Add parallel Print Page Options

20 Adam gaf aan al het vee, aan alle vogels en aan alle wilde dieren een naam. Maar hij zag er niemand bij die bij hem paste en die hem zou kunnen helpen. 21 Toen zorgde de Heer God ervoor dat Adam in een diepe slaap viel. En terwijl Adam sliep, nam Hij één van zijn ribben weg. Daarna maakte Hij die plaats weer dicht met vlees. 22 Van die rib maakte de Heer God een vrouw. Hij bracht haar naar Adam. 23 Toen zei Adam: "Dit is eindelijk iemand die bij mij past! Ze is van mijn eigen vlees en bloed gemaakt. Ik zal haar 'mannin' noemen, omdat ze uit de man gemaakt is."

Read full chapter