Daniël 2
BasisBijbel
De droom van koning Nebukadnezar
2 Toen Nebukadnezar twee jaar koning was, had hij een droom die hem heel onrustig maakte. Hij kon er niet meer van slapen. 2 Daarom liet hij de geleerden, waarzeggers, tovenaars en wijzen roepen. Hij wilde dat ze hem zouden vertellen wat hij gedroomd had. Ze kwamen voor de koning staan. 3 De koning vertelde hun: "Ik heb een droom gehad. Ik ben er helemaal onrustig van geworden en daarom wil ik weten wat ik gedroomd heb." 4 Ze antwoordden hem: "Mijn heer de koning, leef in eeuwigheid! Vertel ons uw droom, dan zullen we u uitleggen wat hij betekent." 5 De koning antwoordde: "Ik heb besloten dat júllie mij moeten vertellen wat ik heb gedroomd. Daarna moeten jullie de droom uitleggen. Als jullie mij niet vertellen wat ik heb gedroomd en wat de droom betekent, zal ik jullie in stukken laten hakken en jullie huizen laten verwoesten. 6 Maar als jullie mij vertellen wat ik heb gedroomd en wat het betekent, zal ik jullie een grote beloning geven. Ik zal jullie geschenken en grote eer geven. Vertel mij dus wat ik heb gedroomd en wat het betekent."
7 Toen antwoordden zij hem opnieuw: "Mijn heer de koning, vertel ons wat u heeft gedroomd. Dán zullen wij uitleggen wat de droom betekent." 8 Maar de koning zei: "Ik zie wel dat jullie proberen tijd te winnen. Want jullie zien dat mijn besluit vaststaat. 9 Als jullie mij niet mijn droom vertellen, zullen jullie allemaal dezelfde straf krijgen. Daarom bedriegen jullie mij. Jullie hebben met elkaar afgesproken daarmee tijd te winnen, totdat ik van gedachten verander. Maar júllie moeten mij de droom vertellen. Dan weet ik zeker dat jullie hem ook kunnen uitleggen." 10 Ze antwoordden: "Geen mens op aarde kan doen wat u heeft gevraagd, mijn heer de koning. Daarom heeft ook geen enkele koning, hoe groot en machtig hij ook was, ooit zoiets van een geleerde of tovenaar, waarzegger of wijze gevraagd. 11 Wat u vraagt is te moeilijk, mijn heer de koning. Niemand kan u dat vertellen. Alleen de goden kunnen het u vertellen, maar zij zijn niet bij de mensen." 12 Toen werd de koning woedend. Hij gaf het bevel alle wijze mannen van Babel te doden. 13 De wet werd bekend gemaakt en men begon de wijze mannen te doden. Ook Daniël en zijn vrienden werden gezocht en hun leven kwam in gevaar.
Daniël bidt om de droom van de koning
14 Arioch, de aanvoerder van de lijfwacht van de koning, had de opdracht gekregen om alle wijze mannen van Babel te doden. Daniël ging naar hem toe en dacht goed na wat hij moest zeggen. 15 Hij vroeg hem: "Waarom heeft de koning plotseling dit verschrikkelijke bevel gegeven?" Arioch vertelde hem wat er was gebeurd.
16 Toen ging Daniël naar de koning. Hij vroeg de koning of hij hem de tijd wilde geven om hem zijn droom uit te leggen. 17 Daarna ging hij naar huis en vertelde alles aan zijn vrienden Hananja, Misaël en Azarja. 18 Hij vroeg hun ook om te bidden of God medelijden met hen zou willen hebben en aan Daniël de droom en de betekenis ervan te vertellen. Want dan zouden Daniël en zijn vrienden en de rest van de wijze mannen niet gedood worden.
19 Toen droomde Daniël 's nachts de droom die de koning had gehad. En God vertelde hem ook wat hij betekende. 20 Daniël dankte de God van de hemel en zei: "Ik prijs onze Heer God! Hij is het waard om voor eeuwig geprezen te worden. Want Hij heeft alle wijsheid en alle macht. 21 Want Hij is het die de geschiedenis bepaalt. Hij onttroont koningen en stelt koningen aan. Hij geeft wijsheid aan wijze mensen en verstand aan verstandige mensen. 22 Hij laat dingen zien die tot dan toe verborgen waren. Hij weet wat er in het donker verborgen is, want bij Hem is alles licht. 23 God van mijn voorouders, ik prijs U omdat U mij wijsheid en kennis heeft gegeven. U heeft mij gegeven waar wij U om gebeden hadden. Want U heeft ons alles verteld over de droom van de koning."
