enige die leeft zoals Ik het wil. Neem van alle reine[a] dieren zeven paartjes mee, dus zeven mannetjes en zeven vrouwtjes. Maar neem van de dieren die niet rein zijn één paartje mee, dus één mannetje en één vrouwtje. Neem ook van alle soorten vogels zeven paartjes mee, dus zeven mannetjes en zeven vrouwtjes, om hun soort te redden. Want over zeven dagen zal Ik het 40 dagen en 40 nachten laten regenen op de aarde. Dan zal Ik alles vernietigen wat Ik heb gemaakt."

Noach deed alles wat de Heer hem had bevolen. Noach was 600 jaar toen de grote overstroming de aarde bedekte. Hij ging met zijn zonen, zijn vrouw en de vrouwen van zijn zonen de boot in, vanwege de overstroming. Van de reine dieren en van de onreine dieren, van de vogels en van alle kruipende dieren, kwamen mannetjes en vrouwtjes twee aan twee naar Noach in de boot, zoals God tegen Noach had gezegd.

De grote overstroming

10 Zeven dagen later begon de overstroming. 11 Noach was toen 600 jaar. Op de 17e dag van de tweede maand kolkte al het water dat onder de grond zat uit de bronnen naar boven. Ook begon het verschrikkelijk hard te regenen. 12 Het stortregende 40 dagen en 40 nachten. 13 Op de dag dat het begon te regenen, gingen Noach, zijn zonen Sem, Cham en Jafet, de vrouw van Noach en de drie vrouwen van zijn zonen in de boot. 14 Ook van alle soorten wilde dieren, van alle soorten vee, van alle soorten kruipende dieren en van alle soorten vogels kwamen dieren naar de boot. 15 Van alle soorten dieren die op aarde leefden, kwamen de dieren twee aan twee naar Noach in de boot. 16 Steeds een mannetje en een vrouwtje, zoals God tegen hem had gezegd. Daarna deed de Heer de deur achter Noach dicht.

17 Het water steeg 40 dagen lang hoger en hoger. De boot kwam van de grond los. 18 Toen het water bleef stijgen, begon de boot vrij rond te drijven. 19 Het water kwam zó hoog, dat zelfs de hoge bergen onder water kwamen te staan. 20 Tenslotte stond het water 15 el (7 meter) boven de bergtoppen. 21 Alles wat leefde ging dood: vogels, vee, wilde dieren, kruipende dieren. Ook alle mensen. 22 Alles wat op het droge leefde, stierf. 23 Zo vernietigde God alles wat op de aarde leefde: mensen, dieren en vogels. Alles stierf. Alleen Noach bleef over, met de mensen en dieren die bij hem in de boot waren. 24 Het water bedekte de aarde 150 dagen lang (5 maanden).

Footnotes

  1. Genesis 7:2 Reine dieren waren de dieren die gegeten mochten worden. Onreine dieren waren de dieren die niet gegeten mochten worden. Hierover is te lezen in Deuteronomium 14:3-21.