Add parallel Print Page Options

Zodra Ahia haar hoorde binnen komen, zei hij: "Kom binnen, vrouw van Jerobeam! Waarom doet u alsof u een onbekende bent? Ik heb slecht nieuws voor u. Ga naar huis en zeg tegen Jerobeam: Dit zegt de Heer, de God van Israël: Ik heb je opgetild uit het volk en je koning gemaakt over mijn volk Israël. Ik heb het koningschap afgescheurd van de familie van David en het aan jou gegeven. Maar jij hebt niet op dezelfde manier geleefd als mijn dienaar David. David gehoorzaamde mijn bevelen. Hij diende Mij met zijn hele hart door te leven zoals Ik het wil. Maar jij bent slechter geweest dan alle anderen vóór jou, want je hebt andere goden gemaakt. Met die beelden heb je Mij heel erg kwaad gemaakt. Want je hebt Mij aan de kant geschoven. 10 Daarom zal Ik een ramp over jouw hele familie laten komen. Ik zal alle mannen uit je familie doden, van hoog tot laag. Ik zal je hele familie wegvegen zoals je mest uit de stal wegveegt. Er zal niemand van overblijven. 11 De mannen die in de stad worden gedood, zullen door de honden worden opgegeten. En de mannen die in het veld worden gedood, zullen door de vogels worden opgegeten. De Heer heeft het gezegd.[a]

12 Ga nu terug naar huis, vrouw van Jerobeam. Op het moment dat u de stad binnenkomt, zal de jongen sterven. 13 Heel Israël zal over hem huilen en treuren en ze zullen hem begraven. Van Jerobeams familie zal hij de enige zijn die in een graf komt te liggen. Want hij is de enige in wie de Heer, de God van Israël, nog iets goeds heeft gezien. 14 De Heer zal ervoor zorgen dat een koning van Israël Jerobeams familie zal vernietigen. En wat zal er daarna gebeuren? 15 De Heer zal Israël zwaar straffen. Het land zal ervan schudden zoals riet in de storm. Hij zal de Israëlieten wegrukken uit dit prachtige land dat Hij aan hun voorouders heeft gegeven. Hij zal hen uit elkaar jagen, naar de overkant van de Rivier,[b] omdat ze palen hebben aanbeden en Hem daarmee kwaad gemaakt hebben. 16 Hij zal Israël loslaten omdat Jerobeam ongehoorzaam aan Mij is geweest en omdat hij Israël ongehoorzaam aan Mij heeft gemaakt."

Read full chapter

Footnotes

  1. 1 Koningen 14:11 Dit gebeurde ongeveer 20 jaar later door koning Baësa. Lees 1 Koningen 15:29.
  2. 1 Koningen 14:15 Pas 200 jaar later werd dit werkelijkheid. Assur veroverde toen Samaria, de hoofdstad van Israël, en nam de Israëlieten gevangen mee naar Assur, aan de andere kant van de rivier de Eufraat. Lees 2 Koningen 17:29.