Daniël vertelt de droom aan de koning
24 De volgende dag ging Daniël naar Arioch, aan wie de koning het bevel had gegeven alle wijze mannen van Babel te doden. Hij zei tegen hem: "Stop met het doden van de wijze mannen van Babel! Breng me naar de koning. Dan zal ik hem uitleggen wat hij heeft gedroomd." 25 Arioch bracht Daniël haastig naar de koning. Hij zei tegen de koning: "Bij de mensen die gevangen uit Juda meegenomen zijn, heb ik iemand gevonden die u kan uitleggen wat u heeft gedroomd." 26 De koning zei tegen Daniël (die Beltsazar werd genoemd): "Kun jij me inderdaad vertellen wat ik heb gedroomd, en het ook uitleggen?" 27 Daniël antwoordde hem: "Mijn heer de koning, wat u vraagt, is onmogelijk voor mensen. Geen wijze, tovenaar, geleerde of waarzegger zal u kunnen vertellen wat u heeft gedroomd. 28 Maar er is een God in de hemel die verborgen dingen bekend maakt. Hij laat u, koning Nebukadnezar, weten wat er in de verre toekomst gaat gebeuren. 29 Mijn heer de koning, u lag in uw bed na te denken over de toekomst. Toen gaf God u een droom. De toekomst is verborgen voor de mensen. Maar God heeft u laten weten wat er in de toekomst gaat gebeuren. 30 Ook aan mij heeft God die verborgen dingen verteld. Ik weet het niet omdat ik wijzer zou zijn dan elk ander mens, maar omdat God het mij heeft verteld. Hij wil dat u weet wat u gedroomd heeft en wat die droom betekent.
31 Mijn heer de koning, u zag plotseling in uw droom een enorm groot beeld. Het was heel hoog en zag er schitterend uit. Het stond vlak vóór u en zag er heel indrukwekkend uit. 32 Het hoofd van het beeld was van zuiver goud, zijn borst en armen waren van zilver, zijn buik en zijden waren van koper, 33 zijn heupen en bovenbenen waren van ijzer en zijn onderbenen en voeten van een mengsel van ijzer en klei. 34 Terwijl u keek, werd er een steen losgehakt, zonder dat een mens dat deed. De steen rolde naar beneden en raakte de voeten van het beeld. Hij verbrijzelde de voeten die van ijzer en klei waren. 35 Onmiddellijk viel het beeld helemaal uit elkaar: het ijzer, de klei, het koper, het zilver en het goud vielen helemaal tot stof uit elkaar. Het stof werd door de wind weggeblazen. Al gauw was er niets meer van te vinden. Maar de steen die het beeld had geraakt, werd groter en groter. Hij werd zo groot als een berg die de hele aarde vulde."
De betekenis van de droom
36 Daniël zei: "Dit is de droom. Nu zal ik u vertellen wat hij betekent. 37 Mijn heer de koning, u bent een zeer machtig koning. Want de God van de hemel heeft u het koningschap gegeven en u machtig, sterk en beroemd gemaakt. 38 U heerst over alle mensen, waar zij ook wonen, en over alle wilde dieren en de vogels. U bent dat gouden hoofd. 39 Maar na u zal er een ander koninkrijk ontstaan, dat minder glorieus is dan dat van u.[a] Daarna komt er nóg een rijk, een derde koninkrijk. Dat is het koninkrijk van koper. Het zal over de hele wereld heersen.[b] 40 Het vierde en laatste koninkrijk zal zo hard zijn als ijzer. IJzer kan alles verbrijzelen en verpletteren. Net als ijzer zal dit koninkrijk verbrijzelen en verpletteren.[c] 41 U zag de onderbenen met de tenen die voor een deel van klei en voor een deel van ijzer waren. Dat betekent dat dit laatste koninkrijk verdeeld zal zijn. Maar het zal zo sterk zijn als ijzer. Want u zag dat de benen en voeten van ijzer waren, vermengd met klei. 42 De tenen waren voor een deel van ijzer en voor een deel van klei. De delen van dat koninkrijk zullen voor een deel zo hard zijn als ijzer, maar ook zo zwak zijn als klei. 43 U zag dus dat ijzer vermengd was met klei. Het is een mengsel. Dat betekent dat de afstammelingen van het volk zich niet blijvend zullen mengen met het andere volk. Het mengsel kan niet echt één geheel worden. Net zoals ijzer niet één geheel wordt met klei.[d]
44 Maar in de tijd dat die koningen er zijn, zal de God van de hemel een koninkrijk stichten dat nooit vernietigd zal worden. Het zal nooit door een ander koninkrijk overwonnen worden. Het zal al die koninkrijken verpletteren en er een einde aan maken. Maar zelf zal dat koninkrijk voor eeuwig blijven bestaan.[e] 45 Daarom heeft u dit gezien. Dat koninkrijk zal ontstaan zonder dat een mens dat doet. Net zoals de steen in uw droom werd losgehakt zonder dat een mens dat deed, en het ijzer, het koper, de klei, het zilver en het goud verpletterde. De grote God heeft aan de koning laten weten wat er in de toekomst zal gebeuren. De droom zal werkelijkheid worden. En u kan er op vertrouwen dat dit de betekenis ervan is."
