Add parallel Print Page Options

16 Ze maakten Hem jaloers door andere goden te gaan aanbidden.
Ze maakten Hem woedend met hun godenbeelden.

Read full chapter

21 Ze maken Mij jaloers door dingen te aanbidden die geen goden zijn.
Ze maken Mij kwaad met hun godenbeelden.
Daarom zal Ik hén jaloers maken door een volk dat niet eens een volk is.
Ik zal hén kwaad maken door een volk dat Mij niet kent.

Read full chapter