2 Timotheüs 1:3-7
BasisBijbel
3 Ik dien God met een zuiver geweten, net zoals mijn voorouders hebben gedaan. En dag en nacht bid ik voor jou. Dan dank ik God voor je. 4 Als ik denk aan je tranen toen we afscheid van elkaar namen, verlang ik ernaar om je weer te zien. Want dat zou mij heel erg blij maken. 5 Ik moet steeds denken aan je eerlijke geloof, zoals je oma Loïs en je moeder Eunice ook hadden. Ik weet zeker dat jij hetzelfde geloof hebt als zij. 6 Doe daarom je best om de gave die je van God hebt gekregen, verder te ontwikkelen. Die gave heb je gekregen toen ik je de handen oplegde.
7 God heeft ons geen geest van angst gegeven, maar een geest van kracht, liefde en zelfbeheersing.
Read full chapter
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016