Add parallel Print Page Options

Preaiubiţilor, aceasta este a doua epistolă pe care v-o scriu. În amândouă, caut să vă trezesc(A) mintea sănătoasă prin înştiinţări, ca să vă fac să vă aduceţi aminte de lucrurile vestite mai dinainte de sfinţii proroci şi(B) de porunca Domnului şi Mântuitorului nostru, dată prin apostolii voştri. Înainte(C) de toate, să ştiţi că în zilele din urmă vor veni batjocoritori plini de batjocuri, care vor trăi(D) după poftele lor, şi vor zice: „Unde(E) este făgăduinţa venirii Lui? Căci de când au adormit părinţii noştri, toate rămân aşa cum erau de la începutul zidirii!” Căci înadins se fac că nu ştiu că odinioară erau ceruri şi un pământ scos(F) prin(G) Cuvântul lui Dumnezeu din apă şi cu ajutorul apei şi că(H) lumea de atunci a pierit tot prin ele, înecată de apă. Iar cerurile(I) şi pământul de acum sunt păzite şi păstrate, prin acelaşi Cuvânt, pentru focul(J) din ziua de judecată şi de pieire a oamenilor nelegiuiţi. Dar, preaiubiţilor, să nu uitaţi un lucru: că, pentru Domnul, o zi este ca o(K) mie de ani, şi o mie de ani sunt ca o zi. Domnul nu(L) întârzie în împlinirea făgăduinţei Lui cum cred unii, ci are o îndelungă(M) răbdare pentru voi şi doreşte(N) ca niciunul să nu piară, ci(O) toţi să vină la pocăinţă. 10 Ziua Domnului însă va(P) veni ca un hoţ. În ziua aceea, cerurile(Q) vor trece cu trosnet, trupurile cereşti se vor topi de mare căldură, şi pământul, cu tot ce este pe el, va arde. 11 Deci, fiindcă toate aceste lucruri au să se strice, ce fel de oameni ar trebui să fiţi voi, printr-o(R) purtare sfântă şi evlavioasă, 12 aşteptând(S) şi grăbind venirea zilei lui Dumnezeu, în care cerurile aprinse vor(T) pieri şi trupurile cereşti se(U) vor topi de căldura focului? 13 Dar noi, după făgăduinţa Lui, aşteptăm ceruri(V) noi şi un pământ nou, în care va locui neprihănirea. 14 De aceea, preaiubiţilor, fiindcă aşteptaţi aceste lucruri, siliţi-vă să(W) fiţi găsiţi înaintea Lui fără prihană, fără vină şi în pace. 15 Să credeţi că îndelunga(X) răbdare a Domnului nostru este mântuire, cum v-a scris şi preaiubitul nostru frate Pavel, după înţelepciunea dată lui, 16 ca şi în toate epistolele lui, când vorbeşte(Y) despre lucrurile acestea. În ele sunt unele lucruri greu de înţeles, pe care cei neştiutori şi nestatornici le răstălmăcesc ca şi pe celelalte Scripturi, spre pierzarea lor. 17 Voi deci, preaiubiţilor, ştiind mai dinainte aceste(Z) lucruri, păziţi-vă(AA), ca nu cumva să vă lăsaţi târâţi de rătăcirea acestor nelegiuiţi şi să vă pierdeţi tăria, 18 ci(AB) creşteţi în harul şi în cunoştinţa Domnului şi Mântuitorului nostru Isus Hristos. A Lui(AC) să fie slava acum şi în ziua veşniciei. Amin.

