Add parallel Print Page Options

De bouwstenen van Gods huis

Doe dus alles weg wat slecht is: alle bedrog, jaloersheid en kwaadsprekerij. Verlang naar het zuivere woord van Gods waarheid, net zoals pasgeboren baby's verlangen naar pure, onverdunde melk. Want daardoor zullen jullie opgroeien. Door Gods woord zullen jullie proeven hoe goed en vriendelijk de Heer is. En ga naar Jezus toe. Hij is de levende bouwsteen waarmee God zijn huis wilde bouwen. De mensen hebben Hem wel afgekeurd, maar God heeft Hem uitgekozen. Hij vindt Hem kostbaar. En jullie moeten je ook zelf laten gebruiken als levende stenen waarmee een geestelijk huis wordt gebouwd. Zo zijn jullie samen een heilig volk van priesters, een volk dat geestelijke offers brengt waar God blij mee is dankzij Jezus Christus. Want er staat in de Boeken: "Kijk, Ik leg in Jeruzalem een kostbare bouwsteen (= Jezus) neer, die Ik heb uitgekozen. Die steen wordt de belangrijkste bouwsteen van mijn huis. Iedereen die op Hem vertrouwt, zal nooit in Hem teleurgesteld worden." Voor jullie is die Steen kostbaar, want jullie vertrouwen op Hem. Maar voor de ongehoorzame mensen zijn de volgende woorden: "De bouwsteen die de bouwers niet goed genoeg vonden, is de belangrijkste steen van het gebouw geworden. Maar voor hen is hij een steen waaraan ze zich stoten, een rotsblok waarover ze vallen." Ze stoten zich eraan, omdat ze Gods woord niet gehoorzamen en niet geloven. Dat kan ook niet anders, want zo heeft God dat gewild. Maar jullie zijn door God uitgekozen. Jullie zijn een uitgekozen volk, een koninkrijk van priesters, een volk dat bij God hoort en dat zijn eigendom is.[a] Jullie zijn uitgekozen om de mensen te vertellen van de geweldige dingen die God heeft gedaan. Hij heeft jullie uit het donker geroepen om in zijn heerlijke licht te komen leven. 10 Vroeger waren jullie zijn volk niet, maar nu zijn jullie Gods volk. Eerst was er geen vergeving voor jullie ongehoorzaamheid, maar nu heeft God jullie al je ongehoorzaamheid vergeven.

Wees een voorbeeld voor de ongelovigen

11 Lieve broeders en zusters, de verlangens van jullie oude 'ik' zijn gevaarlijk voor jullie. Daarom zeg ik jullie dat je er niet naar moet luisteren. Want jullie zijn vreemdelingen op aarde. Jullie moeten dus niet dezelfde dingen doen als de ongelovige mensen. 12 Maar gedraag je goed tussen de mensen die niet in Jezus geloven. Zij zullen jullie wel beschuldigen van allerlei dingen die helemaal niet waar zijn. Maar als ze letten op de goede dingen die jullie doen, zullen ze God prijzen als Hij op een dag naar hen toe komt.

13 Wees gehoorzaam aan alle mensen die regeren, omdat de Heer dat wil. Wees dus gehoorzaam aan de Romeinse keizer als hoogste heerser. 14 Maar wees ook gehoorzaam aan de andere bestuurders. Zij zijn door de keizer aangewezen om slechte mensen te straffen en om mensen die goed leven, te prijzen. 15 Want als jullie gehoorzaam zijn, zullen de onverstandige mensen die niets van het goede nieuws weten, jullie nergens van kunnen beschuldigen. En dat is wat God wil. 16 Leef als vrije mensen, maar misbruik die vrijheid niet om te doen wat jullie maar willen, en om slechte dingen te doen. Gebruik die vrijheid om God te dienen. 17 Heb respect voor iedereen. Houd van je broeders en zusters.[b] Heb ontzag voor God en respect voor de Romeinse keizer.

18 Slaven,[c] heb respect voor jullie meesters en gehoorzaam hen. En niet alleen goede en vriendelijke meesters, maar ook slechte meesters. 19 Het is een eer als je moet lijden omdat je God gehoorzaam bent. 20 Maar als je moet lijden omdat je iets slechts hebt gedaan, zal niemand je prijzen. Maar als je goed doet, en dan tóch straf krijgt, is God trots op jullie. 21 Want nu God jullie heeft geroepen, zullen jullie ook moeten lijden. Dat hoort erbij. Want ook Christus heeft voor ons geleden terwijl Hij niets slechts had gedaan. Zo is Hij een voorbeeld voor ons. En Hij wil dat we zijn voorbeeld volgen. 22 Hij is God nooit ongehoorzaam geweest en heeft nooit gelogen. 23 Als Hij werd uitgescholden, schold Hij niet terug. En als de mensen Hem slecht behandelden, bedreigde Hij hen niet. Maar Hij vertrouwde er op dat God rechtvaardig over hen zal rechtspreken.

