Add parallel Print Page Options

Kaïn en Abel

Adam had gemeenschap met Eva en zij raakte in verwachting. De zoon die werd geboren, noemde zij Kaïn. ‘Want,’ zei Eva, ‘met hulp van de Here heb ik een man ter wereld gebracht.’ Hun volgende kind was ook een zoon, Abel. Abel werd schaapherder en Kaïn legde zich toe op de landbouw.

Na verloop van tijd brachten Kaïn en Abel beiden een offer aan de Here. Kaïn een deel van zijn oogst, maar Abel bracht van het beste van zijn kudde, ook het vet. De Here accepteerde het offer van Abel, maar dat van Kaïn niet. Kaïn voelde zich vernederd en werd boos. Zijn gezicht vertrok van woede. ‘Waarom ben je boos?’ vroeg de Here hem. ‘Waarom trek je zʼn kwaad gezicht? Je zou vrolijk kunnen kijken als je maar doet wat goed is. Maar als je weigert te gehoorzamen, moet je oppassen. Want de zonde ligt op de loer, klaar om je leven te vernietigen. Maar als je wilt, kun je hem overwinnen.’

Op een dag stelde Kaïn Abel voor de velden in te gaan. Toen ze daar samen liepen, viel Kaïn zijn broer aan en vermoordde hem.

Maar kort daarna vroeg de Here aan Kaïn: ‘Waar is Abel, je broer?’ ‘Hoe weet ik dat nu?’ antwoordde Kaïn ontwijkend. ‘Moet ik dan altijd op hem passen?’

10 Maar de Here zei: ‘Wat heb je gedaan? Het bloed van je broer roept naar Mij vanaf de aarde! 11 Daarom verban Ik je van de grond waarop het bloed van je broer heeft gevloeid. 12 Hoe je ook zwoegt en ploetert, de aarde zal je nooit voldoende opleveren. Voortaan zul je een vluchteling zijn die van de ene naar de andere plaats zwerft.’ 13 ‘Deze straf is zwaarder dan ik kan dragen!’ zei Kaïn. 14 ‘U verjaagt mij van mijn grond en uit uw nabijheid. U maakt mij een dakloze zwerver en ieder die mij ziet, zal proberen mij te doden!’

15 Maar de Here antwoordde: ‘Nee, want wie jou doodt, zal Ik zevenmaal zwaarder straffen dan Ik jou heb gedaan.’ En de Here plaatste een merkteken op Kaïn als waarschuwing aan anderen dat ze hem niet mochten doden. 16 Zo verliet Kaïn de Here en vestigde zich in het land Nod, ten oosten van Eden.

17 Kaïns vrouw raakte in verwachting en kreeg een zoon, Henoch. Toen Kaïn een stad stichtte, noemde hij die stad ook Henoch, naar zijn zoon. 18 Henoch was de vader van Irad; Irad was de vader van Mechujaël; de zoon van Mechujaël was Metusaël; Metusaël was de vader van Lamech. 19 Lamech trouwde twee vrouwen: Ada en Silla. 20 Ada kreeg een zoon, Jabal. Hij werd de vader van de veehoeders en de mensen die in tenten wonen. 21 Zijn broer heette Jubal en werd vader van allen die de citer en de fluit bespelen. 22 Lamechs tweede vrouw, Silla, kreeg een zoon met de naam Tubal-Kaïn. Hij legde zich toe op de metaalbewerking en werd de vader van de smeden. Zijn zuster heette Naäma.

23 Op een dag riep Lamech zijn vrouwen bij zich en zei: ‘Luister, vrouwen! Een man die mij verwondde en een jongen die mij sloeg, doodde ik. 24 Hij die Kaïn doodt, wordt zevenmaal zo zwaar gestraft, maar de man die Lamech doodt, zal zevenenzeventig maal zo zwaar worden gestraft.’