Het is zeker dat Jezus terugkomt

Dit is de tweede brief die ik jullie schrijf, lieve broeders en zusters. Met deze brieven probeer ik ervoor te zorgen dat jullie helder zullen denken. Ik wil dat jullie zullen denken aan wat Gods profeten vroeger hebben gezegd. Ook aan wat de boodschappers van onze Heer en Redder jullie hebben geleerd. Onthoud vooral goed dat er aan het eind van de tijd mensen zullen komen die er maar op los leven. Ze zullen spottend tegen jullie zeggen: "Waar blijft Hij nou? Hij zou toch komen? Maar er is nog nooit iets veranderd. Alles blijft zoals het altijd is geweest." Want ze willen er expres niet aan denken dat er door het woord van God al eerder een hemel en aarde zijn geweest. En dat die aarde, die uit het water ontstond en door het water bestond, ook weer door het water is vernietigd.[a] Maar de hemel[b] en de aarde van nu worden door datzelfde woord van God als een schat bewaard. Nu niet voor het water, maar voor het vuur. Dat is het vuur van de dag dat God over de mensen zal rechtspreken. Op die dag zullen de mensen die zich niets van God aantrekken, vernietigd worden.

Maar vergeet niet, lieve broeders en zusters, dat één dag bij de Heer is als duizend jaar, en dat duizend jaar is als één dag. Sommigen van jullie denken dat de Heer vergeet te doen wat Hij heeft beloofd. Maar dat is niet zo. Nee, Hij wacht en stelt het uit omdat Hij geduld heeft met ons. Want Hij wil niet dat er mensen verloren zullen gaan. Hij wil dat alle mensen in Hem zullen gaan geloven en zullen gaan leven zoals Hij het wil.

10 Maar de dag van de Heer zal net zo onverwachts komen als een dief in de nacht. Op die dag zal de hemel dreunend verdwijnen. Alles waaruit de aarde bestaat en alles wat op aarde is gedaan, zal verbranden.

11 Alle dingen zullen dus verdwijnen. Daarom moeten jullie erg je best doen om te leven zoals God het wil en om Hem te dienen. 12 Kijk aldoor vol verwachting uit naar de dag van God. Op die dag zal de hemel verbranden en alles waaruit de aarde bestaat zal in het vuur wegsmelten en verbranden. 13 Maar God heeft beloofd dat Hij een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zal geven. Dat zal een aarde zijn waar iedereen leeft zoals Hij het wil. En daar kijken we vol verlangen naar uit.

14 Terwijl we hierop wachten, lieve broeders en zusters, moeten jullie erg je best doen om te leven zoals Hij het wil. Zorg dat jullie geestelijk schoon en zuiver zullen zijn als Hij komt. Leef in vrede met elkaar. 15 Bedenk dat we gered worden dankzij het geduld en de liefde van de Heer. Daar heeft ook onze geliefde broeder Paulus aan jullie over geschreven. Hij schrijft daarover vanuit de wijsheid die hij van God gekregen heeft. 16 Trouwens, in al zijn brieven schrijft hij over deze dingen. Soms zijn die brieven moeilijk te begrijpen. En ze worden verkeerd uitgelegd door mensen die de Heer niet goed kennen en die geen sterk geloof hebben. Zij leggen ze uit op een manier die hen het beste uitkomt. Dat doen ze ook met de andere brieven en met de Boeken. Maar daardoor zal het uiteindelijk slecht met hen aflopen.

Slot

17 Lieve broeders en zusters, omdat jullie deze dingen nu van tevoren weten, kunnen jullie op je hoede zijn. Dan zullen jullie je niet laten meeslepen door de verkeerde dingen die slechte mensen doen, en zullen jullie je geloof niet verliezen. 18 Zorg ervoor dat jullie geestelijk groeien, en dat jullie onze Heer en Redder, Jezus Christus, steeds beter leren kennen. Dan kan de Heer altijd goed voor jullie zijn. Van Hem is alle macht en eer, nu en voor eeuwig.

Footnotes

  1. 2 Petrus 3:6 Petrus bedoelt hiermee de grote overstroming die in de tijd van Noach de aarde vernietigde. Lees Genesis 6 en 7.
  2. 2 Petrus 3:7 Met deze 'hemel' bedoelt Petrus niet de woonplaats van God, maar de hemel zoals wij die boven ons zien. De hemel die de woonplaats van God is, is eeuwig. Die wordt niet vernietigd en ook niet vervangen door een andere.