24 Toen Hij aan het kruis werd gespijkerd, droeg Hij ónze ongehoorzaamheid in Zich mee aan het kruis. Onze ongehoorzaamheid werd daar gekruisigd. Daardoor zijn we nu dood voor het kwaad. Nu kunnen we leven zoals God het wil. En door de wonden die de zweepslagen in zijn lichaam hebben gemaakt, hebben jullie genezing gekregen. 25 Vroeger waren jullie als verdwaalde schapen. Maar nu volgen jullie de Heer die jullie als een Herder wil leiden.

Footnotes

  1. 1 Petrus 2:9 De priesters uit het Oude Testament waren Gods 'eigendom'. Lees Numeri 3:40-45 en Numeri 8:15-19. Ze dienden God en leefden van het vlees en brood dat als offers naar de tempel werd gebracht.
  2. 1 Petrus 2:17 In 1 Korintiërs 13 is te lezen wat voor soort liefde Petrus bedoelt.
  3. 1 Petrus 2:18 In Paulus' tijd waren de slaven mensen van volken die door de Romeinen of de Grieken overwonnen waren. Over het algemeen werden ze goed behandeld. Veel van hen hadden een hoge positie. Ze verdienden geld en konden zich daarmee op den duur vrijkopen. Het grote verschil met een vrij mens was, dat ze niet weg mochten. Hun tijd en arbeid waren van hun meester. De 19e eeuwse slavernij was heel anders. Die slaven werden niet behandeld als mensen, omdat ze een andere huidskleur hadden. Ze werden mishandeld, kregen geen loon en konden zich nooit vrijkopen. Ze waren tot hun dood met lichaam, tijd en arbeid van hun meester. Dit is niet het soort slavernij waar Paulus het over heeft. Die slavernij waarin mensen zwaar mishandeld werden, is juist afgeschaft dankzij de inzet van gelovige mensen.

Your identity as believers

Therefore, get rid of all ill will and all deceit, pretense, envy, and slander. Instead, like a newborn baby, desire the pure milk of the word. Nourished by it, you will grow into salvation, since you have tasted that the Lord is good.

Now you are coming to him as to a living stone. Even though this stone was rejected by humans, from God’s perspective it is chosen, valuable. You yourselves are being built like living stones into a spiritual temple. You are being made into a holy priesthood to offer up spiritual sacrifices that are acceptable to God through Jesus Christ. Thus it is written in scripture, Look! I am laying a cornerstone in Zion, chosen, valuable. The person who believes in him will never be shamed.[a] So God honors you who believe. For those who refuse to believe, though, the stone the builders tossed aside has become the capstone. This is a stone that makes people stumble and a rock that makes them fall. Because they refuse to believe in the word, they stumble. Indeed, this is the end to which they were appointed. But you are a chosen race, a royal priesthood, a holy nation, a people who are God’s own possession. You have become this people so that you may speak of the wonderful acts of the one who called you out of darkness into his amazing light. 10 Once you weren’t a people, but now you are God’s people. Once you hadn’t received mercy, but now you have received mercy.

Life as strangers in the world

11 Dear friends, since you are immigrants and strangers in the world, I urge that you avoid worldly desires that wage war against your lives. 12 Live honorably among the unbelievers. Today, they defame you, as if you were doing evil. But in the day when God visits to judge they will glorify him, because they have observed your honorable deeds.

13 For the sake of the Lord submit to every human institution. Do this whether it means submitting to the emperor as supreme ruler, 14 or to governors as those sent by the emperor. They are sent to punish those doing evil and to praise those doing good. 15 Submit to them because it’s God’s will that by doing good you will silence the ignorant talk of foolish people. 16 Do this as God’s slaves, and yet also as free people, not using your freedom as a cover-up for evil. 17 Honor everyone. Love the family of believers. Have respectful fear of God. Honor the emperor.

18 Household slaves, submit by accepting the authority of your masters with all respect. Do this not only to good and kind masters but also to those who are harsh. 19 Now, it is commendable if, because of one’s understanding of God, someone should endure pain through suffering unjustly. 20 But what praise comes from enduring patiently when you have sinned and are beaten for it? But if you endure steadfastly when you’ve done good and suffer for it, this is commendable before God.

21 You were called to this kind of endurance, because Christ suffered on your behalf. He left you an example so that you might follow in his footsteps. 22 He committed no sin, nor did he ever speak in ways meant to deceive. 23 When he was insulted, he did not reply with insults. When he suffered, he did not threaten revenge. Instead, he entrusted himself to the one who judges justly. 24 He carried in his own body on the cross the sins we committed. He did this so that we might live in righteousness, having nothing to do with sin. By his wounds you were healed. 25 Though you were like straying sheep, you have now returned to the shepherd and guardian of your lives.