Add parallel Print Page Options

22 Daarin staat dat Abraham twee zonen had. De ene zoon was van zijn bijvrouw Hagar, een slavin. De andere zoon was van zijn vrije vrouw Sara. 23 De zoon die uit de slavin werd geboren, was ontstaan door Abrahams eigen menselijke plan. Maar de zoon van de vrije vrouw was ontstaan door Gods belofte. 24+25 Dit heeft een diepere betekenis.[a] Want de situatie van deze twee vrouwen kun je gebruiken als vergelijking voor de twee verschillende verbonden van God met de mensen. Hagar stelt dan het verbond van de berg Sinaï in Arabië voor.[b] Uit dat verbond van Sinaï worden slaven van de wet geboren. Hagar stelt ook het tegenwoordige Jeruzalem voor. Want de stad Jeruzalem en haar bewoners zijn slaven van de wet van Mozes. 26 Maar het hemelse Jeruzalem is vrij en geen slavin van de wet. En dat is ónze moeder. 27 Want er staat in de Boeken: "Wees blij en juich, ook al heb je nooit kinderen gekregen! Want ook al ben je nu eenzaam, toch zul je veel meer kinderen hebben dan de vrouw die een man heeft."[c]

28 Broeders en zusters, wij zijn kinderen die ontstaan zijn door geloof in de belofte, net zoals Izaäk. 29 Maar vóór Izaäk was er een zoon ontstaan door een menselijk plan zonder geloof. Dat was Ismaël, de zoon van Hagar. En die zoon vervolgde de zoon die door geloof in de belofte was ontstaan. Dat was Izaäk, de zoon van Sara. Hetzelfde gebeurt nu ook. Want wij die vrij zijn door de Heilige Geest, worden vervolgd door de mensen die slaven zijn van de wet. 30 Maar wat zegt het woord van God? "Stuur de slavin en haar zoon weg. Want de zoon van de slavin mag niet erven samen met de zoon van de vrije vrouw." 31 Broeders en zusters, wij zijn geen kinderen van de slavin, maar van de vrije vrouw.

Read full chapter

Footnotes

  1. Galaten 4:24 Hierna komt een moeilijk stukje. Paulus zet hier twee groepen mensen tegenover elkaar, en twee verbonden van God met de mensen. De ene groep en het ene verbond vergelijkt hij met Hagar, de andere groep en het andere verbond met Sara.
    De ene groep bestaat uit de mensen die bij het verbond van de wet horen: de Joden die zich aan de wet houden. Ze zijn 'slaven' van de wet. Paulus vergelijkt deze mensen met de zoon van Abrahams bijvrouw Hagar. Hagar was een slavin. De zoon die ze kreeg, ontstond door Abrahams menselijke plan om een zoon te krijgen. De zoon van een slavin is zelf ook slaaf. Net zo zijn de mensen die zich aan de wet moeten houden, slaven van de wet. Hij noemt deze groep mensen 'bewoners van Jeruzalem'. Zoals Hagar de moeder is van een slaaf, is Jeruzalem de 'moeder' van slaven van de wet.
    De andere groep bestaat uit de mensen die horen bij het verbond dat God met Abraham sloot: mensen die vrij zijn van de wet
    van Mozes door hun geloof in Jezus. (God beloofde Abraham dat Hij hem een zoon zou geven uit Sara.) Paulus vergelijkt deze mensen met de zoon van Sara. Sara was een vrije vrouw. De zoon die ze kreeg, ontstond door Gods belofte en Abrahams geloof in Gods belofte. De zoon van een vrije vrouw is zelf ook vrij. Net zo zijn de mensen door geloof in Jezus vrije mensen. Hij noemt deze groep mensen 'bewoners van het hemelse Jeruzalem'. Zoals Sara de moeder is van een vrij man, is het hemelse Jeruzalem de 'moeder' van de mensen die vrij zijn van de wet.
  2. Galaten 4:24 Op de berg Sinaï sloot God een verbond met het volk Israël en gaf hun de wet.
  3. Galaten 4:27 Met deze moeder bedoelt Paulus Sara. Sara kon eerst geen kinderen krijgen. Pas toen ze heel oud was, kreeg ze één zoon, omdat God dat beloofd had. Nu heeft ze heel veel kinderen, omdat de christenen 'door hetzelfde geloof als dat Abraham had' als het ware óók haar kinderen zijn.