46 Toen knielde koning Nebukadnezar voor Daniël neer en eerde hem. Hij gaf het bevel om een vlees-offer, wierook-offer en wijn-offer te offeren voor Daniël. 47 En hij zei tegen Daniël: "Werkelijk, jouw God is de machtigste God van alle goden en de Heer van alle koningen. Hij is het die verborgen dingen bekend maakt. Daardoor heb je mij dit kunnen vertellen." 48 En de koning gaf Daniël veel kostbare geschenken. Ook maakte hij hem bestuurder van de hele provincie Babel, en hoofd van alle wijze mannen van Babel. 49 Maar Daniël vroeg aan de koning of zijn vrienden Sadrach, Mesach en Abednego in zijn plaats Babel mochten besturen. Zelf bleef hij aan het hof van de koning.
Footnotes
- Daniël 2:39 Het rijk van Medië en Perzië.
- Daniël 2:39 Het rijk van de Grieken onder Alexander de Grote.
- Daniël 2:40 Het Romeinse rijk, dat later in tweeën werd gedeeld: een westelijk en een oostelijk rijk. Dat zijn de twee benen van het beeld.
- Daniël 2:43 Het gedeelte van vers 40 tot 43 is moeilijk te begrijpen. Maar het gaat voor de BasisBijbel te ver om te proberen dit allemaal uit te leggen. Vooral omdat er verschillende meningen bestaan over de juiste vertaling en de juiste betekenis.
- Daniël 2:44 Dit gaat over de heerschappij van Jezus. Zijn Koninkrijk zal uiteindelijk plotseling een einde maken aan alle menselijke koninkrijken. Zijn Koninkrijk zal nooit vernietigd worden.
Daniël 2
Het Boek
De nachtmerrie van Nebukadnezar
2 In zijn tweede regeringsjaar kreeg Nebukadnezar een vreselijke nachtmerrie. Hevig verontrust werd hij wakker en kon de slaap niet meer vatten. 2 Hij ontbood meteen alle geleerden, bezweerders, tovenaars en astrologen. Zij moesten hem zijn droom verklaren. 3 Toen zij allemaal voor hem stonden, zei hij: ‘Ik heb een vreselijke nachtmerrie gehad. Dat maakt mij erg ongerust en daarom wil ik weten wat dat te betekenen heeft.’ 4 Toen antwoordden de astrologen hem: ‘Majesteit, vertel ons uw droom, dan zullen wij u de betekenis ervan uitleggen.’ 5 De koning zei echter: ‘Ik heb besloten dat u mij zowel de droom als zijn uitlegging moet vertellen! Als u dat niet kunt, zal ik u in stukken laten hakken en uw huizen met de grond gelijk laten maken. 6 U krijgt echter prachtige geschenken en ik zal u met eerbewijzen overladen, als u mij zegt hoe mijn droom was en mij zijn betekenis vertelt. Vooruit, steek van wal!’ 7 Maar zij herhaalden: ‘Hoe kunnen wij vertellen wat de betekenis van uw droom is, als u ons niet eerst uw droom vertelt?’ 8,9 De koning barstte uit: ‘Ik heb u wel door! U probeert tijd te winnen. U ziet dat ik vastbesloten ben u terecht te stellen, als u mij de droom niet kunt vertellen. En u hebt afgesproken mij iets op de mouw te spelden in de hoop dat ik de hele zaak na verloop van tijd vergeet! Maar als u mij mijn droom niet kunt vertellen, weet ik zeker dat u die ook niet kunt uitleggen.’ 10 De astrologen antwoordden hun vorst: ‘Geen mens ter wereld kan antwoord geven op de vraag die u stelt! Daarom heeft nog nooit een koning, hoe groot of machtig ook, zoiets aan een geleerde, tovenaar of astroloog gevraagd. 11 U wilt het onmogelijke. Niemand kan u uw droom vertellen, behalve de goden, maar die wonen niet onder de stervelingen.’
