尼布甲尼撒的第二个梦

尼布甲尼撒王传谕天下各族、各邦、各语种的人:“愿你们大享平安! 我乐意向你们述说至高的上帝对我所行的神迹奇事。

“祂的神迹何其伟大!
祂的奇事何其可畏!
祂的国度永远长存,
祂的统治直到万代。

“我尼布甲尼撒安居在家,在宫中享受荣华。 但我做了一个梦,令我害怕。我躺在床上的时候,脑中出现的情景和异象使我恐惧。 我便召巴比伦所有的智者来为我解梦。 术士、巫师、占星家和占卜者都来了,我将梦告诉他们,他们却不能给我解梦。 最后但以理来到我面前,他又名伯提沙撒——取自我神明的名,他有圣洁神明的灵。我将梦告诉他,说, ‘术士的首领伯提沙撒啊,我知道你有圣洁神明的灵,任何奥秘都难不倒你。请你为我解释我梦中所见的异象。

10 “‘以下是我躺在床上时脑中出现的异象:我看见大地中央有棵非常高大的树。 11 这树长得苍劲有力,高可参天,从地极都能看见。 12 它的叶子美丽,果实累累,可作众生的食物。野兽在它的荫下躺卧,飞鸟在它的枝头栖息,一切生灵都从它那里得到食物。

13 “‘我躺在床上时脑中出现了异象,我看见一位圣洁的守望者从天而降。 14 他大声说,砍倒那棵树,削掉它的枝子,剥光它的叶子,抛散它的果子,使野兽逃离树下,飞鸟离开枝头。 15 但把树丕留在地里,用铁环和铜环箍住他留在野地的青草中,让他被天上的露水浸湿,与野兽一起吃草。 16 要改变他的人心,给他一个兽心,达七年之久。 17 这是守望者的命令,是圣者的决定,要让众生知道至高者主宰世上万国,祂要把国赐给谁就赐给谁,即使是最卑微的人。’

18 “这就是我尼布甲尼撒王所做的梦。伯提沙撒啊,你要为我解梦,因为我国中所有的智者都不能为我解梦。但是你能,因为你有圣洁神明的灵。”

但以理解梦

19 但以理,又名伯提沙撒,一时非常惊讶,惶恐不安。王说:“伯提沙撒啊,不要因为这梦和梦的意思而惶恐不安。”伯提沙撒回答说:“我主啊,愿这梦发生在恨你的人身上,梦的意思应验在你的仇敌身上。 20 你梦见的树苍劲有力,高可参天,从地极都能看见。 21 它的叶子美丽,果实累累,可作众生的食物。野兽住在它的荫下,飞鸟宿在它的枝头。 22 王啊,这苍劲有力的树就是你,你的威名高达穹苍,你的权柄延至地极。 23 王看见圣洁的守望者从天而降,说,‘将这树砍倒、毁灭,但把树丕用铁环和铜环箍住留在野地的青草中,让他被天上的露水浸湿,与野兽一起吃草,达七年之久。’

24 “王啊,以下是梦的意思,是至高者裁定要临到我主我王的事: 25 你必从人群中被赶走,与野兽同住,像牛一样吃草,被天上的露水浸湿,达七年之久,直到你知道至高者主宰世上万国,祂要把国赐给谁就赐给谁。 26 守望者命令留下树丕,表示等到你承认上天掌权后,你将重掌国权。 27 王啊,请接受我的劝谏,你要秉公行义,以断绝罪恶;怜悯穷人,以除掉罪过。这样,你的国运也许可以延续。”

梦兆应验

28 这一切事果然发生在尼布甲尼撒王身上。 29 十二个月后,他在巴比伦王宫的屋顶散步时, 30 说:“这宏伟的巴比伦岂不是我用大能建立为京都,以显我的威严和荣耀吗?” 31 话未说完,天上就有声音说:“尼布甲尼撒王啊,你听着,你已失去王权。 32 你必从人群中被赶走,与野兽同住,像牛一样吃草,达七年之久,直到你知道至高者主宰世上万国,祂要把国赐给谁就赐给谁。” 33 这话立刻应验在尼布甲尼撒身上。他从人群中被赶走,像牛一样吃草,身体被天上的露水浸湿,直到他的头发长如鹰毛,指甲长如鸟爪。

