Deuteronomium 30
Het Boek
Een belofte van zegen
30 ‘Als al deze dingen over u komen, de zegeningen en vervloekingen die ik heb opgenoemd, zult u tot het juiste inzicht komen terwijl u onder de volken leeft waarheen de Here u heeft verdreven. 2 En als u in die tijd naar de Here, uw God, wilt terugkeren en u en uw kinderen zijn begonnen met heel hun hart de wetten en regels die ik u vandaag geef, te gehoorzamen, 3 dan zal de Here, uw God, u uit uw gevangenschap redden. Hij zal u genade schenken, naar u toekomen en u bijeenbrengen uit alle volken waaronder Hij u heeft verspreid. 4 Ook al zou u zich in de verste uithoeken van het heelal bevinden, Hij zal u vinden en terugbrengen naar het land van uw voorouders. 5 Hij zal ervoor zorgen dat het u goed gaat, nog meer dan uw voorouders, en u in aantal doen toenemen.
6 Hij zal de harten van u, uw kinderen en uw kleinkinderen reinigen, zodat u weer met hart en ziel van de Here, uw God, kunt houden. Zo zal Israël weer tot leven komen! 7,8 Als u terugkeert naar de Here en alle wetten en regels die ik u vandaag geef, gehoorzaamt, zal de Here uw God zijn vervloekingen van u afnemen en deze tegen uw vijanden richten, tegen hen die u haten en vervolgen. 9 De Here, uw God, zal u voorspoed geven bij alles wat u doet. Hij zal u veel kinderen, veel vee en grote oogsten geven, want de Here zal opnieuw vreugde over u hebben, net als over uw voorouders. 10 Hij zal blij met u zijn als u zijn geboden die in dit wetboek zijn geschreven, gehoorzaamt en u met hart en ziel wendt tot de Here, uw God.
11 Want deze geboden zijn niet te moeilijk om nageleefd te worden. 12 Deze wetten zijn niet hoog in de hemel zodat u ze niet kunt zien of horen en er niemand is die ze bij u kan brengen. 13 Ze zijn ook niet aan de overkant van de zee, zo ver weg dat niemand u hun boodschap kan overbrengen. 14 Nee, zij zijn vlakbij—in uw hart en op uw lippen—zodat u ze kunt gehoorzamen.
15 Luister, vandaag heb ik u de keus gegeven tussen leven en dood, geluk en ellende. 16 Ik heb u vandaag opdracht gegeven de Here, uw God, lief te hebben, zijn paden te volgen en zijn wetten na te leven. Dan zult u leven en een groot volk worden. De Here, uw God, zal u en het land dat u in bezit gaat nemen, dan zegenen. 17 Maar als uw hart zich afwendt en u niet wilt luisteren—als u zich laat verleiden andere goden te aanbidden— 18 dan verklaar ik u hier vandaag dat u zeker zult worden vernietigd, u zult geen lang en goed leven hebben in het land aan de overkant van de Jordaan. 19 Hemel en aarde zijn mijn getuigen dat ik u vandaag de keus heb gegeven tussen leven en dood, zegen en vloek. Kies dan toch het leven, zodat u en uw kinderen mogen leven! 20 Kies voor het liefhebben en gehoorzamen van de Here, uw God. Houd u aan Hem vast, want dat is uw leven. Dat verzekert u van een lang leven in het land dat de Here beloofde aan uw voorouders Abraham, Isaak en Jakob.’
5 Moseboken 30
nuBibeln (Swedish Contemporary Bible)
Återvänd till Herren
30 När både välsignelse och förbannelse har kommit dig till del där du bor bland dessa folk dit Herren, din Gud, har fördrivit dig och du kommer till besinning 2 och vill vända tillbaka till Herren, din Gud, och du och dina barn börjar lyssna till honom av hela ditt hjärta och med hela din själ så som jag idag befaller dig, 3 då ska Herren, din Gud, rädda dig ur fångenskapen. Han ska visa barmhärtighet mot dig och samla ihop dig från alla de folk dit han har spritt dig. 4 Även om du befinner dig vid världens ände, ska Herren, din Gud, samla dig och föra dig tillbaka. 5 Han ska föra dig till dina förfäders land. Du ska ta landet i besittning och han ska låta det gå dig väl. Du ska bli fler till antalet än dina förfäder.
6 Herren, din Gud, ska omskära ditt och dina efterkommandes hjärtan, så att du älskar honom av hela ditt hjärta och av hela din själ. Så ska du få leva.
7 Herren, din Gud, ska låta alla dessa förbannelser drabba dina fiender, dem som hatar och förföljer dig. 8 Du ska då åter lyssna till Herren och lyda alla hans bud som jag idag ger dig. 9 Herren, din Gud, ska ge dig framgång i allt du gör och ge dig många barn, mycket boskap och rikliga skördar. Herren ska på nytt glädja sig över dig och ge dig framgång, så som han gladde sig över dina förfäder, 10 om du bara lyssnar till Herren, din Gud, och följer alla de bud och föreskrifter som är skrivna i denna lagbok och vänder om till Herren, din Gud, av hela ditt hjärta och hela din själ.