12 Toen de koning dit hoorde, werd hij razend en beval alle wijze mannen uit Babel terecht te stellen. 13 Overal werden wijzen opgepakt. Ook Daniël en zijn metgezellen liepen gevaar gearresteerd en gedood te worden. 14,15 Daniël bleef echter kalm en ging verstandig en met overleg te werk. Hij vroeg Arjoch, het hoofd van de koninklijke lijfwacht, die al voorbereidingen trof voor de executies: ‘Waarom is de koning zo kwaad? Wat is er toch aan de hand?’ Arjoch vertelde hem wat er was gebeurd. 16 Daniël ging naar de koning. ‘Geef mij alstublieft wat tijd,’ zei hij, ‘dan zal ik u uw droom uitleggen.’ 17 Daarop ging hij naar huis en vertelde zijn vrienden Hananja, Misaël en Azarja 18 dat zij de God van de hemel moesten smeken medelijden met hen te tonen door hun het geheim van de droom te vertellen. Dan zouden zij en de andere wijzen van Babel niet hoeven te sterven. 19 Die nacht vertelde God aan Daniël het geheim. 20 En Daniël loofde de God van de hemel en zei: ‘Geprezen zij God van eeuwigheid tot eeuwigheid! Want Hij bezit alle wijsheid en kracht. 21 Alle wereldgebeurtenissen liggen in zijn hand. Hij zet koningen af en stelt nieuwe koningen aan. Hij geeft de wijzen hun wijsheid en de geleerden hun inzicht. 22 Hij maakt ondoorgrondelijke en geheime dingen bekend. Hij ziet alle in het duister verborgen zaken, want Hij Zelf is het licht. 23 O God van mijn voorouders, U loof en prijs ik. Want U hebt mij wijsheid en kracht geschonken en op ons verzoek hebt U mij nu de droom van de koning en de uitleg daarvan bekendgemaakt.’
24 Daarna ging Daniël naar Arjoch, die van de koning de opdracht had gekregen de wijzen van Babel ter dood te brengen. Daniël zei: ‘Stel de wijzen niet terecht. Breng mij bij de koning, dan zal ik hem de uitleg van zijn droom geven.’
25 In allerijl bracht Arjoch hem naar de vorst en zei: ‘Majesteit, ik heb een krijgsgevangene uit Juda gevonden die u de uitleg kan geven!’ 26 De koning richtte zich tot Daniël (ook wel Beltsazar genoemd) en zei: ‘Is dat waar? Kunt u mij werkelijk vertellen wat ik heb gedroomd en wat dat betekent?’ 27 Daniël antwoordde: ‘Geen enkele wijze of bezweerder, geleerde of waarzegger kan u een dergelijk geheim vertellen. 28 Maar er is een God in de hemel die geheimen openbaart. Hij heeft u, koning Nebukadnezar, in uw droom bekendgemaakt wat in de toekomst zal gebeuren. Uw droom en de dingen die aan uw geestesoog voorbijtrokken, gingen als volgt. 29 Terwijl u op bed lag, dacht u na over toekomstige gebeurtenissen. Hij die geheimen openbaart, heeft u laten weten wat er te gebeuren staat. 30 Ik ben niet door bovenmenselijke wijsheid achter het geheim van uw droom gekomen, maar alleen omdat God het mij heeft laten zien. Ik moest u de uitleg van uw droom geven en u zo duidelijk maken wat u dwarszit. 31 Majesteit, u zag een reusachtig groot beeld van een mens. Er hing een oogverblindende glans omheen en het stond pal voor u. Het had een afschrikwekkend uiterlijk. 32 Het hoofd van het beeld was gemaakt van het zuiverste goud, zijn borst en armen waren van zilver, zijn buik en dijen waren van koper, 33 zijn benen van ijzer en zijn voeten waren van een mengsel van ijzer en klei. 34 Terwijl u bleef toekijken, raakte zonder toedoen van mensenhanden een steen los van de berghelling. Hij rolde op het beeld af en verpletterde de voeten van ijzer en klei. Hij sloeg ze helemaal aan stukken en verpletterde ook de rest van het beeld. 35 Zo bleef een grote berg ijzer, klei, koper, zilver en goud over. De vermorzelde delen waren zo fijn als het kaf op een dorsvloer in de zomer. De wind blies alles weg, er bleef geen spoor van over. Maar de steen die het beeld had omvergeworpen, groeide uit tot een grote berg die de hele aarde bedekte.