34 “七年后,我尼布甲尼撒举目望天,恢复了神智,便称颂至高者,赞美、尊崇永活者。

“祂的统治永无穷尽,
祂的国度直到万代。
35 世人都微不足道,
祂在天军和世人中独行其道,
无人能拦阻祂的手,
或质问祂的作为。

36 “那时,我恢复了神智,也恢复了我的威严和荣耀,重现我国度的辉煌。我的谋士和大臣都来朝见我,我重掌国权,势力比以前更大。 37 现在我尼布甲尼撒颂赞、尊崇、敬奉天上的王,因为祂的作为公正,祂行事公平,能够贬抑行为骄傲的人。”

Nebukadnezars tweede droom

Proclamatie van koning Nebukadnezar aan alle volken van alle talen ter wereld:

Ik wens u vrede toe! Het is mijn uitdrukkelijke wil u allemaal op de hoogte te brengen van de wonderen die God, de Allerhoogste, mij heeft laten meemaken. Wat een grote wonderen en machtige daden verricht Hij! Zijn koningschap is onvergankelijk en Hij regeert over alle generaties. Ik, Nebukadnezar, leefde in rust en goede welstand in mijn paleis. Maar op zekere nacht had ik een vreselijke droom. Voor mijn geestesoog zag ik dingen die mij verschrikten. Ik ontbood alle wijze mannen uit Babel om mij de betekenis van de droom te vertellen. Alle geleerden, bezweerders, astrologen en waarzeggers kwamen en ik vertelde hun mijn droom, maar zij konden hem niet verklaren. Ten slotte kwam Daniël naar mij toe, de man die ik, net als mijn god, Beltsazar heb genoemd. In hem woont de geest van de heilige goden. Ik vertelde hem mijn droom. ‘Beltsazar, meester-geleerde,’ zei ik. ‘Ik weet dat de geest van heilige goden in u woont en dat geen enkel geheim voor u verborgen blijft. Leg mij uit wat deze droom van mij betekent. 10,11 Ik zag in mijn droom een bijzonder hoge boom midden op een veld staan. Zijn sterke takken reikten tot de hemel en hij was tot in alle hoeken der aarde te zien. 12 Hij had prachtige bladeren en de takken bogen door onder het gewicht van de vruchten. Er was genoeg fruit voor iedereen. Alle dieren rustten uit in zijn schaduw en de vogels nestelden in zijn takken. De hele wereld werd door hem gevoed. 13 Toen zag ik in mijn droom een wachter, een heilige engel, uit de hemel neerdalen. 14 Hij riep: “Hak de boom om, kap zijn takken, haal het loof eraf en gooi zijn vruchten weg. Laten de dieren onder hem wegvluchten en de vogels van zijn takken opvliegen. 15 Maar laat zijn wortelstronk in de aarde zitten, bijeengehouden door banden van ijzer en koper en omringd door fris groen gras. Laat de dauw uit de hemel hem bevochtigen en laat hem gras eten met de dieren. 16 Laat hem zeven jaar lang de geest van een dier hebben in plaats van die van een mens. 17 Want zo hebben de wachters het bepaald, zo luidt het besluit van de heiligen. De bedoeling van dit besluit is dat alle mensen zullen inzien dat de Allerhoogste alle koninkrijken ter wereld in zijn macht heeft en deze geeft aan wie Hij wil, zelfs aan de onaanzienlijkste onder de mensen!”

18 Welnu, Beltsazar, dit was mijn droom. Vertel mij nu wat hij betekende, want alle wijzen uit mijn rijk moesten mij het antwoord schuldig blijven. Maar u kunt het wel, want de geest van heilige goden woont in u.’