25 Adam en Eva kregen later nog een zoon en noemden hem Set. ‘Want,’ zei Eva, ‘God heeft mij een zoon gegeven in de plaats van Abel, die door Kaïn werd vermoord.’ 26 Set groeide op en kreeg een zoon die hij Enos noemde. In die tijd begonnen de mensen de Here God voor het eerst te aanbidden.

De nakomelingen van Adam

Hier volgt een lijst van de nakomelingen van Adam, de mens die God schiep naar zijn gelijkenis. God schiep de mens als man en vrouw en zegende hen. Hij noemde hen ‘mens’ vanaf het begin.

3-5 Adam was honderddertig jaar oud toen zijn zoon Set werd geboren, die in alle opzichten op zijn vader leek. Na Sets geboorte leefde Adam nog achthonderd jaar en kreeg nog meer zonen en dochters. Adam werd negenhonderddertig jaar oud. Toen stierf hij.

6-8 Set was honderdvijf jaar oud toen zijn zoon Enos werd geboren. Daarna leefde hij nog achthonderdzeven jaar en kreeg nog meer zonen en dochters. Hij werd negenhonderdtwaalf jaar oud. Toen stierf hij.

9-11 Enos was negentig jaar oud toen zijn zoon Kenan werd geboren. Hij leefde daarna nog achthonderdvijftien jaar en kreeg in die tijd nog meer zonen en dochters. Enos werd negenhonderdvijf jaar oud. Toen stierf hij.

12-14 Kenan was zeventig jaar oud toen zijn zoon Mahaleël werd geboren. Hij leefde daarna nog achthonderdveertig jaar en kreeg nog meer zonen en dochters. Hij werd negenhonderdtien jaar oud. Toen stierf hij.

15-17 Mahaleël was vijfenzestig jaar oud, toen zijn zoon Jered werd geboren. Na Jereds geboorte leefde hij nog achthonderddertig jaar en kreeg nog meer zonen en dochters. Hij werd achthonderdvijfennegentig jaar oud. Toen stierf hij.

18-20 Jered was honderdtweeënzestig jaar oud toen zijn zoon Henoch werd geboren. Na diens geboorte leefde Jered nog achthonderd jaar en kreeg nog meer zonen en dochters. Hij werd negenhonderdtweeënzestig jaar oud. Toen stierf hij.

21-24 Henoch was vijfenzestig jaar oud toen zijn zoon Metuselach werd geboren. Hij leefde daarna nog driehonderd jaar als trouwe dienaar van God. Hij kreeg nog meer zonen en dochters en toen hij driehonderdvijfenzestig jaar oud was geworden, verdween hij. God had hem van de aarde weggenomen.

25-27 Metuselach was honderdzevenentachtig jaar oud toen zijn zoon Lamech werd geboren. Hij leefde daarna nog zevenhonderdtweeëntachtig jaar en kreeg nog meer zonen en dochters. Hij werd negenhonderdnegenenzestig jaar oud. Toen stierf hij.

28-31 Lamech was honderdtweeëntachtig jaar oud toen zijn zoon Noach (Troost) werd geboren. ‘Want,’ zei Lamech, ‘deze zoon zal troost brengen voor het harde werk dat wij moeten doen op deze door God vervloekte grond.’ Na Noachs geboorte leefde Lamech nog vijfhonderdvijfennegentig jaar en kreeg nog meer zonen en dochters. Hij werd zevenhonderdzevenenzeventig jaar oud. Toen stierf hij.

32 Noach was vijfhonderd jaar oud en had drie zonen: Sem, Cham en Jafet.

Gods belofte aan Noach

Het aantal mensen op aarde groeide gestadig. In die tijd lieten zonen van God hun oog vallen op dochters van mensen. Onder de indruk van hun schoonheid, namen zij hen tot vrouw. Toen zei de Here: ‘Ik kan mijn Geest niet voor altijd in de mens laten wonen, nu hij zich zo heeft misdragen. Hij zal voortaan niet ouder worden dan honderdtwintig jaar.’

