Add parallel Print Page Options

Toen werd Jakob erg bang. Hij verdeelde de mensen die bij hem waren in twee groepen. Ook de schapen, geiten, koeien en kamelen verdeelde hij in twee groepen. Want hij dacht: "Als Ezau op de ene groep afkomt en die verslaat, kan de andere groep ontsnappen." Toen bad Jakob: "God van mijn grootvader Abraham en van mijn vader Izaäk! Heer, U heeft tegen mij gezegd: 'Ga terug naar je land en naar je familie. Ik zal goed voor je zijn.'

Read full chapter

In great fear(A) and distress(B) Jacob divided the people who were with him into two groups,[a](C) and the flocks and herds and camels as well. He thought, “If Esau comes and attacks one group,[b] the group[c] that is left may escape.”

Then Jacob prayed, “O God of my father Abraham,(D) God of my father Isaac,(E) Lord, you who said to me, ‘Go back to your country and your relatives, and I will make you prosper,’(F)

Read full chapter

Footnotes

  1. Genesis 32:7 Or camps
  2. Genesis 32:8 Or camp
  3. Genesis 32:8 Or camp