Ett val mellan liv och död
11 Dessa bud är inte omöjliga för dig att lyda och inte långt borta från dig. 12 De finns inte uppe i himlen, så att du måste fråga: ”Vem ska fara upp till himlen och hämta dem åt oss så att vi kan höra buden och följa dem?” 13 De finns inte heller på andra sidan havet, så att du måste fråga: ”Vem kan fara över havet och hämta dem åt oss så att vi kan höra buden och följa dem?” 14 Nej, ordet är mycket nära dig. Det finns i ditt hjärta och på dina läppar, och därför kan du lyda det.
15 Se! Jag ställer dig idag inför liv och framgång respektive död och undergång. 16 Jag har idag befallt dig att älska Herren, din Gud, att följa hans vägar och hålla hans bud, stadgar och föreskrifter, så att du kan få leva och bli ett stort folk och så att Herren, din Gud, kan välsigna dig och det land du ska ta i besittning. 17 Men om du stänger ditt hjärta och inte vill lyssna och istället låter dig lockas att tillbe andra gudar och tjäna dem, 18 då förklarar jag för er idag att ni kommer att utplånas. Ni kommer inte att få leva länge i det land som du nu ska erövra på andra sidan Jordan.
19 Jag tar himmel och jord till vittnen på att jag idag har låtit dig välja mellan liv och död, välsignelse och förbannelse. Välj livet, så att du och dina efterkommande får leva! 20 Älska Herren, din Gud, lyd honom och håll dig till honom, så ska han ge dig liv och låta dig få bo länge i det land som Herren med ed lovade ge till dina förfäder Abraham, Isak och Jakob.
Deuteronomium 30
BasisBijbel
De belangrijkste beslissing
30 Vandaag heb ik jullie de keus gegeven tussen de zegen en de vervloeking. Als jullie getroffen worden door al deze rampen, en als jullie bij de volken leven waar de Heer God jullie naartoe heeft gejaagd, denk dan weer aan deze woorden. 2 Ga terug naar jullie Heer God. Luister weer naar Hem. Doe met je hele hart en je hele ziel alles wat ik jullie vandaag heb bevolen. 3 Dan zal jullie Heer God medelijden met jullie hebben. Hij zal verandering brengen in jullie lot. Hij zal jullie weer verzamelen uit de volken waarheen Hij jullie had weggejaagd. 4 Al waren jullie verjaagd naar het andere eind van de aarde, jullie Heer God zal jullie daar weer ophalen. 5 Hij zal jullie terugbrengen naar het land van jullie voorouders. Dat land zal weer van jullie zijn en Hij zal goed voor jullie zijn. Hij zal jullie tot een groter volk maken dan in de tijd van jullie voorouders. 6 En jullie Heer God zal ervoor zorgen dat jullie en jullie familie ná jullie met hart en ziel van Hem zullen houden. Dan zal het goed met jullie gaan. 7 Maar de vijanden door wie jullie zo slecht behandeld zijn, zullen gestraft worden. Hij zal hen straffen met alle vervloekingen. 8 Maar dan moeten jullie wel teruggaan naar de Heer en je weer aan al zijn wetten houden die ik jullie vandaag geef. 9 Dan zal de Heer God jullie weer in overvloed zegenen bij alles wat jullie doen. Hij zal jullie kinderen, de jonge dieren van jullie vee en de oogsten van het land zegenen. Want de Heer zal weer bij jullie terugkomen. Hij zal weer blij met jullie zijn en goed voor jullie zijn, zoals Hij blij was met jullie voorvaders Abraham, Izaäk en Jakob. 10 Maar dan moeten jullie wel weer naar Hem luisteren. Jullie moeten gehoorzamen aan zijn wetten en leefregels die in dit wetboek staan. Jullie moeten naar Hem teruggaan en Hem met je hele hart en je hele ziel willen gehoorzamen.
11 Het bevel dat ik jullie vandaag geef, is niet te moeilijk. En het is niet onhaalbaar. 12 Het is niet iets wat ver weg in de hemel is. Jullie hoeven dus niet te zeggen: 'Wie zal omhoog gaan naar de hemel om het voor ons te halen en het ons te vertellen? Want dan kunnen we het pas doen.' 13 En het is niet helemaal aan de overkant van de zee. Jullie hoeven dus niet te zeggen: 'Wie zal oversteken naar de overkant van de zee om het voor ons te halen zodat we het kunnen horen? Want dan kunnen we het pas doen.' 14 Maar deze woorden zijn heel dicht bij jullie. Want ze zijn in jullie mond en in jullie hart. Daarom kunnen jullie het doen.
