Add parallel Print Page Options

20 Jullie zeggen nog steeds: 'De Heer doet het verkeerd.' Maar omdat júllie verkeerd doen, zal Ik over jullie rechtspreken. Ik zal ieder van jullie oordelen naar wat hij doet, volk van Israël."

Jeruzalem is verwoest

21 In het twaalfde jaar dat we als gevangenen in Babylonië woonden, kwam er op de vijfde dag van de tiende maand een vluchteling uit Jeruzalem naar mij toe. Hij kwam met het bericht: 'Jeruzalem is veroverd en verwoest!' 22 De avond voordat deze man naar mij toe kwam, was de Geest van God over mij gekomen. Vanaf dat moment kon ik weer spreken, want tot dan toe kon ik dat niet. Dus toen deze man 's morgens kwam, kon ik weer spreken.[a]

Read full chapter

Footnotes

  1. Ezechiël 33:22 De Heer had drie jaar eerder tegen Ezechiël gezegd dat dit zo zou gebeuren. Lees Ezechiël 24:25-27. Sinds de Heer aan Ezechiël de taak van profeet gegeven had, kon Ezechiël niet meer spreken, behalve als hij een boodschap van de Heer kreeg die hij tegen de mensen moest zeggen. Lees Ezechiël 3:26.