Añadir traducción en paralelo Imprimir Opciones de la página

18 En dat is Gods werk. Hij heeft door Jezus Christus de mensen vergeving gegeven. En Hij heeft ons de taak gegeven ervoor te zorgen dat de mensen dat weten. 19 God heeft door Christus de mensen vergeven dat ze ongehoorzaam aan Hem waren. Nu zijn ze vrijgesproken van schuld. En Hij heeft ons de taak gegeven om dit aan de mensen te vertellen. Want daardoor kunnen ze vrienden van God worden.

20 We zijn dus door Christus gestuurd. Zo moedigt God jullie als het ware Zelf aan, door ons heen. Dus namens Hem smeken we jullie: zorg ervoor dat jullie vrienden van God worden! 21 God heeft alle ongehoorzaamheid van alle mensen op Jezus gelegd. Aan het kruis droeg Jezus ónze straf. Maar Hij is Zelf nooit ongehoorzaam aan God geweest. Zo kon Hij ons bevrijden van onze ongehoorzaamheid en daarmee ook van Gods straf. (lees verder)

Read full chapter

18 Al dit nieuwe komt van God, die ons door Jezus Christus bij Zichzelf heeft teruggebracht. Hij heeft ons opgedragen overal te vertellen dat iedereen het nu met God in orde kan maken. 19 Door Christus herstelde God zijn relatie met de wereld, Hij rekende de mensen hun zonden niet meer toe, maar wiste ze uit. En wij mogen dit geweldige nieuws aan iedereen vertellen. 20 Wij zijn boodschappers van Christus. God doet door ons een beroep op u. Wij smeken u namens Christus: laat het in orde komen tussen God en u! 21 Want God nam Christus, die geen zonde gedaan had, en belastte Hem met onze zonden. In ruil daarvoor rekent God de rechtvaardigheid van Christus aan ons toe.

Read full chapter

18 But all things are of God, who reconciled us to himself through Christ, and gave unto us the ministry of reconciliation; 19 to wit, that God was in Christ reconciling the world unto himself, not reckoning unto them their trespasses, and having [a]committed unto us the word of reconciliation.

20 We are ambassadors therefore on behalf of Christ, as though God were entreating by us: we beseech you on behalf of Christ, be ye reconciled to God. 21 Him who knew no sin he made to be sin on our behalf; that we might become the righteousness of God in him.

Read full chapter

Notas al pie

  1. 2 Corinthians 5:19 Or, placed in us

16 Wat heeft de tempel van God met de afgoden te maken? Niets. Vergeet niet dat jullie de tempel van de levende God zijn. Dat heeft God gezegd in de Boeken: "Ik zal bij hen wonen en bij hen zijn. En Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn. 17 Daarom moeten jullie anders zijn dan de ongelovigen, zegt de Heer. Doe niet langer met hen mee. Wees niet meer ongehoorzaam aan Mij, zoals zij. 18 Dan zal Ik jullie als mijn kinderen aannemen. Dan zal Ik jullie Vader zijn. En jullie zullen mijn zonen en dochters zijn, zegt de Heer, de Almachtige God." (lees verder)

Read full chapter

16 Wat voor eenheid kan er bestaan tussen Gods tempel en die van de valse goden? Ja, wij zijn de tempel van de levende God, die heeft gezegd: ‘Ik zal bij hen wonen en bij hen zijn. Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn. 17 Ga daarom uit hun midden weg, keer u van hen af en raak het onreine niet aan. Dan zal Ik u aannemen, 18 Ik zal uw Vader zijn en u zult mijn zonen en dochters zijn,’ zegt de Here, die alle macht heeft.

Read full chapter

16 And what agreement hath a [a]temple of God with idols? for we are a [b]temple of the living God; even as God said, [c]I will dwell in them, and walk in them; and I will be their God, and they shall be my people. 17 Wherefore

[d]Come ye out from among them, and be ye separate,

saith the Lord,

And touch no unclean thing;
And I will receive you,
18 [e]And will be to you a Father,
And ye shall be to me sons and daughters,

saith the Lord Almighty.

Read full chapter

10 Maar het nieuwe verbond dat Ik later zal sluiten, zal anders zijn: Ik zal mijn wet niet meer in steen, maar in hun binnenste schrijven, in hun hart en in hun verstand. Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn.

Read full chapter

10 Dit is het nieuwe verbond dat Ik met het volk van Israël sluit: Ik zal mijn wetten in hun gedachten schrijven en in hun hart. Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn.

Read full chapter

10 For this is the covenant that [a]I will make with the house of Israel
After those days, saith the Lord;
I will put my laws into their mind,
And on their heart also will I write them:
And I will be to them a God,
And they shall be to me a people:

Read full chapter

Notas al pie

  1. Hebrews 8:10 Greek I will covenant.