15 Kijk, ik laat jullie vandaag het leven en het goede zien. Maar ook de dood en het kwaad. 16 Vandaag zeg ik jullie: houd van jullie Heer God, leef zoals Hij het wil en houd je aan zijn wetten en leefregels. Dan zal het goed met jullie gaan en zullen jullie een groot volk worden. Dan zal de Heer God jullie zegenen in het land dat jullie gaan veroveren. 17 Maar als jullie de Heer God verlaten, niet meer naar Hem luisteren en je niet meer door Hem laten leiden, maar andere goden gaan aanbidden en dienen, 18 dan zeg ik jullie vandaag dat het slecht met jullie zal aflopen. Jullie zullen niet lang leven in het land dat jullie na het oversteken van de Jordaan gaan veroveren. 19 Vandaag horen de hemel en de aarde wat ik tegen jullie zeg. Zij zijn mijn getuigen. Ik laat jullie kiezen tussen het leven en de dood, de zegen en de vervloeking. Kies alsjeblieft het leven, zodat jullie zullen leven, en jullie familie ná jullie ook. 20 Kies het leven door van jullie Heer God te houden, naar Hem te luisteren en Hem trouw te zijn. Want Hij is jullie leven. Dan zal Hij jullie een lang leven geven. En jullie zullen blijven wonen in het land waarvan de Heer aan Abraham, Izaäk en Jakob heeft gezworen dat Hij het hun zou geven."
5 Mosebok 30
Svenska 1917
30 Om du nu, när allt detta kommer över dig -- välsignelsen och förbannelsen som jag har förelagt dig -- om du lägger detta på hjärtat bland alla de folk till vilka HERREN, din Gud, då har drivit dig bort,
2 och du så vänder åter till HERREN, din Gud, och hör hans röst, du med dina barn, av allt ditt hjärta och av all din själ, i alla stycken såsom jag i dag bjuder dig,
3 då skall HERREN, din Gud, åter upprätta dig och förbarma sig över dig; HERREN, din Gud, skall då åter församla dig från alla folk bland vilka han har förstrött dig.
4 Om ock dina fördrivna vore vid himmelens ända, skulle HERREN, din Gud, församla dig därifrån och hämta dig därifrån.
5 Och HERREN, din Gud, skall låta dig komma in i det land som dina fäder hava haft till besittning; och du skall taga det i besittning, och han skall göra dig gott och skall föröka dig mer än han har gjort med dina fäder.
6 Och HERREN, din Gud. skall omskära ditt hjärta och dina efterkommandes hjärtan, så att du skall älska HERREN, din Gud, av allt ditt hjärta och av all din själ, för att du må leva.
7 Och HERREN, din Gud, skall lägga alla dessa förbannelser på dina fiender och på dem som hata och förfölja dig.
8 Och du skall åter höra HERRENS röst och göra efter alla hans bud, som jag i dag giver dig.
9 Och HERREN, din Gud, skall giva dig överflöd och lycka i alla dina händers verk, i ditt livs frukt och i din boskaps frukt och i din marks frukt. Ty såsom HERREN fröjdade sig över dina fäder, skall han då åter fröjda sig över dig och göra dig gott,
10 när du hör HERRENS, din Guds, röst, så att du håller hans bud och stadgar, det som är skrivet i denna lagbok, och när du vänder åter till HERREN, din Gud, av allt ditt hjärta och av all din själ.
11 Ty det bud som jag i dag giver dig är dig icke för svårt och är icke långt borta.
12 Det är icke i himmelen, så att du skulle behöva säga: »Vem vill för oss fara upp till himmelen och hämta det åt oss och låta oss höra det, så att vi kunna göra därefter?»
13 Det är icke heller på andra sidan havet, så att du skulle behöva säga: »Vem vill för oss fara över till andra sidan havet och hämta det åt oss och låta oss höra det, så att vi kunna göra därefter?»
14 Nej, ordet är dig mycket nära, i din mun och i ditt hjärta, så att du kan göra därefter.
15 Se, jag förelägger dig i dag livet och vad gott är, döden och vad ont är,
16 då jag nu i dag bjuder dig att älska HERREN, din Gud, att vandra på hans vägar och hålla hans bud och stadgar och rätter, för att du må leva och föröka dig, och för att HERREN, din Gud, må välsigna dig i det land dit du nu kommer, för att taga det i besittning.
17 Men om ditt hjärta vänder sig bort och du icke vill höra, om du låter förföra dig, så att du tillbeder andra gudar och tjänar dem,
18 så förkunnar jag eder i dag att I förvisso skolen förgås. I skolen då icke länge leva i det land dit du nu drager över Jordan, för att komma och taga det i besittning.
19 Jag tager i dag himmel och jord till vittnen mot eder, att jag har förelagt dig liv och död, välsignelse och förbannelse, Så må du då välja livet, för att du och dina efterkommande mån leva,
20 i det att du älskar HERREN, din Gud, och hör hans röst och håller dig till honom; ty detta betyder för dig liv och lång levnad, så att du får bo i det land som HERREN med ed har lovat dina fäder, Abraham, Isak och Jakob, att giva dem.
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.
Swedish Contemporary Bible (nuBibeln) Copyright © 2015 by Biblica, Inc.® Used by permission. All rights reserved worldwide.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016