Add parallel Print Page Options

11 U vertrapt de armen en ontneemt hun zelfs de laatste kruimel met al uw belastingen, boetes en buitensporig hoge rentes, daarom zult u nooit wonen in de prachtige huizen die u voor uzelf bouwt en nooit een druppel wijn drinken van de wijngaarden die u plant.

12 Want uw zonden en overtredingen zijn talrijk en groot. Ik ken ze allemaal zo goed. U bent vijanden van alles wat goed is, u laat zich omkopen en weigert de armen rechtvaardig te behandelen.

13 Daarom zullen de verstandige mensen wel zo wijs zijn zich nergens in te mengen op de vreselijke dag van uw bestraffing.

Read full chapter