Add parallel Print Page Options

12 Toen ging Salomo voor het altaar van de Heer staan, tegenover de Israëlieten die daar waren. Hij stak zijn armen op naar de hemel. 13 (Salomo had op het buitenplein een koperen podium laten neerzetten van 5 el (2,25 m) lang, 5 el breed en 3 el (1,35 m) hoog. Daar stond hij op, zodat iedereen hem kon zien.) Hij knielde met opgestoken armen neer en zei: 14 "Heer, God van Israël, er is in de hemel en op de aarde geen God zoals U. Want U houdt Zich aan uw verbond en U bent goed voor uw dienaren die met hun hele hart willen leven zoals U het wil.

Read full chapter