Add parallel Print Page Options

50 Ook Adonia was bang voor Salomo. Hij vluchtte naar de tent van de Heer. Daar greep hij de horens op de hoeken van het altaar vast. 51 Salomo kreeg het bericht: "Adonia is bang voor u. Daarom heeft hij de horens van het altaar beetgepakt zodat u hem niets zal durven doen uit ontzag voor het altaar. Hij heeft gezegd: 'Laat koning Salomo eerst zweren dat hij me niet zal doden.' " 52 Toen zei Salomo: "Als hij niets verkeerds doet, zal hem niets gebeuren. Maar als ik ontdek dat hij mij kwaad wil doen, zal ik hem doden."

Read full chapter

49,50 Adonia en zijn gasten sprongen op van tafel en ieder haastte zich naar huis. Adonia was bang dat Salomo wraak zou nemen. Daarom rende hij het heiligdom in en greep de horens van het heilige altaar om bescherming te zoeken. 51 Aan koning Salomo werd gemeld: ‘Adonia is bang voor u. Hij heeft een van de hoeken van het altaar vastgegrepen en uitgeroepen: “Laat koning Salomo mij eerst zweren dat hij mij niet zal terechtstellen!” ’ 52 Salomo zei: ‘Als hij zich voortaan goed gedraagt, zal hem niets overkomen. Maar als hij dat niet doet, moet hij sterven.’

Read full chapter

50 But Adonijah, in fear of Solomon, went and took hold of the horns(A) of the altar. 51 Then Solomon was told, “Adonijah is afraid of King Solomon and is clinging to the horns of the altar. He says, ‘Let King Solomon swear to me today that he will not put his servant to death with the sword.’”

52 Solomon replied, “If he shows himself to be worthy, not a hair(B) of his head will fall to the ground; but if evil is found in him, he will die.”

Read full chapter