Add parallel Print Page Options

28 Ze gingen naar huis en deden precies wat de Heer tegen Mozes en Aäron had gezegd.

De tiende ramp: de dood

29 Om middernacht doodde de Heer elke oudste zoon in Egypte. Hij doodde de oudste zoon van de farao die ná hem koning zou worden, tot en met de oudste zoon van de gevangene in de gevangenis. Ook alle eerstgeboren dieren van het vee. 30 De farao en alle Egyptenaren werden 's nachts wakker. Overal in het land werd luid gehuild. Want in elk huis was wel iemand gestorven.

Read full chapter