In die tijd waren er reuzen op aarde, de kinderen van zonen van God en dochters van mensen. Ze zijn bekend als de helden uit het verre verleden. Maar de Here bekeek met afkeer het zondige gedrag van de mensen. Van al hun voornemens zag Hij dat de opzet boos was. Daarom had Hij er spijt van dat Hij hen had geschapen en Hij voelde zich diep gekwetst. Hij zei: ‘Ik zal ze uitroeien. Niet alleen de mensen, maar ook alle dieren, kruipende dieren en de vogels. Ik had ze nooit moeten maken.’ Maar aan Noach had de Here welgevallen.

Hier volgt de geschiedenis van Noach, de enige rechtvaardige en oprechte man op aarde. Hij leefde in nauwe verbondenheid met God. 10 Hij had drie zonen: Sem, Cham en Jafet.

11 In de loop van de tijd werden de mensen steeds slechter en gewelddadiger in de ogen van God. 12,13 Met al die slechtheid en verdorvenheid voor ogen zei Hij tegen Noach: ‘Ik heb besloten de hele mensheid uit te roeien, want zij is de schuld van alle geweld en slechtheid. Ja, Ik zal de bewoners van de aarde vernietigen. 14 Bouw een ark van acaciahout en bestrijk het hout met pek om het waterdicht te maken. 15 Verdeel hem in dekken en onderkomens. Maak hem honderdvijftig meter lang, vijfentwintig meter breed en vijftien meter hoog. 16 Maak er een lichtsleuf in die een halve meter onder het dak rond het hele schip loopt en verdeel het schip in drie dekken, een benedendek, een middendek en een bovendek. In de zijkant van het schip moet u de ingang maken.

17 Ik zal namelijk een enorme watervloed over de aarde laten gaan die alle levende wezens zal doden. Iedereen en alles zal sterven. 18 Maar met u sluit Ik een verbond: u zult veilig in het schip zijn met uw vrouw, uw zonen en hun vrouwen. 19 Voordat de vloed komt, moet u van elk dier een mannetje en een vrouwtje aan boord nemen, zodat die de vloed overleven. 20 Van elke vogel, van elk soort vee, elk kruipend of ander dier moet een paar aan boord zijn. 21 Zorg verder voor al het voedsel dat uw familie en de dieren nodig hebben.’ 22 Noach volgde alle aanwijzingen van God op.

De zondvloed

De dag brak aan waarop de Here tegen Noach zei: ‘Ga met uw familie aan boord van de ark, want u bent de enige rechtvaardige tussen al die anderen die de aarde bewonen. Neem ook de dieren aan boord, van elke soort één paar, uitgezonderd de dieren die Ik heb bestemd tot voedsel en offer. Van die dieren moet u zeven paar aan boord nemen, evenals van de vogels. Op die manier zullen ze na de grote watervloed hun soort in stand houden. Over een week zal het gaan regenen. Veertig dagen en nachten achter elkaar. Alle levende wezens die Ik heb gemaakt en die op het droge leven, zullen sterven.’

Noach volgde al de bevelen van de Here op. Hij was zeshonderd jaar oud toen de vloed over de aarde kwam en hij ging met zijn vrouw, zijn zonen en hun vrouwen in de ark om aan de vloed te ontkomen. 8,9 Alle dieren die bestemd waren om te offeren of om op te eten en de andere soorten, kwamen in paren naar de ark: mannetjes en vrouwtjes, precies zoals God het Noach had gezegd. 10,11 Een week later, toen Noach zeshonderd jaar oud was, op de zeventiende dag van de tweede maand, stroomde de regen uit de hemel neer en braken de ondergrondse watermassaʼs open. 12 En dat gedurende veertig dagen en nachten! 13 Maar Noach was die dag met zijn vrouw, hun zonen Sem, Cham en Jafet en hun vrouwen aan boord van de ark gegaan. 14 Bij hen in de ark zaten alle diersoorten, zowel wilde dieren als vee, kruipende dieren en vogels. 15 Ze kwamen twee aan twee, mannetjes en vrouwtjes, precies zoals God het had bevolen. 16 Toen sloot de Here God de toegang tot de ark.

