Print Page Options

Niet langer meedoen met de ongelovigen

Kinderen die van hun vader houden, doen hun vader in alles na. Laat op dezelfde manier God jullie voorbeeld zijn en doe Hem na. Houd van elkaar, net zoals Christus van ons houdt. Want omdat Hij zoveel van ons houdt, heeft Hij zijn leven voor ons geofferd. En God was blij met zijn offer.

Maar jullie mogen absoluut niet met allerlei vrouwen of mannen naar bed gaan, of allerlei andere verkeerde dingen op het gebied van seks doen. Wees ook niet langer hebzuchtig. Gedraag je zoals past bij mensen die bij God horen. Stop met vuile praatjes, grove woorden en vieze moppen. Laat liever zien dat je God dankbaar bent. Mensen die verkeerde dingen doen op het gebied van seks, of die hebzuchtig zijn, kunnen het Koninkrijk van Christus en van God niet binnengaan. Vergeet dat niet! Mensen die hebzuchtig zijn, aanbidden een afgod.

Laat je niet voor de gek houden door mensen die deze dingen op allerlei manieren proberen goed te praten. Want dit zijn juist de dingen waarvoor de mensen die niet in God geloven, gestraft zullen worden. Doe dus niet meer met hen mee. Vroeger was jullie hart één en al duisternis. Maar nu zijn jullie vol van het licht van de Heer. Leef dan ook als mensen die bij het licht horen. Want door het licht van Gods Geest groeien goedheid, eerlijkheid en waarheid. 10 Zoek uit wat de Heer graag wil dat je doet. 11 Doe niet mee met de slechte dingen van de duisternis. Breng ze liever aan het licht. 12 Want de dingen van de duisternis worden stiekem gedaan – en ze zijn bijna te erg om hardop te noemen. 13 Maar alle slechte dingen die in het licht worden gebracht, worden zichtbaar. En de dingen die zichtbaar worden, worden licht. 14 Daarom zegt God: Word toch wakker, jij die slaapt! Sta op uit de dood! Dan zal het licht van Christus op je schijnen!

15 Doe dus erg je best om te leven als verstandige mensen. Wees niet langer onverstandig. 16 En gebruik je tijd goed. Want we leven in een slechte tijd. 17 Denk daarom altijd eerst goed na en probeer uit te zoeken wat de Heer van jullie wil. 18 Word niet dronken van wijn, want dan weet je niet meer wat je doet. 19 Maar word vol van de Geest en spreek tegen elkaar met psalmen, lofliederen en liederen in talen van de Geest. Zing en jubel met je hele hart voor de Heer. 20 Dank vooral aldoor God de Vader voor alles, door onze Heer Jezus Christus. 21 Wees ook bescheiden tegenover elkaar, uit ontzag voor God.

Goede raad voor de getrouwde mannen en vrouwen

22 Vrouwen, dien bescheiden en liefdevol jullie man, zoals jullie de Heer dienen. 23 Want de man is het hoofd van zijn vrouw, net zoals Christus het Hoofd is van zijn gemeente. Hij zorgt voor zijn Lichaam. 24 Net zoals de gemeente in alles Christus dient, moet ook de vrouw haar man in alles dienen.

25 Mannen, houd op dezelfde manier van je vrouw als dat Christus van zijn gemeente houdt. Hij heeft Zichzelf voor de gemeente opgeofferd! 26 Hij heeft de gemeente schoongewassen door haar te baden in het woord. Zo kon de gemeente zijn eigendom worden. 27 En nu kan de gemeente zonder één enkele vlek of rimpel stralend vóór Hem staan. Zo is de gemeente helemaal zuiver. 28 Op diezelfde manier moet ook elke man van zijn vrouw houden. Hij moet van haar net zoveel houden als van zichzelf.[a] Een man die van zijn vrouw houdt, houdt van zichzelf. 29 Niemand haat zijn eigen lichaam. Iedereen zorgt ervoor en geeft het te eten. Hetzelfde doet ook Christus voor zijn gemeente. 30 Want wij zijn de lichaamsdelen van zijn Lichaam. 31 Er staat in de Boeken, dat een man en zijn vrouw samen één zijn: "Daarom zal een man weggaan bij zijn vader en zijn moeder en van zijn vrouw houden en trouw aan haar zijn.[b] Vanaf dat moment zijn ze één geheel." 32 Dat heeft een verborgen betekenis. Ik zeg jullie dat het hier gaat over de eenheid van Christus en zijn gemeente. 33 De mannen moeten dus net zoveel van hun vrouw houden als van zichzelf, en de vrouwen moeten respect hebben voor hun man.

