Add parallel Print Page Options

Daarom werd de Heer kwaad op Salomo. Want hij was niet langer trouw aan de Heer, de God van Israël, die twee keer naar hem toe was gekomen. 10 De Heer had hem duidelijk gezegd dat hij geen andere goden mocht aanbidden. Maar hij deed niet wat de Heer gezegd had. 11 Daarom zei de Heer tegen Salomo: "Je hebt je niet gehouden aan mijn verbond en aan de wetten die Ik je heb gegeven. Daarom zal Ik dit koninkrijk van jou afscheuren en aan je dienaar geven. 12 Maar Ik zal dat niet doen zo lang jijzelf nog leeft, vanwege mijn belofte aan je vader David. Maar Ik zal het losscheuren van je zoon. 13 Maar Ik zal niet het hele land afscheuren: Ik zal één stam[a] aan je zoon geven, vanwege mijn belofte aan je vader David[b] en vanwege Jeruzalem, dat Ik heb uitgekozen."[c]

Read full chapter

Footnotes

  1. 1 Koningen 11:13 Eigenlijk twee stammen: Juda en Benjamin. Lees 12 vers 21; Maar de stam van Benjamin was maar heel erg klein en zijn gebied grensde aan dat van de stam van Juda. Daarom wordt er meestal alleen van Juda gesproken.
  2. 1 Koningen 11:13 Lees 2 Samuel 7:16.
  3. 1 Koningen 11:13 Jeruzalem lag in het eigen gebied van de stam van Juda en God had Jeruzalem uitgekozen om te wonen: daar stond de tempel.

9,10 De Here werd toornig op Salomo, omdat hij Hem de rug had toegekeerd. De Here, de God van Israël, die tweemaal aan Salomo was verschenen om hem speciaal te waarschuwen tegen het vereren van afgoden. Maar hij had niet geluisterd 11 en daarom zei de Here nu tegen hem: ‘Omdat u zich niet aan onze overeenkomst hebt gehouden en mijn wetten niet hebt gehoorzaamd, zal Ik het koninkrijk van u en uw familie wegnemen en het aan een van uw dienaren geven. 12,13 Ter wille van uw vader David zal Ik dat echter pas na uw dood doen. Ik zal het koninkrijk van uw zoon afnemen. En dan nog zal Ik hem koning over één stam laten zijn, ter wille van mijn dienaar David en ter wille van Jeruzalem, mijn uitverkoren stad.’

Read full chapter