Add parallel Print Page Options

De schaal was 1 handbreedte (8 cm) dik en de rand was naar buiten omgebogen, als de rand van een beker, of als de bloemkelk van een lelie. Er kon 3000 bat (66.000 liter) water in de schaal.

Verder maakte hij tien waterschalen. Hij zette er vijf aan de linkerkant en vijf aan de rechterkant van de tempel. In die schalen werden de stukken offervlees afgespoeld. Maar in de grote wijde schaal moesten de priesters zich baden. Hij maakte ook tien gouden kandelaars. Ze waren gemaakt naar het voorbeeld dat God gegeven had[a] Want dat had God bevolen. Hij zette ze in de voorzaal van de tempel: vijf aan de rechterkant en vijf aan de linkerkant.

Read full chapter