22 Er staat namelijk in dat Abraham twee zonen had, een van zijn jonge slavin Hagar en een van zijn eigen, vrije vrouw Sara. 23 Dat Hagar een kind van Abraham kreeg, was een natuurlijke zaak. Maar Sara kreeg pas een kind nadat God het aan Abraham had beloofd. 24 Dit is een beeld met een diepere betekenis, waaruit blijkt dat God twee keer een verbond met de mens heeft gesloten. Het ene op grond van een wet, het andere op grond van een belofte. 25 Het verbond van de wet werd gesloten op de berg Sinaï, in Arabië, daar verwijst Hagar naar. De slavin Hagar is het symbool van het tegenwoordige Jeruzalem, de moederstad van de Joden. Haar kinderen leven allemaal onder de slavernij van de wet. 26 Maar onze moederstad is het hemelse Jeruzalem en zij is vrij, zij is geen slavin van de wet. 27 Dat bedoelde de profeet Jesaja ook toen hij zei: ‘Kinderloze vrouw, wees blij! Jubel het uit van vreugde, al bent u nooit moeder geworden. Want de verlaten vrouw heeft meer kinderen dan de vrouw die een man heeft.’

28 En u bent, net als Isaak, kinderen die God aan Abraham heeft beloofd. 29 Zoals de zoon van de vrije vrouw vervolgd werd door de zoon van de slavin, worden nu de mensen die uit de Heilige Geest geboren zijn, vervolgd door hen die onder de slavernij van de wet leven. 30 Maar in de Boeken staat dat tegen Abraham werd gezegd: ‘Stuur de slavin en haar zoon weg, want de zoon van de slavin zal de erfenis niet delen met de zoon van de vrije vrouw.’ 31 Nu, broeders en zusters, wij zijn geen kinderen van de slavin, die zich aan de wet moeten houden. Nee, wij zijn kinderen van de vrije vrouw.

Read full chapter

22 For it is written, [a]that Abraham had two sons, one by the handmaid, and one by the freewoman. 23 [b]Howbeit the son by the handmaid is born after the flesh; but the son by the freewoman is born through promise. 24 Which things contain an allegory: for these women are two covenants; one from mount Sinai, bearing children unto bondage, which is Hagar. 25 [c]Now this Hagar is mount Sinai in Arabia and answereth to the Jerusalem that now is: for she is in bondage with her children. 26 But the Jerusalem that is above is free, which is our mother. 27 For it is written,

[d]Rejoice, thou barren that bearest not;
Break forth and cry, thou that travailest not:
For more are the children of the desolate than of her that hath the husband.

28 Now [e]we, brethren, as Isaac was, are children of promise. 29 But as then he that was born after the flesh persecuted him that was born after the Spirit, so also it is now. 30 Howbeit what saith the scripture? [f]Cast out the handmaid and her son: for the son of the handmaid shall not inherit with the son of the freewoman. 31 Wherefore, brethren, we are not children of a handmaid, but of the freewoman.

Read full chapter

Footnotes

  1. Galatians 4:22 Gen. 16:15.
  2. Galatians 4:23 Gen. 21:2.
  3. Galatians 4:25 Many ancient authorities read For Sinai is a mountain in Arabia.
  4. Galatians 4:27 Isa. 54:1.
  5. Galatians 4:28 Many ancient authorities read ye.
  6. Galatians 4:30 Gen. 21:10, 12.

22 For it is written that Abraham had two sons, one by the slave woman(A) and the other by the free woman.(B) 23 His son by the slave woman was born according to the flesh,(C) but his son by the free woman was born as the result of a divine promise.(D)

24 These things are being taken figuratively: The women represent two covenants. One covenant is from Mount Sinai and bears children who are to be slaves: This is Hagar. 25 Now Hagar stands for Mount Sinai in Arabia and corresponds to the present city of Jerusalem, because she is in slavery with her children. 26 But the Jerusalem that is above(E) is free, and she is our mother. 27 For it is written:

“Be glad, barren woman,
    you who never bore a child;
shout for joy and cry aloud,
    you who were never in labor;
because more are the children of the desolate woman
    than of her who has a husband.”[a](F)

28 Now you, brothers and sisters, like Isaac, are children of promise.(G) 29 At that time the son born according to the flesh(H) persecuted the son born by the power of the Spirit.(I) It is the same now. 30 But what does Scripture say? “Get rid of the slave woman and her son, for the slave woman’s son will never share in the inheritance with the free woman’s son.”[b](J) 31 Therefore, brothers and sisters, we are not children of the slave woman,(K) but of the free woman.(L)

Read full chapter

Footnotes

  1. Galatians 4:27 Isaiah 54:1
  2. Galatians 4:30 Gen. 21:10