17 Veertig dagen lang raasde de enorme watervloed over de aarde, bedekte alles en nam de ark hoog op zijn golven mee. 18 Het water steeg en steeg, maar de ark bleef veilig drijven. 19 Ten slotte bedekte het water ook de hoogste bergen. 20 Het stond zeven meter boven de hoogste bergtoppen. 21 En alle levende wezens op aarde verdronken: vogels, vee, wilde en kruipende dieren en alle mensen, 22 alles wat ademde en op het land leefde. 23 God vernietigde alles, uitgezonderd Noach en zijn familie die in de ark waren. 24 De watervloed bedekte de aarde honderdvijftig dagen lang.

Kaïn en Abel

Eva ging met Adam naar bed en raakte in verwachting. Ze kreeg een zoon: Kaïn. Ze zei: "De Heer heeft mij een zoon gegeven." Daarna werd Abel geboren, de broer van Kaïn. Abel werd schaapherder, Kaïn werd boer en bewerkte de grond. Na een poosje bracht Kaïn een offer aan de Heer, van de oogst van het land. Ook Abel bracht Hem een offer. Hij offerde de eerstgeboren lammetjes: hij verbrandde het vet van de dieren als offer aan de Heer. De Heer was blij met Abel en met zijn offer. Maar Hij was niet blij met Kaïn en zijn offer. Daar was Kaïn erg kwaad over en hij liep met een somber gezicht rond. Toen zei de Heer tegen Kaïn: "Waarom ben je zo kwaad? Waarom kijk je zo boos? Als je doet wat goed is, ben Ik toch blij met je? Maar als je slechte dingen doet, loert het kwaad op je bij de deur van je hart. Het wil je grijpen, maar jij moet sterker zijn dan het kwaad." Maar Kaïn vroeg zijn broer Abel om met hem mee te gaan. Samen liepen ze het veld in. Daar vermoordde Kaïn hem.

Toen vroeg de Heer aan Kaïn: "Waar is je broer Abel?" Hij zei: "Dat weet ik niet. Moet ik soms op mijn broer passen?" 10 De Heer zei: "Wat heb je gedaan? Ik hoor uit de aarde Abels bloed roepen! Het roept naar Mij om wraak. 11 Nu ben je vervloekt. Abels bloed is hier in de grond gestroomd. Daarom zul je voortaan ver van deze grond moeten leven. 12 Want je zal niet langer voldoende van deze grond kunnen oogsten om van te leven. Je zal voortaan moeten rondzwerven." 13 Toen zei Kaïn tegen de Heer: "Wat ik gedaan heb, is te erg om vergeven te worden. Maar die straf is te zwaar! 14 U stuurt mij hier nu weg en U wil niet meer bij mij zijn. Ik zal moeten rondzwerven. Iedereen die mij tegenkomt, zal mij kunnen doden!" 15 Maar de Heer zei: "Nee, als iemand jou doodt, zal hij daarvoor zevenvoudig worden gestraft." En de Heer zorgde ervoor dat niemand hem zou durven doden. 16 Toen ging Kaïn weg van de Heer. Hij ging in het land Nod wonen, ten oosten van Eden.