Footnotes

  1. Efeziërs 5:28 Man en vrouw zijn immers één geheel geworden. Lees Genesis 2:24.
  2. Efeziërs 5:31 Eigenlijk staat hier dat hij zijn vader en moeder zal verlaten en aan zijn vrouw zal 'kleven'. Lees ook 1 Korintiërs 6:16.

Ontdek wat de Here van u verlangt

Volg Gods voorbeeld in alles, zoals een geliefd kind zijn vader nadoet. Wees vol liefde, net als Christus, die zoveel van u hield dat Hij Zich voor u opofferde om uw zonden weg te nemen. God nam dit offer van Christus aan, het was als een heerlijke geur voor Hem.

Van ontucht, onzedelijkheid of hebzucht mag bij u geen sprake zijn. Dat past christenen niet, om over ongepaste taal en dom en flauw gepraat maar te zwijgen. Wijs elkaar liever op Gods goedheid en wees dankbaar. U moet goed weten dat in het Koninkrijk van Christus en God geen plaats is voor mensen die ontuchtig, losbandig of hebzuchtig zijn. Hebzucht is het dienen van een valse god. Laat u niets wijsmaken door hen die proberen zulke zonden goed te praten, want God zal mensen die dat soort dingen doen, vreselijk straffen. Ga zelfs niet met zulke mensen om. Want uw hart, dat eens vol duisternis was, is nu vol van het licht van de Here. Laat dat dan ook blijken uit uw doen en laten. Het gevolg van het licht in u, is dat u alleen maar doet wat goed, juist en waar is. 10 Probeer steeds weer te ontdekken wat de Here graag wil. 11 Doe niet mee aan de zinloze praktijken die bij de duisternis horen, maar stel ze aan de kaak. 12 De dingen die de goddelozen stiekem doen, zijn zo schandelijk dat wij daaraan zelfs geen woorden vuil moeten maken. 13 Maar als het licht op hen valt, worden ze ontmaskerd. 14 Alles wat openbaar wordt, is licht. Zo staat het ook geschreven:

‘Slaper, word wakker!
Sta op uit de dood
en de Christus zal u licht geven.’

15 Let dus goed op hoe u leeft. Wees niet onnozel, maar verstandig. 16 Grijp elke gelegenheid aan om goed te doen, want wij leven in een slechte tijd. 17 Denk goed na en probeer te ontdekken wat de Here van u verlangt. 18 Bedrink u niet, want daardoor verliest u de controle over uzelf. Wees daarentegen vol van de Heilige Geest. 19 Spreek veel met elkaar over de Here en zing psalmen, lofliederen en geestelijke liederen. Zing met heel uw hart voor de Here. 20 Dank God, onze Vader, altijd voor alles in de naam van onze Here Jezus Christus. 21 Onderwerp u aan elkaar uit ontzag voor Christus.

22 Vrouwen, voeg u naar uw man net zoals u zich voegt naar de Here. 23 De man leidt zijn vrouw, zoals Christus zijn Gemeente leidt, Hij gaf zijn leven om haar te redden! 24 Dus, vrouwen, u moet zich in alles naar uw man voegen, zoals de Gemeente zich naar Christus voegt.

