Add parallel Print Page Options

Houd niet van de zondige wereld

Kinderen, ik zeg dit om u van de zonde af te houden. Maar als iemand zondigt, hebben wij een rechtvaardige advocaat die ons verdedigt bij de Vader: Jezus Christus. Hij nam de straf voor onze zonden op Zich en verzoende ons zo met God. Hij is het offer voor onze zonden en niet alleen voor de onze, maar ook voor die van de hele wereld.

Hoe kunnen wij er zeker van zijn dat wij bij Hem horen? Als we doen wat Hij zegt! Als iemand zegt dat hij Hem kent, maar niet doet wat Hij zegt, is hij een leugenaar. Zo iemand doet de waarheid geweld aan. Maar wie doet wat God van hem vraagt, is vol van zijn liefde. Daaraan is te zien of u christen bent of niet. Ieder die zegt één te zijn met Hem, moet leven zoals Jezus leefde.

Beste vrienden, ik schrijf u geen nieuw maar een oud gebod, u kent het al vanaf het begin. Toch is het steeds weer nieuw en het betreft zowel Christus als u. Als wij dit gebod gehoorzamen door elkaar lief te hebben, verdwijnt de duisternis uit ons leven en komt het ware licht binnen. Wie beweert in dat licht te leven, maar een hekel aan zijn broeder heeft, leeft nog steeds in het donker. 10 Maar wie van zijn broeder houdt, leeft in het licht en gaat zijn weg zonder te struikelen. 11 Wie een hekel aan zijn broeder heeft, leeft in het donker en weet niet waar hij loopt. Omdat het donker is, kan hij niets zien.

12 Ik schrijf u dit allemaal, vrienden, omdat uw zonden vergeven zijn door wat Christus voor u heeft gedaan. 13 Ik schrijf dit allemaal, vaders, omdat u Christus kent, die er vanaf het begin geweest is. Ik schrijf dit allemaal, jongelui, omdat u het van de duivel hebt gewonnen. 14 Dus, kinderen, u kent de Vader. En vaders, u kent Christus, die er vanaf het begin geweest is. En, jongelui, u bent sterk, houd vast aan wat God heeft gezegd, u hebt het van de duivel gewonnen. 15 Houd niet van de zondige wereld en van wat die te bieden heeft, want als u van de wereld houdt, blijkt daaruit dat u de liefde van de Vader hebt afgewezen. 16 Alles wat van de wereld is—de zondige begeerten, de hebzucht en de hoogmoed, die door macht en bezit ontstaat—is er niet door de Vader, maar door de wereld. 17 Aan de wereld en haar zondige begeerten komt een einde, maar wie doet wat God wil, zal eeuwig blijven leven.

18 Vrienden, de wereld loopt op haar einde. U hebt gehoord dat de antichrist zal komen. Maar ik wil u erop wijzen dat er al heel wat vijanden van Christus rondlopen. Daaruit blijkt duidelijk dat het laatste uur voor de wereld geslagen heeft. 19 Die vijanden van Christus hebben vroeger bij ons gehoord, maar niet echt. Anders zouden ze bij ons zijn gebleven. Door ons de rug toe te keren, hebben zij laten zien dat ze niet allemaal bij ons hoorden. 20 U bent heel anders, want de Heilige Geest is in u komen wonen en daardoor kent u de waarheid. 21 Ik schrijf u dus niet omdat u de waarheid niet zou kennen, maar omdat u de waarheid van de leugen moet kunnen onderscheiden.

22 En wie is de leugenaar? Dat is degene die zegt dat Jezus niet de Christus is. Zo iemand is een vijand van Christus, een antichrist, omdat hij niet gelooft in God de Vader en in zijn Zoon Jezus Christus. 23 Want wie niet in de Zoon gelooft, kent ook de Vader niet. Maar wie in de Zoon gelooft, kent ook de Vader. 24 Blijf trouw aan wat u in het begin gehoord hebt. Als u dat doet, zult u altijd één zijn met de Zoon en de Vader. 25 Christus, de Zoon, heeft ons het eeuwige leven beloofd.

26 Ik vond het mijn plicht u te waarschuwen voor de mensen die proberen u op een dwaalspoor te brengen. 27 Maar u hebt de Heilige Geest ontvangen en Hij woont in u. Daarom hoeft niemand anders u te leren wat God wil, want Hij Zelf is uw Leraar. Wat Hij zegt, is de waarheid en geen leugen. Doe daarom wat de Heilige Geest u geleerd heeft en blijf één met Christus.

28 Nogmaals, vrienden, blijf één met de Here. Dan zullen wij Hem kunnen ontmoeten en ons niet voor Hem hoeven te schamen. 29 Omdat wij weten dat God goed en rechtvaardig is, mogen wij terecht aannemen dat alle mensen die doen wat goed en rechtvaardig is, kinderen van God zijn.

