Add parallel Print Page Options

19 En ze zeiden tegen Samuel: "Bid alstublieft voor ons tot uw Heer God, zodat wij niet zullen sterven. We hebben toch al zoveel verkeerde dingen gedaan, en nu hebben we het nog erger gemaakt door om een koning te vragen."

20 Samuel zei tegen het volk: "Wees niet bang. Jullie hebben inderdaad verkeerd gedaan. Maar wees dan nu niet langer ongehoorzaam aan de Heer. Dien Hem met je hele hart. 21 Aanbid geen afgoden meer. Die kunnen niets voor jullie doen en kunnen jullie niet redden. Het zijn nutteloze beelden. 22 Maar de Heer zal zijn volk niet verlaten, vanwege zijn eigen eer. Hij had immers besloten dat jullie zijn eigen volk zouden zijn. 23 Wat mij betreft, ik zal voor jullie blijven bidden. Want anders zou ik ongehoorzaam zijn aan de Heer. Ik zal jullie blijven leren hoe jullie moeten leven zoals de Heer het wil. 24 Blijf diep ontzag voor de Heer hebben. Dien Hem trouw met je hele hart. Jullie weten immers zelf wat een geweldige dingen Hij voor jullie heeft gedaan. 25 Maar als jullie verkeerde dingen doen, zullen jullie samen met je koning vernietigd worden."

Read full chapter