De familie van Kaïn

17 Kaïns vrouw raakte in verwachting en kreeg een zoon, Henoch. Daarna bouwde Kaïn een stad en noemde die stad Henoch, naar zijn zoon. 18 Henoch kreeg een zoon: Irad. Irad kreeg een zoon: Mehujaël. Mehujaël kreeg een zoon: Metusaël. Metusaël kreeg een zoon: Lamech. 19 Lamech trouwde met twee vrouwen. De ene heette Ada, de andere Zilla. 20 Ada kreeg een zoon: Jabal. Hij is de voorvader van de mensen die in tenten wonen en vee houden. 21 Zijn broer heette Jubal. Jubal is de voorvader van alle mensen die muziek maken op snaarinstrumenten en fluiten. 22 Zilla kreeg ook een zoon: Tubal-Kaïn. Hij is de voorvader van de smeden die koper en ijzer bewerken. Ze kreeg ook een dochter: Naäma.

23 Lamech zei tegen zijn vrouwen: "Ada en Zilla, luister naar me. Luister goed naar wat ik zeg. Als iemand mij slaat of verwondt, sla ik hem dood. 24 Als iemand Kaïn iets aandoet, zal hij daarvoor zevenvoudig worden gestraft. Maar als iemand míj iets aandoet, zal hij daarvoor zeven-en-zeventigvoudig gestraft worden!"

Een nieuwe zoon voor Adam en Eva

25 Adams vrouw Eva raakte opnieuw in verwachting en kreeg een zoon. Ze noemde hem Set (= 'in de plaats van'). "Want," zei ze, "mijn zoon Abel is gedood door Kaïn. Nu heeft God mij in zijn plaats een andere zoon gegeven." 26 Ook Set kreeg een zoon: Enos. Vanaf die tijd begonnen de mensen tot de Heer te bidden.

De lijst van de eerste mensen

Dit is de lijst met de namen van de mannen die uit Adam zijn ontstaan. Toen God de mens maakte, maakte Hij hem zó, dat hij heel erg op God leek. Hij maakte een man en een vrouw. Hij zegende hen en noemde hen 'mens'.

Toen Adam 130 jaar was, kreeg hij een zoon, die heel erg op hem leek. Hij noemde hem Set. Nadat Set was geboren, leefde Adam nog 800 jaar. Hij kreeg nog meer zonen en dochters. Hij stierf toen hij 930 jaar was.

Toen Set 105 jaar was, kreeg hij een zoon: Enos. Nadat Enos was geboren, leefde Set nog 807 jaar. Hij kreeg nog meer zonen en dochters. Hij stierf toen hij 912 jaar was.

Toen Enos 90 jaar was, kreeg hij een zoon: Kenan. 10 Nadat Kenan was geboren, leefde Enos nog 815 jaar. Hij kreeg nog meer zonen en dochters. 11 Hij stierf toen hij 905 jaar was.

12 Toen Kenan 70 jaar was, kreeg hij een zoon: Mahalaleël. 13 Nadat Mahalaleël was geboren, leefde Kenan nog 840 jaar. Hij kreeg nog meer zonen en dochters. 14 Hij stierf toen hij 910 jaar was.

15 Toen Mahalaleël 65 jaar was, kreeg hij een zoon: Jered. 16 Nadat Jered was geboren, leefde Mahalaleël nog 830 jaar. Hij kreeg nog meer zonen en dochters. 17 Hij stierf toen hij 895 jaar was.

18 Toen Jered 162 jaar was, kreeg hij een zoon: Henoch. 19 Nadat Henoch was geboren, leefde Jered nog 800 jaar. Hij kreeg nog meer zonen en dochters. 20 Hij stierf toen hij 962 jaar was.

21 Toen Henoch[a] (= 'toegewijd') 65 jaar was, kreeg hij een zoon: Metusala. 22 Nadat Metusala (= 'als hij gestorven is, zal het gebeuren')[b] was geboren, leefde Henoch nog 300 jaar lang met God. Hij kreeg nog meer zonen en dochters. 23 Hij werd 365 jaar. 24 Henoch leefde met God. En opeens was hij er niet meer, want God had hem meegenomen naar de hemel.