God is licht (vervolg)

Lieve kinderen, ik schrijf jullie dit om jullie te helpen niet ongehoorzaam aan God te zijn. Maar als iemand toch ongehoorzaam aan God is geweest, zal Jezus Christus, die rechtvaardig is, voor ons opkomen bij de Vader. Hij nam de straf op Zich voor al onze ongehoorzaamheid. En niet alleen voor die van óns, maar voor die van álle mensen. Daardoor zijn we niet langer schuldig.

Leven in het licht

Hoe weet je zeker dat je echt bij Hem hoort? Als je Hem gehoorzaamt. Als je zegt: "Ik ken Hem," maar Hem niet gehoorzaamt, dan ben je een leugenaar. Je leeft niet vanuit Gods waarheid. Maar als je Hem gehoorzaamt, houd je werkelijk van Hem. Zo kun je weten dat je bij Hem hoort. Als je zegt dat je bij Hem hoort, moet je ook net zo leven zoals Hij heeft geleefd.

Lieve broeders en zusters, wat ik jullie schrijf is niet nieuw. Het is een oud bevel, dat jullie al vanaf het begin hebben gekregen. Het is het woord dat jullie vanaf het begin hebben gehoord. Toch is het ook een nieuw bevel, want het is nu in Hem en in jullie werkelijkheid geworden. Want het licht van God schijnt nu in jullie hart. Daardoor zal elke duisternis verdwijnen. Als je zegt dat je in het licht leeft, maar een hekel hebt aan een broeder of zuster, dan leef je nog steeds in het donker. 10 Maar als je van je broeders en zusters houdt, leef je in het licht. Dan zul je nergens over struikelen en niet vallen. 11 Maar als je een hekel hebt aan een broeder of zuster, leef je in het donker. Dan weet je niet waar je heengaat, want in het donker kun je niets zien. Daardoor zul je struikelen en vallen.

12 Kinderen in het geloof, jullie ongehoorzaamheid aan God is vergeven door wat Jezus heeft gedaan. 13 Vaders in het geloof, jullie kennen Hem die vanaf het begin al is. Jonge mensen in het geloof, jullie hebben de duivel overwonnen. Kinderen in het geloof, jullie kennen de Vader. 14 Vaders in het geloof, ik zeg het nog een keer: jullie kennen Hem die vanaf het begin al is. Jonge mensen in het geloof, ik zeg het jullie nog een keer: jullie zijn sterk van geest en het woord van God is in jullie en jullie hebben de duivel overwonnen.

15 Houd niet van de wereld en van de dingen die van de wereld zijn. Als je van de wereld houdt, houd je niet werkelijk van de Vader. 16 Want alles wat de ongelovige mensen doen en willen en verlangen en belangrijk vinden, is niet van de Vader, maar van de wereld. 17 En de wereld met alles wat ze belangrijk vindt, zal verdwijnen. Maar als je doet wat God wil, zul je eeuwig leven.

Waarschuwing tegen de vijand van Christus

18 Kinderen, het is het eind van de tijd. Jullie hebben gehoord dat er een vijand van Christus zal komen.[a] Ook nu zijn er al veel vijanden van Christus. Daaraan kunnen we zien dat het inderdaad het eind van de tijd is. 19 Die mensen hoorden vroeger bij ons. Maar niet echt. Want als ze écht bij ons hadden gehoord, zouden ze bij ons zijn gebleven. Maar doordat ze niet bij ons bleven, werd duidelijk dat zij niet allemaal werkelijk bij ons horen.

20 Maar jullie zijn allemaal gezalfd door de Heilige Geest. Jullie kennen de waarheid. 21 Ik heb jullie niet geschreven omdat ik dacht dat jullie de waarheid niet kennen. Maar ik schrijf jullie juist omdat jullie de waarheid wél kennen. Daardoor kunnen jullie ook zien wat leugen is. 22 Wie is een leugenaar? Iemand die zegt dat Jezus niet de Christus is![b] Zo iemand is een vijand van Christus omdat hij niet gelooft in de Vader en in de Zoon. 23 Mensen die niet in de Zoon geloven, kennen ook de Vader niet.

24 Wat jullie betreft: wat jullie vanaf het begin hebben gehoord, moeten jullie goed in je hart bewaren. Als jullie dat doen, zullen jullie één zijn met de Zoon en met de Vader. 25 En dit is wat Hij ons Zelf beloofd heeft: het eeuwige leven.

26 Ik schrijf jullie dit om jullie te waarschuwen voor bedriegers. Zij proberen jullie verkeerde dingen te leren. 27 Maar jullie zijn gezalfd met de Heilige Geest. En Hij woont in jullie. Het is niet nodig dat iemand jullie leert wat God van jullie wil: de Heilige Geest leert jullie alles. Wat Hij zegt, is de waarheid. Hij liegt niet. Daarom moeten jullie één met Hem blijven, zoals Hij jullie heeft geleerd.

