Add parallel Print Page Options

De voorwerpen voor de tempel

Ook maakte Salomo een koperen altaar. Het was 20 el (9 m) lang, 20 el breed en 10 el (4,50 m) hoog. Verder maakte hij een waskom: een grote wijde schaal van gegoten brons.[a] Hij was helemaal rond en van rand tot rand was hij 10 el (4,50 m). Hij was 5 el (2,25 m) hoog en had een omtrek van 30 el (13,50 m). Onder de rand van deze waskom waren ossen afgebeeld, helemaal rondom de schaal. Ze zaten in twee rijen en waren één geheel met de schaal. Er waren tien ossen per el (per 45 cm). De schaal stond op twaalf ossen die met hun staarten naar elkaar toe stonden. Drie ossen stonden met hun kop naar het noorden, drie naar het westen, drie naar het zuiden en drie naar het oosten. De schaal was 1 handbreedte (8 cm) dik en de rand was naar buiten omgebogen, als de rand van een beker, of als de bloemkelk van een lelie. Er kon 3000 bat (66.000 liter) water in de schaal.

Verder maakte hij tien waterschalen. Hij zette er vijf aan de linkerkant en vijf aan de rechterkant van de tempel. In die schalen werden de stukken offervlees afgespoeld. Maar in de grote wijde schaal moesten de priesters zich baden. Hij maakte ook tien gouden kandelaars. Ze waren gemaakt naar het voorbeeld dat God gegeven had[b] Want dat had God bevolen. Hij zette ze in de voorzaal van de tempel: vijf aan de rechterkant en vijf aan de linkerkant. Ook maakte hij tien tafels en zette die in de voorzaal van de tempel: vijf aan de rechterkant en vijf aan de linkerkant. Verder maakte hij 100 gouden offerschalen.[c]

Hij maakte een binnenplein voor de priesters en een groot buitenplein. Hij maakte deuren voor het buitenplein en bedekte die met koper. 10 De grote waskom zette hij (als je aan de oostkant naar buiten komt) rechts van de tempel. Dat is dus aan de zuidkant van het plein. 11 Hiram maakte ook de potten, scheppen en offerschalen. Zo maakte hij alles wat hij van koning Salomo voor de tempel van God moest maken: 12 de twee pilaren, de twee bollen op de sierstukken op de top van de pilaren, de twee koperen netten die de bollen bedekten, 13 de 400 granaatappels die in twee rijen op elk netwerk werden vastgemaakt, 14 de onderstellen, de waterschalen op de onderstellen, 15 de grote waskom met de twaalf ossen daaronder, 16 en de potten, scheppen, vorken en alles wat erbij hoorde. Al deze dingen die Hiram voor koning Salomo voor de tempel van de Heer maakte, waren van gepolijst koper. 17 De koning liet ze gieten in de vlakte van de Jordaan, in de dikke laag klei tussen Sukkot en Zeredata. 18 Salomo maakte grote aantallen van al deze voorwerpen. Daarom werd er niet uitgerekend hoeveel al dat koper woog.

19 Verder liet Salomo alle andere dingen voor de tempel van de Heer maken: het gouden altaar, de gouden tafel voor de heilige broden, 20 de gouden kandelaars met de gouden olie-lampen daarop die volgens het voorschrift vóór de achterzaal moesten branden, 21 de gouden bloemen, de gouden olie-lampen en de gouden scharen om de lonten mee te knippen, alles van het zuiverste goud. 22 Verder de gouden vorken, de gouden offerschalen, de gouden lepels en de gouden vuurpannen van zuiver goud. Ook de deuren van de tempel, de deuren naar de allerheiligste kamer en de deuren naar de voorzaal van de tempel die allemaal met goud bedekt werden.

Footnotes

  1. 2 Kronieken 4:2 In deze schaal moesten de priesters hun handen en voeten wassen voordat ze een offer gingen brengen. Lees Exodus 30:17-21.
  2. 2 Kronieken 4:7 Lees Exodus 25:31-40.
  3. 2 Kronieken 4:8 Daarin moest het bloed van de geslachte dieren opgevangen worden.

Churam, een vakman voor God

Verder maakte hij een koperen altaar van negen meter in het vierkant en een hoogte van 4,5 meter. Daarna goot hij een koperen bassin met een doorsnede van 4,5 meter. De rand van dit bassin was ruim 2,25 meter hoog en had een lengte van 13,5 meter. Twee rijen koperen runderen ondersteunden dit bassin en ze vormden samen één gegoten geheel. Deze runderen, twaalf in getal, stonden met de staarten naar elkaar toe. Drie keken naar het noorden, drie naar het westen, drie naar het zuiden en drie naar het oosten. De wanden van het bassin waren acht centimeter dik en bogen naar buiten als de rand van een beker of als bij een lelie. De inhoud bedroeg vierenveertigduizend liter water.

Hij maakte ook tien vaten voor het water waarmee alles voor de offerdienst moest worden gewassen. Vijf stonden aan de linkerkant van het vertrek en vijf aan de rechterkant. De priesters gebruikten het grote bassin om zichzelf in te wassen. Verder maakte hij tien gouden kandelaars en gaf ze een plaats in de tempel, vijf aan elke kant. Tevens maakte hij tien tafels en zette er vijf tegen de muur aan de linkerkant en vijf tegen die aan de rechterkant. Ook maakte hij honderd massief gouden offerschalen. Daarna bouwde hij een voorhof voor de priesters en een voorhof voor het publiek. De toegangsdeuren en scharnieren van beide hoven overtrok hij met koper. 10 Het grote bassin stond in de zuidoostelijke hoek van het buitenvertrek van de tempel.

11 Churam maakte tevens de potten, scheppen en offerschalen die bij het offeren werden gebruikt. Zo voltooide hij de taak die koning Salomo hem had opgedragen: 12-16 het maken van de twee pilaren, de twee bolvormige kapitelen bovenop de pilaren, de twee gevlochten slingers op de kapitelen, de rijen granaatappels die aan de slingers op de kapitelen hingen, de voetstukken voor de vaten en de vaten zelf, het grote bassin en de runderen die deze ondersteunden, de potten, scheppen en vleeshaken. Deze ervaren vakman, Churam, maakte alle bovengenoemde voorwerpen voor koning Salomo. Als materiaal gebruikte hij gepolijst koper. 17,18 De koning liet het gietwerk maken op de kleibanken in het Jordaandal tussen Sukkot en Zeredatha. Er werden grote hoeveelheden koper gebruikt, te veel om te kunnen wegen.

19 Ook liet Salomo alle voorwerpen maken die in de tempel thuishoren: het gouden altaar en de tafel voor de toonbroden. 20 Hetzelfde gold voor de gouden kandelaars en de lampen, die volgens de regels vóór de achterzaal werden aangestoken, 21 de bloemdecoraties 22 de snuiters, lepels, offerschalen, schotels en vuurpannen, alles werd van puur goud gemaakt. Zelfs de deuren van de tempel waren van goud, zowel de deuren van de ingang van het Heilige der Heiligen als van de ingang van de grote zaal.