25 Toen Metusala 187 jaar was, kreeg hij een zoon: Lamech. 26 Nadat Lamech was geboren, leefde Metusala nog 782 jaar. Hij kreeg nog meer zonen en dochters. 27 Hij stierf toen hij 969 jaar was.

28 Toen Lamech 182 jaar was, kreeg hij een zoon. 29 Hij noemde hem Noach. Lamech zei: "Deze zoon zal een troost voor ons zijn. Want we moeten erg hard werken doordat God de grond heeft vervloekt." 30 Nadat Noach was geboren, leefde Lamech nog 595 jaar. Hij kreeg nog meer zonen en dochters. 31 Hij stierf toen hij 777 jaar was.

32 Toen Noach 500 jaar was, kreeg hij drie zonen: Sem, Cham en Jafet.

De reuzen

Er kwamen steeds meer mensen op de aarde. En de zonen van God[c] zagen dat de dochters van de mensen erg mooi waren. Ze trouwden met hen, met wie ze maar wilden. Toen zei de Heer: "Mijn Geest zal niet voor altijd de mensen blijven waarschuwen. Ze zijn sterfelijk en krijgen nog maar 120 jaar."[d]

In die tijd en ook daarna leefden er reuzen op aarde. Dat waren de kinderen die geboren waren nadat de zonen van God getrouwd waren met de dochters van de mensen. Zij waren de grote, machtige helden uit de vroege tijd.

Noach moet een boot bouwen

De Heer zag dat de mensen op de aarde erg slecht waren. Alles wat ze bedachten en deden was slecht. Daarom had de Heer er spijt van dat Hij de mensen had gemaakt. Hij had veel verdriet over wat ze deden. Daarom besloot Hij: "Ik zal de mensen die Ik heb gemaakt allemaal doden. En niet alleen de mensen, maar ook alle dieren. Want Ik heb er spijt van dat Ik hen heb gemaakt." Maar Noach was niet slecht.[e] God zag dat en was blij met hem. Daarom wilde Hij hem redden.

Dit is de geschiedenis van Noach. Noach was in die tijd de enige die leefde zoals God het wil. Hij deed geen slechte dingen, want hij leefde met God. 10 Noach kreeg drie zonen: Sem, Cham en Jafet. 11 God vond dat de aarde helemaal bedorven was. Overal was geweld. 12 Hij zag dat alle mensen slecht geworden waren.

13 Daarom zei God tegen Noach: "Ik heb besloten om alle mensen te doden. Want het is hun schuld dat er zoveel geweld op aarde is. Daarom ga Ik hen samen met de aarde vernietigen. 14 Maak van hout een dichte boot, met kamers er in. Besmeer hem van binnen en van buiten met teer om hem waterdicht te maken. 15 Hij moet 300 el (150 meter) lang, 50 el (25 meter) breed en 30 el (15 meter) hoog worden. 16 Maak een raam op 1 el (50 centimeter) van de bovenkant. Maak aan de zijkant van de boot een deur. Bouw een onderste, een tweede en een derde verdieping. 17 Want Ik zal een grote overstroming laten komen. Daarmee zal Ik alles wat leeft vernietigen. Alle mensen en dieren zullen sterven. 18 Maar met jou zal Ik een verbond sluiten. Jou wil Ik redden. Jij moet in de boot gaan met je zonen, je vrouw en de vrouwen van je zonen. 19 Breng van alle dieren één mannetje en vrouwtje in de boot. Zij zullen samen met jullie worden gered. 20 Van alle soorten vogels en van alle soorten dieren zullen één mannetje en één vrouwtje naar je toe komen om te worden gered. 21 En neem eten mee voor jou, je gezin en de dieren." 22 Noach deed precies wat God hem had bevolen.

