11 我的意思是,若有人自稱是信徒,卻淫亂、貪婪、祭拜偶像、毀謗、酗酒、欺詐,你們不要和他們交往,甚至不要和他們一起吃飯。

Read full chapter

10+11 Ik bedoelde daarmee niet de ongelovige mensen die slechte dingen doen. Want dan zouden jullie uit de wereld weg moeten gaan. Maar ik bedoel dat jullie niet moeten omgaan met mensen die wel zéggen dat ze gelovigen zijn, maar die toch met allerlei mannen of vrouwen naar bed gaan, hebzuchtig zijn, afgoden aanbidden, leugens over andere mensen rondvertellen, te veel drinken of anderen bedriegen. Met zulke mensen moeten jullie zelfs niet samen eten.

Read full chapter

11 But now I am writing to you that you must not associate with anyone who claims to be a brother or sister[a](A) but is sexually immoral or greedy, an idolater(B) or slanderer, a drunkard or swindler. Do not even eat with such people.(C)

Read full chapter

Footnotes

  1. 1 Corinthians 5:11 The Greek word for brother or sister (adelphos) refers here to a believer, whether man or woman, as part of God’s family; also in 8:11, 13.