19 Daniël, bijgenaamd Beltsazar, was voor een moment hevig van streek. Zijn gedachten verontrustten hem. De koning zei: ‘Beltsazar, wees niet bang mij te vertellen wat de droom betekent.’ Beltsazar antwoordde: ‘Majesteit, werden uw vijanden maar getroffen door de komende gebeurtenissen uit deze droom en niet u! 20 Eerst wat die boom betreft: u zag dat hij hoog en sterk was en dat zijn kruin tot de hemel reikte en dat hij over de hele wereld te zien was. 21 U zag dat hij frisse groene bladeren had en zwaarbeladen was met genoeg fruit voor alle mensen. Er lagen ook dieren in zijn schaduw en vogels nestelden in zijn takken. 22 Welnu, majesteit, die boom bent u! Want u bent groot en sterk geworden. Uw grootheid is uitgegroeid tot de hemel en uw heerschappij strekt zich uit tot de einden der aarde. 23 Daarna zag u een engel van God uit de hemel neerdalen en u hoorde hem zeggen: “Hak de boom om en vernietig hem, maar laat zijn wortelstronk in de aarde zitten, bijeengehouden door banden van ijzer en koper en omringd door fris groen gras. Laat de dauw uit de hemel hem bevochtigen en laat hem gras eten met de dieren, zeven jaar lang.”

24 Ik zal het u uitleggen, majesteit. De Allerhoogste heeft dít over u besloten: 25 de samenleving zal u uit haar midden verstoten en u zult in de velden leven als een dier. U zult gras eten als een koe en nat worden van de dauw uit de hemel. Zeven jaar lang zal uw leven er zo uitzien, tot u erkent dat de Allerhoogste alle koninkrijken in zijn macht heeft en die geeft aan wie Hij wil. 26 Uit de woorden van uw droom blijkt echter dat de wortelstronk in de aarde zal blijven staan! Dit betekent dat u uw koningschap blijvend terugkrijgt op het moment waarop u erkent dat de hemel de macht heeft. 27 Majesteit, luister daarom naar mijn advies. Maak een einde aan het onrecht en de zonde in uw leven en wees rechtvaardig. Heb medelijden met de armen. Misschien zal God u dan nog langer voorspoed geven.’

28 Al deze dingen zijn koning Nebukadnezar echter toch overkomen. 29 Twaalf maanden na deze droom maakte hij een wandeling over het platte dak van zijn paleis in Babel. 30 ‘Kijk,’ zei hij, ‘is dit niet het grote Babel dat ik met mijn eigen grote kracht en tot mijn eer tot koninklijke residentie en hoofdstad van mijn rijk heb gemaakt?’ 31 Nauwelijks was hij uitgesproken of er klonk een stem uit de hemel: ‘Koning Nebukadnezar, u wordt meegedeeld dat u niet langer zult regeren over dit rijk. 32 U zult uit de samenleving worden verstoten en wonen bij de dieren in het veld. U zult gras eten als een koe, zeven jaar lang, tot u eindelijk erkent dat alle aardse koninkrijken het eigendom zijn van God, de Allerhoogste, en dat Hij die geeft aan wie Hij wil.’ 33 Op hetzelfde ogenblik werden deze woorden bewaarheid. Hij werd verstoten en at gras als de koeien en zijn lichaam werd nat van de dauw. Zijn haren werden zo lang als arendsveren en zijn nagels als vogelklauwen.

34 Na verloop van zeven jaar keek Nebukadnezar omhoog naar de hemel en zijn verstand keerde terug. Toen prees en aanbad hij de Allerhoogste en bewees Hem, de eeuwig Levende, eer. ‘Want,’ zei hij, ‘Hij heerst tot in eeuwigheid en zijn koningschap houdt voor altijd stand. 35 Alle bewoners van deze aarde zijn niets vergeleken bij Hem. Hij doet wat Hij het beste vindt met de hemelse legers en met de mensen op aarde. Niemand kan Hem tegenhouden of ter verantwoording roepen en vragen: “Wat is uw bedoeling met alles wat U doet?”

36 Toen ik mijn verstand terugkreeg, kwamen ook mijn roemruchte koningschap, majesteit en luister terug. Mijn raadsheren en functionarissen zochten mij weer op en ik kreeg mijn positie als hoofd van het rijk terug onder nog grotere eerbewijzen dan vroeger. 37 Nu prijs en loof en verheerlijk ik, Nebukadnezar, de Koning van de Hemel. Hij is oprecht en leidt ons op juiste en goede wegen. Hij bezit de macht hoogmoedigen te vernederen!’