Add parallel Print Page Options

Toen klommen Mozes, Aäron, Nadab en Abihu en de zeventig leiders de berg op. 10 Zij zagen de God van Israël en het leek alsof Hij op een vloer van saffieren stond, helder als de hemel. 11 Hoewel de leiders God nu zagen, doodde Hij hen niet. Nadat zij God hadden gezien, aten en dronken zij gewoon. Er was niets met hen gebeurd.

Read full chapter

Daarna klom Mozes met Aäron, Nadab en Abihu en 70 van de leiders van Israël de berg op. 10 Ze zagen de God van Israël. Het was alsof er onder zijn voeten tegels lagen van lazuursteen, zo helder blauw als de hemel zelf. 11 En ook al zagen ze God, toch bleven ze in leven. Zijn aanwezigheid doodde hen niet.[a] Ze zagen God en aten en dronken.

Read full chapter

Footnotes

  1. Exodus 24:11 Lees Exodus 33:20.