25 Mannen, geef uw vrouw dezelfde liefde als Christus aan zijn Gemeente gaf, toen Hij Zich volledig voor haar opofferde. 26 Christus zonderde zijn Gemeente voor Zichzelf af. Zijn woord was als een bad dat haar reinigde. 27 Hij wilde dat de Gemeente stralend voor Hem zou staan, volmaakt, zonder vlek of rimpel. Zij moest heilig en zuiver zijn. 28 Zo moeten ook de mannen hun vrouw liefhebben en verzorgen als hun eigen lichaam. Want als de man zijn vrouw liefheeft, heeft hij ook zichzelf lief. 29 Geen mens haat zijn eigen lichaam, maar verzorgt en voedt het, zoals ook Christus zorgt voor de Gemeente, 30 zijn lichaam, waarvan wij deel uitmaken. 31 Dat wordt bevestigd door de Boeken, waarin staat: ‘Een man verlaat zijn ouders, voegt zich bij zijn vrouw en beiden worden werkelijk één.’ 32 Dit is een diep geheimenis, maar ik zeg het om duidelijk te maken wat voor verhouding tussen Christus en zijn Gemeente bestaat. 33 Voor ieder van ons persoonlijk komt het hierop neer: de man moet net zoveel van zijn vrouw houden als van zichzelf en de vrouw moet haar man respecteren.

Wandel in Liebe und Licht bedeutet, alles Böse zu meiden

Werdet nun Gottes Nachahmer als geliebte Kinder

und wandelt in der Liebe, gleichwie auch Christus uns geliebt und sich selbst für uns gegeben hat als Darbringung und Schlachtopfer, zu einem lieblichen Geruch für Gott.

Unzucht aber und alle Unreinheit oder Habsucht soll nicht einmal bei euch erwähnt werden, wie es Heiligen geziemt;

auch nicht Schändlichkeit und albernes Geschwätz oder Witzeleien, die sich nicht gehören, sondern vielmehr Danksagung.

Denn das sollt ihr wissen, dass kein Unzüchtiger oder Unreiner oder Habsüchtiger (der ein Götzendiener ist), ein Erbteil hat im Reich des Christus und Gottes.

Lasst euch von niemand mit leeren Worten verführen! Denn um dieser Dinge willen kommt der Zorn Gottes über die Söhne des Ungehorsams.

So werdet nun nicht ihre Mitteilhaber!

Denn ihr wart einst Finsternis; jetzt aber seid ihr Licht in dem Herrn. Wandelt als Kinder des Lichts!

Die Frucht des Geistes besteht nämlich in lauter Güte und Gerechtigkeit und Wahrheit.

10 Prüft also, was dem Herrn wohlgefällig ist,

11 und habt keine Gemeinschaft mit den unfruchtbaren Werken der Finsternis, deckt sie vielmehr auf[a];

12 denn was heimlich von ihnen getan wird, ist schändlich auch nur zu sagen.

13 Das alles aber wird offenbar, wenn es vom Licht aufgedeckt wird; denn alles, was offenbar wird, das ist Licht.

14 Darum heißt es: Wache auf, der du schläfst, und stehe auf aus den Toten, so wird Christus dich erleuchten[b]!

15 Seht nun darauf, wie ihr mit Sorgfalt wandelt, nicht als Unweise, sondern als Weise;

16 und kauft die Zeit aus, denn die Tage sind böse.

17 Darum seid nicht unverständig, sondern seid verständig, was der Wille des Herrn ist!

18 Und berauscht euch nicht mit Wein, was Ausschweifung ist, sondern werdet voll Geistes;

19 redet zueinander mit Psalmen und Lobgesängen und geistlichen Liedern; singt und spielt dem Herrn in eurem Herzen;

20 sagt allezeit Gott, dem Vater, Dank für alles, in dem Namen unseres Herrn Jesus Christus;

21 ordnet euch einander unter in der Furcht Gottes!

Mann und Frau in Gottes Lebensordnung. Christus und die Gemeinde

22 Ihr Frauen, ordnet euch euren eigenen Männern unter als dem Herrn;

23 denn der Mann ist das Haupt der Frau, wie auch der Christus das Haupt der Gemeinde ist; und er ist der Retter[c] des Leibes.

24 Wie nun die Gemeinde sich dem Christus unterordnet, so auch die Frauen ihren eigenen Männern in allem.

25 Ihr Männer, liebt eure Frauen, gleichwie auch der Christus die Gemeinde geliebt hat und sich selbst für sie hingegeben hat,

26 damit er sie heilige, nachdem er sie gereinigt hat durch das Wasserbad im Wort,

27 damit er sie sich selbst darstelle als eine Gemeinde, die herrlich sei, sodass sie weder Flecken noch Runzeln noch etwas Ähnliches habe, sondern dass sie heilig und tadellos sei.