28 Kinderen, blijf dus één met Hem. Want dan kunnen we Hem, wanneer Hij komt, vol vertrouwen ontmoeten en hoeven we ons niet te schamen. 29 God is goed en rechtvaardig. Daarom moeten jullie ook geloven dat iedereen die goed en rechtvaardig leeft, uit Hem geboren is.[c]

Footnotes

  1. 1 Johannes 2:18 Deze vijand wordt de 'antichrist' genoemd. Lees over deze persoon ook Openbaring 13:11-14.
  2. 1 Johannes 2:22 Het woord 'Christus' is Grieks en betekent 'Gezalfde'. (Het Nieuwe Testament is in het Grieks geschreven). 'De gezalfde' is in de Joodse Boeken de man die speciaal door God met zijn Geest is gevuld ('gezalfd') om Israël te redden. In het Hebreeuws, de taal waarin het Oude Testament is geschreven, werd hij de 'Messias' genoemd, wat hetzelfde betekent.
  3. 1 Johannes 2:29 Lees Johannes 1:12 en 13.

My dear children,(A) I write this to you so that you will not sin. But if anybody does sin, we have an advocate(B) with the Father—Jesus Christ, the Righteous One. He is the atoning sacrifice for our sins,(C) and not only for ours but also for the sins of the whole world.(D)

Love and Hatred for Fellow Believers

We know(E) that we have come to know him(F) if we keep his commands.(G) Whoever says, “I know him,”(H) but does not do what he commands is a liar, and the truth is not in that person.(I) But if anyone obeys his word,(J) love for God[a] is truly made complete in them.(K) This is how we know(L) we are in him: Whoever claims to live in him must live as Jesus did.(M)

Dear friends,(N) I am not writing you a new command but an old one, which you have had since the beginning.(O) This old command is the message you have heard. Yet I am writing you a new command;(P) its truth is seen in him and in you, because the darkness is passing(Q) and the true light(R) is already shining.(S)

Anyone who claims to be in the light but hates a brother or sister[b](T) is still in the darkness.(U) 10 Anyone who loves their brother and sister[c] lives in the light,(V) and there is nothing in them to make them stumble.(W) 11 But anyone who hates a brother or sister(X) is in the darkness and walks around in the darkness.(Y) They do not know where they are going, because the darkness has blinded them.(Z)

Reasons for Writing

12 I am writing to you, dear children,(AA)
    because your sins have been forgiven on account of his name.(AB)
13 I am writing to you, fathers,
    because you know him who is from the beginning.(AC)
I am writing to you, young men,
    because you have overcome(AD) the evil one.(AE)

14 I write to you, dear children,(AF)
    because you know the Father.
I write to you, fathers,
    because you know him who is from the beginning.(AG)
I write to you, young men,
    because you are strong,(AH)
    and the word of God(AI) lives in you,(AJ)
    and you have overcome the evil one.(AK)

On Not Loving the World

15 Do not love the world or anything in the world.(AL) If anyone loves the world, love for the Father[d] is not in them.(AM) 16 For everything in the world—the lust of the flesh,(AN) the lust of the eyes,(AO) and the pride of life—comes not from the Father but from the world. 17 The world and its desires pass away,(AP) but whoever does the will of God(AQ) lives forever.

Warnings Against Denying the Son

18 Dear children, this is the last hour;(AR) and as you have heard that the antichrist is coming,(AS) even now many antichrists have come.(AT) This is how we know it is the last hour. 19 They went out from us,(AU) but they did not really belong to us. For if they had belonged to us, they would have remained with us; but their going showed that none of them belonged to us.(AV)

20 But you have an anointing(AW) from the Holy One,(AX) and all of you know the truth.[e](AY) 21 I do not write to you because you do not know the truth, but because you do know it(AZ) and because no lie comes from the truth. 22 Who is the liar? It is whoever denies that Jesus is the Christ. Such a person is the antichrist—denying the Father and the Son.(BA) 23 No one who denies the Son has the Father; whoever acknowledges the Son has the Father also.(BB)

24 As for you, see that what you have heard from the beginning(BC) remains in you. If it does, you also will remain in the Son and in the Father.(BD) 25 And this is what he promised us—eternal life.(BE)

26 I am writing these things to you about those who are trying to lead you astray.(BF) 27 As for you, the anointing(BG) you received from him remains in you, and you do not need anyone to teach you. But as his anointing teaches you about all things(BH) and as that anointing is real, not counterfeit—just as it has taught you, remain in him.(BI)

God’s Children and Sin

28 And now, dear children,(BJ) continue in him, so that when he appears(BK) we may be confident(BL) and unashamed before him at his coming.(BM)

29 If you know that he is righteous,(BN) you know that everyone who does what is right has been born of him.(BO)

Footnotes

  1. 1 John 2:5 Or word, God’s love
  2. 1 John 2:9 The Greek word for brother or sister (adelphos) refers here to a believer, whether man or woman, as part of God’s family; also in verse 11; and in 3:15, 17; 4:20; 5:16.
  3. 1 John 2:10 The Greek word for brother and sister (adelphos) refers here to a believer, whether man or woman, as part of God’s family; also in 3:10; 4:20, 21.
  4. 1 John 2:15 Or world, the Father’s love
  5. 1 John 2:20 Some manuscripts and you know all things