36 Dit was uw droom en nu zal ik u de betekenis ervan uitleggen: 37 majesteit, u bent koning over vele koningen. Dit koningschap, met alle daaraan verbonden gezag en eer, heeft de God van de hemel u gegeven. 38 Hij laat u regeren over de mensen tot in de verste hoeken van de aarde. Ook de wilde dieren en de vogels staan onder uw gezag. U bent dat gouden hoofd. 39 Maar nadat aan uw koninkrijk een einde is gekomen, zal een andere wereldmacht opstaan. Dit rijk zal kleiner zijn dan het uwe. Na de val van dat koninkrijk, zal een derde grote macht, het koper, verrijzen om de wereld te regeren. 40 Daarna komt er een vierde koninkrijk, zo hard als ijzer. Een rijk met een ijzeren kracht dat alles verwoest en verbrijzelt. 41,42 En ten slotte de voeten en tenen die u hebt gezien, gemaakt van een mengsel van ijzer en pottenbakkersklei. Zij verbeelden het daarop volgende rijk, dat echter intern verdeeld zal zijn. Er zal iets van de hardheid van ijzer in zijn, maar andere delen zullen net zo broos zijn als gebakken klei. 43 Dit mengsel van ijzer en klei betekent dat deze rijken proberen machtiger te worden door zich met behulp van huwelijken met elkaar te vermengen. Maar zij zullen niet echt een eenheid worden, want ijzer en klei verbinden zich niet met elkaar. 44 Tijdens de regeringen van die koningen zal de God van de hemel een koninkrijk oprichten dat nooit ten onder zal gaan. Niemand zal het ooit veroveren. Het zal die koninkrijken compleet verbrijzelen, maar zelf tot in eeuwigheid blijven bestaan. 45 Dit is dus de betekenis van de steen die zonder toedoen van mensenhanden losraakte van de berg. Deze steen verpulverde het ijzer, leem, koper, zilver en goud. Zo heeft de grote God u laten zien wat in de toekomst zal gebeuren. En deze uitlegging van uw droom is even waar en betrouwbaar als de droom zelf.’
46 Toen knielde koning Nebukadnezar voor Daniël en boog diep voor hem. Hij beval zijn onderdanen hem offers te brengen en wierook voor hem te branden. 47 ‘Werkelijk, Daniël,’ zei hij, ‘uw God is de God boven alle goden, de heerser over alle koningen. Hij openbaart geheimen en daardoor hebt u dit geheim kunnen bekendmaken.’ 48 Toen verleende hij Daniël hoge waardigheid. Hij gaf hem talloze kostbare geschenken en benoemde hem tot heerser over het hele gebied van Babel en maakte hem bovendien hoofd van alle wijze mannen uit Babel. 49 Op Daniëls verzoek stelde de koning Sadrach, Mesach en Abednego aan als zijn assistenten. Zij waren verantwoordelijk voor het bestuur van het gebied van Babel. Daniël bleef in functie aan het koninklijk hof.
Daniel 2
New International Version
Nebuchadnezzar’s Dream
2 In the second year of his reign, Nebuchadnezzar had dreams;(A) his mind was troubled(B) and he could not sleep.(C) 2 So the king summoned the magicians,(D) enchanters, sorcerers(E) and astrologers[a](F) to tell him what he had dreamed.(G) When they came in and stood before the king, 3 he said to them, “I have had a dream that troubles(H) me and I want to know what it means.[b]”
4 Then the astrologers answered the king,[c](I) “May the king live forever!(J) Tell your servants the dream, and we will interpret it.”
5 The king replied to the astrologers, “This is what I have firmly decided:(K) If you do not tell me what my dream was and interpret it, I will have you cut into pieces(L) and your houses turned into piles of rubble.(M) 6 But if you tell me the dream and explain it, you will receive from me gifts and rewards and great honor.(N) So tell me the dream and interpret it for me.”
7 Once more they replied, “Let the king tell his servants the dream, and we will interpret it.”
8 Then the king answered, “I am certain that you are trying to gain time, because you realize that this is what I have firmly decided: 9 If you do not tell me the dream, there is only one penalty(O) for you. You have conspired to tell me misleading and wicked things, hoping the situation will change. So then, tell me the dream, and I will know that you can interpret it for me.”(P)
10 The astrologers(Q) answered the king, “There is no one on earth who can do what the king asks! No king, however great and mighty, has ever asked such a thing of any magician or enchanter or astrologer.(R) 11 What the king asks is too difficult. No one can reveal it to the king except the gods,(S) and they do not live among humans.”
12 This made the king so angry and furious(T) that he ordered the execution(U) of all the wise men of Babylon. 13 So the decree was issued to put the wise men to death, and men were sent to look for Daniel and his friends to put them to death.(V)
14 When Arioch, the commander of the king’s guard, had gone out to put to death the wise men of Babylon, Daniel spoke to him with wisdom and tact. 15 He asked the king’s officer, “Why did the king issue such a harsh decree?” Arioch then explained the matter to Daniel. 16 At this, Daniel went in to the king and asked for time, so that he might interpret the dream for him.