28 Ebenso sind die Männer verpflichtet, ihre eigenen Frauen zu lieben wie ihre eigenen Leiber; wer seine Frau liebt, der liebt sich selbst.

29 Denn niemand hat je sein eigenes Fleisch gehasst, sondern er nährt und pflegt es, gleichwie der Herr die Gemeinde.

30 Denn wir sind Glieder seines Leibes, von seinem Fleisch und von seinem Gebein.

31 »Deshalb wird ein Mann seinen Vater und seine Mutter verlassen und seiner Frau anhängen[d], und die zwei werden ein Fleisch sein«.[e]

32 Dieses Geheimnis ist groß; ich aber deute es auf Christus und auf die Gemeinde.

33 Doch auch ihr — jeder von euch liebe seine Frau so wie sich selbst; die Frau aber erweise dem Mann Ehrfurcht[f]!

Footnotes

  1. (5,11) Andere Übersetzung: bringt sie ans Licht / straft sie.
  2. (5,14) od. dir aufleuchten.
  3. (5,23) od. Erhalter.
  4. (5,31) d.h. sich mit ihr fest und unauflöslich verbinden.
  5. (5,31) 1Mo 2,24.
  6. (5,33) w. fürchte den Mann; hier im Sinn von Achtung und Ehrfurcht gebraucht.

Soyez donc les imitateurs de Dieu, puisque vous êtes ses enfants bien-aimés, et vivez dans l'amour en suivant l'exemple de Christ, qui nous a aimés et qui s'est donné lui-même pour nous comme une offrande et un sacrifice dont l’odeur est agréable à Dieu.

Que l’immoralité sexuelle, l’impureté sous toutes ses formes ou la soif de posséder ne soient même pas mentionnées parmi vous, comme il convient à des saints. Qu’on n’entende pas de paroles grossières, de propos stupides ou équivoques – c’est inconvenant – mais plutôt des paroles de reconnaissance. Vous le savez bien en effet, aucun être immoral, impur ou toujours désireux de posséder plus – c’est-à-dire idolâtre – n'a d'héritage dans le royaume de Christ et de Dieu.

Que personne ne vous trompe par des paroles sans fondement, car c'est pour cela que la colère de Dieu vient sur les hommes rebelles. N'ayez donc aucune part avec eux, car si autrefois vous étiez ténèbres, maintenant vous êtes lumière dans le Seigneur. Conduisez-vous comme des enfants de lumière! Le fruit de l’Esprit consiste en effet dans toute forme de bonté, de justice et de vérité. 10 Discernez ce qui est agréable au Seigneur 11 et ne participez pas aux œuvres stériles des ténèbres, mais démasquez-les plutôt. 12 En effet, ce que ces hommes font en secret, il est même honteux d’en parler; 13 mais tout ce qui est démasqué par la lumière apparaît clairement, car tout ce qui apparaît ainsi est lumière. 14 C'est pourquoi il est dit: «Réveille-toi, toi qui dors, relève-toi d'entre les morts, et Christ t'éclairera.»

15 Faites donc bien attention à la façon dont vous vous conduisez: ne vous comportez pas comme des fous, mais comme des sages: 16 rachetez le temps, car les jours sont mauvais[a]. 17 C'est pourquoi ne soyez pas stupides, mais comprenez quelle est la volonté du Seigneur.

Les relations mutuelles

18 Ne vous enivrez pas de vin: cela mène à la débauche. Soyez au contraire remplis de l'Esprit: 19 dites-vous des psaumes, des hymnes et des cantiques spirituels; chantez et célébrez de tout votre cœur les louanges du Seigneur; 20 remerciez constamment Dieu le Père pour tout, au nom de notre Seigneur Jésus-Christ; 21 soumettez-vous les uns aux autres dans la crainte de Dieu.

22 Femmes, [soumettez-vous] à votre mari comme au Seigneur, 23 car le mari est le chef de la femme, comme Christ est le chef de l'Eglise qui est son corps et dont il est le Sauveur. 24 Mais tout comme l'Eglise se soumet à Christ, que les femmes aussi se soumettent en tout à leur mari.

