Add parallel Print Page Options

Jojakim, koning van Juda (vervolg)

24 In de tijd dat Jojakim koning was, werd Juda veroverd door koning Nebukadnezar van Babel.[a] Drie jaar lang gehoorzaamde koning Jojakim de koning van Babel. Maar daarna kwam hij tegen hem in opstand. Toen stuurde de Heer benden Babyloniërs, Arameeërs, Moabieten en Ammonieten op het land af. Dat deed Hij om Juda te vernietigen, zoals Hij van tevoren had gezegd door zijn profeten. Want Hij wilde niets meer met Juda te maken hebben. Niet alleen omdat koning Manasse niet had geleefd zoals Hij het wilde, maar vooral omdat hij zoveel onschuldige mensen had vermoord in Jeruzalem.[b] De Heer kon dat niet ongestraft laten.

De rest van wat Jojakim allemaal heeft gedaan,[c] staat opgeschreven in de boeken met de geschiedenis van de koningen van Juda. Jojakim stierf en werd begraven. Zijn zoon Jojachin werd na hem koning van Juda.

Read full chapter

Footnotes

  1. 2 Koningen 24:1 Nebukadnezar was op weg naar Egypte om Egypte te veroveren. Juda lag op zijn route en hij veroverde ook dat.
  2. 2 Koningen 24:4 Koning Manasse leefde ongeveer 80 jaar eerder. Hij leefde niet zoals de Heer het wil en had veel mensen vermoord. Lees 2 Koningen 21:16.
  3. 2 Koningen 24:5 Lees ook 2 Kronieken 36:5-8.

Juda door Babel veroverd

24 Tijdens de regering van koning Jojakim viel koning Nebukadnezar van Babel Jeruzalem aan. Jojakim werd overwonnen en diende Nebukadnezar drie jaar, maar kwam toen in opstand. De Here stuurde benden Chaldeeën, Syriërs, Moabieten en Ammonieten op Juda af om het land te verwoesten, precies zoals Hij waarschuwend door zijn profeten had laten meedelen. 3,4 Het is duidelijk: deze ramp over Juda kwam in overeenstemming met wat de Here had gezegd. Hij had besloten Juda voor zijn ogen weg te vagen om de vele zonden van Manasse, die in Jeruzalem onschuldig bloed had laten vloeien. De Here wilde dat niet vergeven.

De rest van de levensgeschiedenis van Jojakim is te lezen in de Kronieken van de koningen van Juda. Na zijn dood werd zijn zoon Jojachin koning van Juda.

Read full chapter