Add parallel Print Page Options

Een goed soldaat van Jezus Christus

Timoteüs, mijn zoon, wees sterk door Jezus' liefde en kracht voor jou. Wat je samen met veel andere mensen van mij hebt geleerd, moet jij weer leren aan betrouwbare mensen. Dan kunnen zij het zelf óók weer aan anderen leren.

Een goed soldaat is niet bang om te lijden. Zorg dat je een goed soldaat van Jezus Christus zal zijn. Tijdens de strijd houdt geen één soldaat zich bezig met de gewone dagelijkse dingen. Hij heeft maar één doel: degene voor wie hij strijdt, moet tevreden over hem kunnen zijn. En als iemand meedoet aan een wedstrijd, wint hij de prijs alleen als hij zich aan de spelregels heeft gehouden. En een boer mag na zijn werk als eerste eten van de oogst van zijn land. Dat is zijn beloning. Luister goed naar wat ik zeg. De Heer zal je in alles wijsheid geven.

Vergeet nooit dat Jezus Christus uit de dood is opgestaan, en dat Hij Mens was, geboren uit de familie van David. Dat zegt het goede nieuws dat ik aan de mensen vertel. En voor dat nieuws moet ik lijden. Daarvoor draag ik zelfs boeien, alsof ik een misdadiger ben. Maar het woord van God is niet geboeid! 10 Daarom wil ik alles verdragen voor de mensen die door God zijn geroepen. Want ik wil dat ook zij worden gered door Jezus Christus en het heerlijke eeuwige leven zullen krijgen.

11 Dit is de waarheid: als we met de Heer zijn gestorven, zullen we ook met Hem leven. 12 Als we vasthouden aan het geloof, zullen we ook met Hem als koningen heersen. Als we zeggen dat we Hem niet kennen, zal Hij ons ook niet willen kennen. 13 Maar als wij niet trouw zijn aan Hem, blijft Hij toch trouw aan ons! Want Hij kan niet ontrouw zijn aan Zichzelf.

Waarschuwing tegen mensen die verkeerde dingen leren

14 Leer de mensen deze dingen. Zeg hun ook namens de Heer dat ze geen ruzie met elkaar moeten maken. Want ruzie is nergens goed voor. Het is alleen maar slecht voor het geloof van de mensen die het horen. 15 Doe je uiterste best om God goed te dienen. Zorg dat je je niet hoeft te schamen voor het werk dat je hebt gedaan. Zorg er dus voor dat je Gods woord van de waarheid op de juiste manier leert, uitlegt en toepast. 16 Maar blijf vér bij zinloze discussies vandaan. Want mensen die zich daarmee bezighouden, raken steeds verder bij God vandaan. 17 Bovendien besmetten die discussies de gemeente: ze verspreiden zich door de gemeente zoals kanker zich door een lichaam verspreidt. Hymeneüs en Filetus zijn van zulke mensen. 18 Zij zijn helemaal verkeerd bezig. Want ze beweren dat de opstanding van de doden al is geweest. Daardoor zijn sommige mensen hun geloof kwijtgeraakt.

19 Maar het fundament van ons geloof is door God gelegd. Het ligt rotsvast. Op dat fundament staat geschreven: 'De Heer kent de mensen die bij Hem horen,' en: 'Iedereen die bij Christus hoort, moet stoppen met het doen van slechte dingen.'

20 Een rijk man heeft in zijn huis niet alleen borden en bekers van goud en zilver. Hij heeft ook borden en bekers van hout en aardewerk. De gouden en zilveren borden en bekers zijn voor op tafel. De andere zijn alleen voor het werk in de keuken. 21 Als je stopt met het doen van slechte dingen, ben je als zo'n gouden bord of beker: de Heer kan je goed gebruiken voor een mooie taak. Je bent dan geschikt voor elke taak die Hij je wil geven.

22 Houd je niet bezig met de dingen waar jonge mensen over het algemeen naar verlangen. Maar doe je best om eerlijk en trouw, vol liefde en vrede om te gaan met de mensen die werkelijk van de Heer houden. 23 Maar blijf vér bij dwaze en zinloze discussies vandaan. Want die veroorzaken alleen maar ruzies. 24 En een dienaar van de Heer moet geen ruzie maken. Hij moet tegen iedereen vriendelijk zijn. Ook moet hij goed kunnen lesgeven over het geloof. 25 Hij moet in staat zijn om geduldig en vriendelijk te blijven tegen mensen die verkeerde dingen doen en niet willen doen wat hij zegt. Hij moet hun rustig uitleggen waarin ze het verkeerd hebben. Want God kan hen helpen inzien dat ze verkeerd doen. 26 Dan wordt hun denken helder. En dan kunnen ze loskomen uit de greep van de duivel die hen gevangen hield, en kunnen ze gaan leven zoals God het wil.