17 Then Daniel returned to his house and explained the matter to his friends Hananiah, Mishael and Azariah.(W) 18 He urged them to plead for mercy(X) from the God of heaven(Y) concerning this mystery,(Z) so that he and his friends might not be executed with the rest of the wise men of Babylon. 19 During the night the mystery(AA) was revealed to Daniel in a vision.(AB) Then Daniel praised the God of heaven(AC) 20 and said:
“Praise be to the name of God for ever and ever;(AD)
wisdom and power(AE) are his.
21 He changes times and seasons;(AF)
he deposes(AG) kings and raises up others.(AH)
He gives wisdom(AI) to the wise
and knowledge to the discerning.(AJ)
22 He reveals deep and hidden things;(AK)
he knows what lies in darkness,(AL)
and light(AM) dwells with him.
23 I thank and praise you, God of my ancestors:(AN)
You have given me wisdom(AO) and power,
you have made known to me what we asked of you,
you have made known to us the dream of the king.(AP)”
Daniel Interprets the Dream
24 Then Daniel went to Arioch,(AQ) whom the king had appointed to execute the wise men of Babylon, and said to him, “Do not execute the wise men of Babylon. Take me to the king, and I will interpret his dream for him.”
25 Arioch took Daniel to the king at once and said, “I have found a man among the exiles(AR) from Judah(AS) who can tell the king what his dream means.”
26 The king asked Daniel (also called Belteshazzar),(AT) “Are you able to tell me what I saw in my dream and interpret it?”
27 Daniel replied, “No wise man, enchanter, magician or diviner can explain to the king the mystery he has asked about,(AU) 28 but there is a God in heaven who reveals mysteries.(AV) He has shown King Nebuchadnezzar what will happen in days to come.(AW) Your dream and the visions that passed through your mind(AX) as you were lying in bed(AY) are these:(AZ)
29 “As Your Majesty was lying there, your mind turned to things to come, and the revealer of mysteries showed you what is going to happen.(BA) 30 As for me, this mystery has been revealed(BB) to me, not because I have greater wisdom than anyone else alive, but so that Your Majesty may know the interpretation and that you may understand what went through your mind.
31 “Your Majesty looked, and there before you stood a large statue—an enormous, dazzling statue,(BC) awesome(BD) in appearance. 32 The head of the statue was made of pure gold, its chest and arms of silver, its belly and thighs of bronze, 33 its legs of iron, its feet partly of iron and partly of baked clay. 34 While you were watching, a rock was cut out, but not by human hands.(BE) It struck the statue on its feet of iron and clay and smashed(BF) them.(BG) 35 Then the iron, the clay, the bronze, the silver and the gold were all broken to pieces and became like chaff on a threshing floor in the summer. The wind swept them away(BH) without leaving a trace. But the rock that struck the statue became a huge mountain(BI) and filled the whole earth.(BJ)
36 “This was the dream, and now we will interpret it to the king.(BK) 37 Your Majesty, you are the king of kings.(BL) The God of heaven has given you dominion(BM) and power and might and glory; 38 in your hands he has placed all mankind and the beasts of the field and the birds in the sky. Wherever they live, he has made you ruler over them all.(BN) You are that head of gold.
39 “After you, another kingdom will arise, inferior to yours. Next, a third kingdom, one of bronze, will rule over the whole earth.(BO) 40 Finally, there will be a fourth kingdom, strong as iron—for iron breaks and smashes everything—and as iron breaks things to pieces, so it will crush and break all the others.(BP) 41 Just as you saw that the feet and toes were partly of baked clay and partly of iron, so this will be a divided kingdom; yet it will have some of the strength of iron in it, even as you saw iron mixed with clay. 42 As the toes were partly iron and partly clay, so this kingdom will be partly strong and partly brittle. 43 And just as you saw the iron mixed with baked clay, so the people will be a mixture and will not remain united, any more than iron mixes with clay.
44 “In the time of those kings, the God of heaven will set up a kingdom that will never be destroyed, nor will it be left to another people. It will crush(BQ) all those kingdoms(BR) and bring them to an end, but it will itself endure forever.(BS) 45 This is the meaning of the vision of the rock(BT) cut out of a mountain, but not by human hands(BU)—a rock that broke the iron, the bronze, the clay, the silver and the gold to pieces.
“The great God has shown the king what will take place in the future.(BV) The dream is true(BW) and its interpretation is trustworthy.”
