Font Size
1 Corinthiërs 14:33-35
BasisBijbel
1 Corinthiërs 14:33-35
BasisBijbel
33 Want God is geen God van wanorde, maar van vrede.
34 Zoals ook in alle andere gemeenten moeten de vrouwen hun mond houden in de dienst. Ze mogen niet zitten praten. Ze moeten gehoorzaam en bescheiden blijven tegenover hun man, want hij is het hoofd, zoals dat in de Romeinse wet staat.[a] 35 En als ze iets willen weten, moeten ze het thuis aan hun man vragen. Want het is niet netjes voor een vrouw om in de dienst te zitten praten.
Read full chapterFootnotes
- 1 Corinthiërs 14:34 Griekenland, en dus ook de stad Korinte, was veroverd door de Romeinen. Daarom golden daar de Romeinse wetten, en niet langer de Griekse. Volgens de Romeinse wetten van die tijd had een vrouw heel wat minder rechten dan tegenwoordig. Zo mocht ze bijvoorbeeld nergens haar handtekening onder zetten. Haar man moest tekenen. Ook had ze niets te zeggen over het geld. Al het geld was van haar man, ook als zij bij haar trouwen geld van zichzelf had. Haar man was in alles het hoofd. Zo wil Paulus dat ook in de gemeente in die tijd.
BasisBijbel (BB)
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016