Noach gaat in de boot

De Heer zei tegen Noach: "Ga nu met je hele gezin aan boord. Want van alle mensen ben jij de enige die leeft zoals Ik het wil. Neem van alle reine[f] dieren zeven paartjes mee, dus zeven mannetjes en zeven vrouwtjes. Maar neem van de dieren die niet rein zijn één paartje mee, dus één mannetje en één vrouwtje. Neem ook van alle soorten vogels zeven paartjes mee, dus zeven mannetjes en zeven vrouwtjes, om hun soort te redden. Want over zeven dagen zal Ik het 40 dagen en 40 nachten laten regenen op de aarde. Dan zal Ik alles vernietigen wat Ik heb gemaakt."

Noach deed alles wat de Heer hem had bevolen. Noach was 600 jaar toen de grote overstroming de aarde bedekte. Hij ging met zijn zonen, zijn vrouw en de vrouwen van zijn zonen de boot in, vanwege de overstroming. Van de reine dieren en van de onreine dieren, van de vogels en van alle kruipende dieren, kwamen mannetjes en vrouwtjes twee aan twee naar Noach in de boot, zoals God tegen Noach had gezegd.

De grote overstroming

10 Zeven dagen later begon de overstroming. 11 Noach was toen 600 jaar. Op de 17e dag van de tweede maand kolkte al het water dat onder de grond zat uit de bronnen naar boven. Ook begon het verschrikkelijk hard te regenen. 12 Het stortregende 40 dagen en 40 nachten. 13 Op de dag dat het begon te regenen, gingen Noach, zijn zonen Sem, Cham en Jafet, de vrouw van Noach en de drie vrouwen van zijn zonen in de boot. 14 Ook van alle soorten wilde dieren, van alle soorten vee, van alle soorten kruipende dieren en van alle soorten vogels kwamen dieren naar de boot. 15 Van alle soorten dieren die op aarde leefden, kwamen de dieren twee aan twee naar Noach in de boot. 16 Steeds een mannetje en een vrouwtje, zoals God tegen hem had gezegd. Daarna deed de Heer de deur achter Noach dicht.

17 Het water steeg 40 dagen lang hoger en hoger. De boot kwam van de grond los. 18 Toen het water bleef stijgen, begon de boot vrij rond te drijven. 19 Het water kwam zó hoog, dat zelfs de hoge bergen onder water kwamen te staan. 20 Tenslotte stond het water 15 el (7 meter) boven de bergtoppen. 21 Alles wat leefde ging dood: vogels, vee, wilde dieren, kruipende dieren. Ook alle mensen. 22 Alles wat op het droge leefde, stierf. 23 Zo vernietigde God alles wat op de aarde leefde: mensen, dieren en vogels. Alles stierf. Alleen Noach bleef over, met de mensen en dieren die bij hem in de boot waren. 24 Het water bedekte de aarde 150 dagen lang (5 maanden).

Footnotes

  1. Genesis 5:21 Lees ook Judas 1:14.
  2. Genesis 5:22 Wát zal er dan gebeuren? De grote overstroming! (Lees Genesis 6). Kennelijk had God al aan Henoch, die aan Hem toegewijd was, laten weten wat Hij zou gaan doen met de aarde. Metusala leefde heel erg lang. Zó lang had God nog geduld met de mensen voordat Hij de aarde verwoestte door het water.
  3. Genesis 6:2 Waarschijnlijk worden hiermee engelen bedoeld die ontrouw aan God waren geworden. Lees hierover meer in Judas 1:6.
  4. Genesis 6:3 Als je dit vers vergelijkt met 1 Petrus 3:20 lijkt dit te betekenen dat God besloot om nog 120 jaar af te wachten of de mensen zouden ophouden met de slechte dingen die ze deden. Daarna was de tijd om en zou zijn straf komen als ze niet veranderd waren.
  5. Genesis 6:8 Lees ook Ezechiël 14:14 en 2 Petrus 2:5.
  6. Genesis 7:2 Reine dieren waren de dieren die gegeten mochten worden. Onreine dieren waren de dieren die niet gegeten mochten worden. Hierover is te lezen in Deuteronomium 14:3-21.