Add parallel Print Page Options

11 Maar de Engel van de Heer riep tegen hem vanuit de hemel: "Abraham! Abraham!" En hij zei: "Ja, Heer."

Read full chapter

En God sprak 's nachts tegen Israël in dromen. Hij zei: "Jakob! Jakob!" En hij zei: "Ja, Heer."

Read full chapter

Toen de Heer zag dat hij ging kijken, riep Hij vanuit de braamstruik: "Mozes! Mozes!" Hij antwoordde: "Ja, Heer."

Read full chapter

10 Toen kwam de Heer, bleef daar staan en riep net als de vorige keren: "Samuel! Samuel!" Samuel antwoordde: "Spreek, want ik luister."

Read full chapter

41 Maar de Heer Jezus antwoordde haar: "Marta, Marta, jij maakt je bezorgd en druk over allerlei dingen. 42 Maar eigenlijk is er maar één ding nodig. Maria heeft het goede gekozen. Dat zal haar niet worden afgenomen."

Read full chapter

Jezus waarschuwt Simon Petrus

31 De Heer Jezus zei: "Simon, Simon, de duivel zal jullie allemaal zeven als graan in een zeef.

Read full chapter

Hij viel op de grond en hoorde een stem zeggen: "Saul, Saul, waarom vervolg je Mij?" Saul vroeg: "Wie bent U, Heer?" De Heer zei: "Ik ben Jezus, die jij vervolgt. Maar het is heel moeilijk voor je om tegen mijn wil in te gaan!" Saulus was hevig geschrokken en vroeg: "Heer, wat moet ik doen?" En de Heer zei: "Sta op en ga de stad in. Daar zul je horen wat je moet doen."

Read full chapter