46 Then King Nebuchadnezzar fell prostrate(BX) before Daniel and paid him honor and ordered that an offering(BY) and incense be presented to him. 47 The king said to Daniel, “Surely your God is the God of gods(BZ) and the Lord of kings(CA) and a revealer of mysteries,(CB) for you were able to reveal this mystery.(CC)”
48 Then the king placed Daniel in a high(CD) position and lavished many gifts on him. He made him ruler over the entire province of Babylon and placed him in charge of all its wise men.(CE) 49 Moreover, at Daniel’s request the king appointed Shadrach, Meshach and Abednego administrators over the province of Babylon,(CF) while Daniel himself remained at the royal court.(CG)
Footnotes
- Daniel 2:2 Or Chaldeans; also in verses 4, 5 and 10
- Daniel 2:3 Or was
- Daniel 2:4 At this point the Hebrew text has in Aramaic, indicating that the text from here through the end of chapter 7 is in Aramaic.
Daniel 2
New King James Version
Nebuchadnezzar’s Dream
2 Now in the second year of Nebuchadnezzar’s reign, Nebuchadnezzar had dreams; (A)and his spirit was so troubled that (B)his sleep left him. 2 (C)Then the king gave the command to call the magicians, the astrologers, the sorcerers, and the Chaldeans to tell the king his dreams. So they came and stood before the king. 3 And the king said to them, “I have had a dream, and my spirit is anxious to [a]know the dream.”
4 Then the Chaldeans spoke to the king in Aramaic, (D)“O[b] king, live forever! Tell your servants the dream, and we will give the interpretation.”
5 The king answered and said to the Chaldeans, “My [c]decision is firm: if you do not make known the dream to me, and its interpretation, you shall be (E)cut in pieces, and your houses shall be made an ash heap. 6 (F)However, if you tell the dream and its interpretation, you shall receive from me gifts, rewards, and great honor. Therefore tell me the dream and its interpretation.”
7 They answered again and said, “Let the king tell his servants the dream, and we will give its interpretation.”
8 The king answered and said, “I know for certain that you would gain time, because you see that my decision is firm: 9 if you do not make known the dream to me, there is only one decree for you! For you have agreed to speak lying and corrupt words before me till the [d]time has changed. Therefore tell me the dream, and I shall know that you can [e]give me its interpretation.”
10 The Chaldeans answered the king, and said, “There is not a man on earth who can tell the king’s matter; therefore no king, lord, or ruler has ever asked such things of any magician, astrologer, or Chaldean. 11 It is a [f]difficult thing that the king requests, and there is no other who can tell it to the king (G)except the gods, whose dwelling is not with flesh.”
12 For this reason the king was angry and very furious, and gave the command to destroy all the wise men of Babylon. 13 So the decree went out, and they began killing the wise men; and they sought (H)Daniel and his companions, to kill them.
God Reveals Nebuchadnezzar’s Dream
14 Then with counsel and wisdom Daniel answered Arioch, the captain of the king’s guard, who had gone out to kill the wise men of Babylon; 15 he answered and said to Arioch the king’s captain, “Why is the decree from the king so [g]urgent?” Then Arioch made the decision known to Daniel.
16 So Daniel went in and asked the king to give him time, that he might tell the king the interpretation. 17 Then Daniel went to his house, and made the decision known to Hananiah, Mishael, and Azariah, his companions, 18 (I)that they might seek mercies from the God of heaven concerning this secret, so that Daniel and his companions might not perish with the rest of the wise men of Babylon. 19 Then the secret was revealed to Daniel (J)in a night vision. So Daniel blessed the God of heaven.
20 Daniel answered and said:
(K)“Blessed be the name of God forever and ever,
(L)For wisdom and might are His.
21 And He changes (M)the times and the seasons;
(N)He removes kings and raises up kings;
(O)He gives wisdom to the wise
And knowledge to those who have understanding.
22 (P)He reveals deep and secret things;
(Q)He knows what is in the darkness,
And (R)light dwells with Him.
23 “I thank You and praise You,
O God of my fathers;
You have given me wisdom and might,
And have now made known to me what we (S)asked of You,
For You have made known to us the king’s [h]demand.”
Daniel Explains the Dream
24 Therefore Daniel went to Arioch, whom the king had appointed to destroy the wise men of Babylon. He went and said thus to him: “Do not destroy the wise men of Babylon; take me before the king, and I will tell the king the interpretation.”
25 Then Arioch quickly brought Daniel before the king, and said thus to him, “I have found a man of the [i]captives of Judah, who will make known to the king the interpretation.”
26 The king answered and said to Daniel, whose name was Belteshazzar, “Are you able to make known to me the dream which I have seen, and its interpretation?”