Combats !

Toi donc, mon enfant, puise tes forces dans la grâce qui nous est accordée dans l’union avec Jésus-Christ. Et l’enseignement que tu as reçu de moi et que de nombreux témoins ont confirmé[a], transmets-le à des personnes dignes de confiance qui seront capables à leur tour d’en instruire d’autres.

Tel un bon soldat de Jésus-Christ, prends, comme moi, ta part de souffrances. Celui qui s’engage dans une expédition militaire ne s’embarrasse pas des affaires de la vie civile, afin de donner pleine satisfaction à l’officier qui l’a enrôlé. On n’a jamais vu un athlète remporter le prix sans avoir respecté toutes les règles. C’est au cultivateur qui travaille dur d’être le premier à jouir de la récolte[b]. Réfléchis bien à ce que je te dis et le Seigneur te donnera de comprendre toutes ces choses.

L’exemple de Paul

Souviens-toi de Jésus-Christ, qui est ressuscité, descendant de David, conformément à l’Evangile que j’annonce. C’est pour cet Evangile que je souffre, jusqu’à être enchaîné comme un criminel. La Parole de Dieu, elle, n’est pas enchaînée pour autant. 10 Je supporte donc patiemment toutes ces épreuves, à cause de ceux que Dieu a choisis, pour qu’eux aussi parviennent au salut qui est en Jésus-Christ, et à la gloire éternelle qui l’accompagne.

11 Car ces paroles sont certaines :

Si nous mourons avec lui[c],
avec lui nous revivrons,
12 et si nous persévérons,
avec lui nous régnerons.
Mais si nous le renions,
lui aussi nous reniera.
13 Si nous sommes infidèles,
lui, il demeure fidèle,
parce qu’il ne peut se renier lui-même.

Les enseignants de mensonge

Sers la vérité !

14 C’est cela qu’il te faut rappeler sans cesse. Recommande solennellement devant Dieu d’éviter les disputes de mots : elles ne servent à rien – si ce n’est à la ruine de ceux qui les écoutent.

15 Efforce-toi de te présenter devant Dieu en homme qui a fait ses preuves, en ouvrier qui n’a pas à rougir de son ouvrage, parce qu’il transmet correctement la Parole de vérité.

16 Evite les discours creux et contraires à la foi. Ceux qui s’y adonnent s’éloigneront toujours plus de Dieu. 17 La parole de ces gens est comme une gangrène qui finit par dévorer tout le corps. C’est le cas d’Hyménée[d] et de Philète. 18 Ils se sont écartés de la vérité en prétendant que la résurrection a déjà eu lieu. Ainsi, ils sont en train de détourner plusieurs de la foi. 19 Cependant, le solide fondement posé par Dieu demeure ; il porte, en guise de sceau, les inscriptions suivantes : Le Seigneur connaît ceux qui lui appartiennent[e] et « Qu’il se détourne du mal, celui qui affirme qu’il appartient au Seigneur ».

20 Dans une grande maison, il n’y a pas seulement des vases d’or et d’argent, il y en a aussi en bois et en terre cuite. Les premiers sont réservés à un usage noble. Les autres sont destinés à un usage vil[f].

21 Eh bien, si quelqu’un se garde pur de tout ce dont j’ai parlé, il sera un vase destiné à un noble usage, purifié, utile à son propriétaire, disponible pour toutes sortes d’œuvres bonnes.

22 Fuis les passions qui assaillent un jeune homme. Fais tous tes efforts pour cultiver la foi, l’amour et la paix avec tous ceux qui font appel au Seigneur d’un cœur pur.

23 Refuse les spéculations absurdes et sans fondement ; tu sais qu’elles suscitent des querelles. 24 Or, il n’est pas convenable pour un serviteur du Seigneur d’avoir des querelles. Qu’il se montre au contraire aimable envers tout le monde, capable d’enseigner, et de supporter les difficultés. 25 Il doit instruire avec douceur les contradicteurs. Qui sait si Dieu ne les amènera pas ainsi à changer d’attitude pour connaître la vérité ? 26 Alors, ils retrouveront leur bon sens et se dégageront des pièges du diable qui les tient encore captifs et assujettis à sa volonté.

Footnotes

  1. 2.2 D’autres traduisent : en présence de nombreux témoins.
  2. 2.6 Autre traduction : le cultivateur doit travailler dur avant de jouir de la récolte.
  3. 2.11 Il s’agit peut-être d’un hymne de l’Eglise primitive (voir note 1 Tm 1.17).
  4. 2.17 Voir 1 Tm 1.20.
  5. 2.19 Nb 16.5.
  6. 2.20 Autre traduction : Les premiers sont réservés aux grandes occasions. Les autres sont destinés à l’usage courant.