Add parallel Print Page Options

Jakob antwoordde: ‘Ik heb honderddertig lange, harde jaren geleefd en ben nog lang niet zo oud als sommigen van mijn voorouders zijn geworden.’ 10 Voor hij vertrok, zegende Jakob de farao nog een keer.

11 Zo wees Jozef het beste stuk land van Egypte—het land Rameses—toe aan zijn vader en zijn broers, precies zoals de farao het had geboden.

Read full chapter