27 Daniel answered in the presence of the king, and said, “The secret which the king has demanded, the wise men, the astrologers, the magicians, and the soothsayers cannot declare to the king. 28 (T)But there is a God in heaven who reveals secrets, and He has made known to King Nebuchadnezzar (U)what will be in the latter days. Your dream, and the visions of your head upon your bed, were these: 29 As for you, O king, thoughts came to your mind while on your bed, about what would come to pass after this; (V)and He who reveals secrets has made known to you what will be. 30 (W)But as for me, this secret has not been revealed to me because I have more wisdom than anyone living, but for our sakes who make known the interpretation to the king, (X)and that you may [j]know the thoughts of your heart.
31 “You, O king, were watching; and behold, a great image! This great image, whose splendor was excellent, stood before you; and its form was awesome. 32 (Y)This image’s head was of fine gold, its chest and arms of silver, its belly and [k]thighs of bronze, 33 its legs of iron, its feet partly of iron and partly of [l]clay. 34 You watched while a stone was cut out (Z)without hands, which struck the image on its feet of iron and clay, and broke them in pieces. 35 (AA)Then the iron, the clay, the bronze, the silver, and the gold were crushed together, and became (AB)like chaff from the summer threshing floors; the wind carried them away so that (AC)no trace of them was found. And the stone that struck the image (AD)became a great mountain (AE)and filled the whole earth.
36 “This is the dream. Now we will tell the interpretation of it before the king. 37 (AF)You, O king, are a king of kings. (AG)For the God of heaven has given you a kingdom, power, strength, and glory; 38 (AH)and wherever the children of men dwell, or the beasts of the field and the birds of the heaven, He has given them into your hand, and has made you ruler over them all—(AI)you are this head of gold. 39 But after you shall arise (AJ)another kingdom (AK)inferior to yours; then another, a third kingdom of bronze, which shall rule over all the earth. 40 And (AL)the fourth kingdom shall be as strong as iron, inasmuch as iron breaks in pieces and shatters everything; and like iron that crushes, that kingdom will break in pieces and crush all the others. 41 Whereas you saw the feet and toes, partly of potter’s clay and partly of iron, the kingdom shall be divided; yet the strength of the iron shall be in it, just as you saw the iron mixed with ceramic clay. 42 And as the toes of the feet were partly of iron and partly of clay, (AM)so the kingdom shall be partly strong and partly [m]fragile. 43 As you saw iron mixed with ceramic clay, they will mingle with the seed of men; but they will not adhere to one another, just as iron does not mix with clay. 44 And in the days of these kings (AN)the God of heaven will set up a kingdom (AO)which shall never be destroyed; and the kingdom shall not be left to other people; (AP)it shall [n]break in pieces and [o]consume all these kingdoms, and it shall stand forever. 45 (AQ)Inasmuch as you saw that the stone was cut out of the mountain without hands, and that it broke in pieces the iron, the bronze, the clay, the silver, and the gold—the great God has made known to the king what will come to pass after this. The dream is certain, and its interpretation is sure.”
Daniel and His Friends Promoted
46 (AR)Then King Nebuchadnezzar fell on his face, prostrate before Daniel, and commanded that they should present an offering (AS)and incense to him. 47 The king answered Daniel, and said, “Truly (AT)your God is the God of (AU)gods, the Lord of kings, and a revealer of secrets, since you could reveal this secret.” 48 (AV)Then the king promoted Daniel (AW)and gave him many great gifts; and he made him ruler over the whole province of Babylon, and (AX)chief administrator over all the wise men of Babylon. 49 Also Daniel petitioned the king, (AY)and he set Shadrach, Meshach, and Abed-Nego over the affairs of the province of Babylon; but Daniel (AZ)sat in [p]the gate of the king.
Footnotes
- Daniel 2:3 Or understand
- Daniel 2:4 The original language of Daniel 2:4b through 7:28 is Aramaic.
- Daniel 2:5 The command
- Daniel 2:9 Situation
- Daniel 2:9 Or declare to me
- Daniel 2:11 Or rare
- Daniel 2:15 Or harsh
- Daniel 2:23 Lit. word
- Daniel 2:25 Lit. sons of the captivity
- Daniel 2:30 Understand
- Daniel 2:32 Or sides
- Daniel 2:33 Or baked clay, also vv. 34, 35, 42
- Daniel 2:42 Or brittle
- Daniel 2:44 Or crush
- Daniel 2:44 Lit. put an end to
- Daniel 2:49 The king’s court
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.
Holy Bible, New International Version®, NIV® Copyright ©1973, 1978, 1984, 2011 by Biblica, Inc.® Used by permission. All rights reserved worldwide.
NIV Reverse Interlinear Bible: English to Hebrew and English to Greek. Copyright © 2019 by Zondervan.
Scripture taken from the New King James Version®. Copyright © 1982 by Thomas Nelson. Used by permission. All rights reserved.