25 Maris, aimez votre femme comme Christ a aimé l'Eglise. Il s'est donné lui-même pour elle 26 afin de la conduire à la sainteté après l'avoir purifiée et lavée par l'eau de la parole, 27 pour faire paraître devant lui cette Eglise glorieuse, sans tache, ni ride, ni rien de semblable, mais sainte et irréprochable. 28 C'est ainsi que les maris doivent aimer leur femme comme leur propre corps. Celui qui aime sa femme s'aime lui-même. 29 En effet, jamais personne n'a détesté son propre corps. Au contraire, il le nourrit et en prend soin, tout comme le Seigneur le fait pour l'Eglise 30 parce que nous sommes les membres de son corps, [formés de sa chair et de ses os]. 31 C'est pourquoi l'homme quittera son père et sa mère, s'attachera à sa femme, et les deux ne feront qu’un.[b] 32 Ce mystère est grand, et je dis cela par rapport à Christ et à l'Eglise. 33 Du reste, que chacun de vous aime sa femme comme lui-même et que la femme respecte son mari.

Footnotes

  1. Éphésiens 5:16 Car… mauvais: citation d’Amos 5.13 (même texte en Michée 2.3).
  2. Éphésiens 5:31 C’est pourquoi… qu’un: citation de Genèse 2.24.

Be ye therefore followers of God, as dear children;

And walk in love, as Christ also hath loved us, and hath given himself for us an offering and a sacrifice to God for a sweetsmelling savour.

But fornication, and all uncleanness, or covetousness, let it not be once named among you, as becometh saints;

Neither filthiness, nor foolish talking, nor jesting, which are not convenient: but rather giving of thanks.

For this ye know, that no whoremonger, nor unclean person, nor covetous man, who is an idolater, hath any inheritance in the kingdom of Christ and of God.

Let no man deceive you with vain words: for because of these things cometh the wrath of God upon the children of disobedience.

Be not ye therefore partakers with them.

For ye were sometimes darkness, but now are ye light in the Lord: walk as children of light:

(For the fruit of the Spirit is in all goodness and righteousness and truth;)

10 Proving what is acceptable unto the Lord.

11 And have no fellowship with the unfruitful works of darkness, but rather reprove them.

12 For it is a shame even to speak of those things which are done of them in secret.

13 But all things that are reproved are made manifest by the light: for whatsoever doth make manifest is light.

14 Wherefore he saith, Awake thou that sleepest, and arise from the dead, and Christ shall give thee light.

15 See then that ye walk circumspectly, not as fools, but as wise,

16 Redeeming the time, because the days are evil.

17 Wherefore be ye not unwise, but understanding what the will of the Lord is.

18 And be not drunk with wine, wherein is excess; but be filled with the Spirit;

19 Speaking to yourselves in psalms and hymns and spiritual songs, singing and making melody in your heart to the Lord;

20 Giving thanks always for all things unto God and the Father in the name of our Lord Jesus Christ;

21 Submitting yourselves one to another in the fear of God.

22 Wives, submit yourselves unto your own husbands, as unto the Lord.

23 For the husband is the head of the wife, even as Christ is the head of the church: and he is the saviour of the body.

24 Therefore as the church is subject unto Christ, so let the wives be to their own husbands in every thing.

25 Husbands, love your wives, even as Christ also loved the church, and gave himself for it;

26 That he might sanctify and cleanse it with the washing of water by the word,

27 That he might present it to himself a glorious church, not having spot, or wrinkle, or any such thing; but that it should be holy and without blemish.

28 So ought men to love their wives as their own bodies. He that loveth his wife loveth himself.

29 For no man ever yet hated his own flesh; but nourisheth and cherisheth it, even as the Lord the church:

30 For we are members of his body, of his flesh, and of his bones.

31 For this cause shall a man leave his father and mother, and shall be joined unto his wife, and they two shall be one flesh.

32 This is a great mystery: but I speak concerning Christ and the church.

33 Nevertheless let every one of you in particular so love his wife even as himself; and the wife see that she reverence her husband.