Add parallel Print Page Options

De kern van het goede nieuws van Jezus

15 Broeders en zusters, ik wil jullie herinneren aan het goede nieuws dat ik jullie heb verteld. Jullie hebben het geloofd en het is de basis van jullie leven geworden. Jullie zijn door dat goede nieuws ook gered. Maar jullie moeten het wel precies zó blijven geloven als ik het jullie heb verteld. Anders zijn jullie voor niets tot geloof gekomen.

Ik heb jullie het belangrijkste van het goede nieuws geleerd. En dat is: Christus is gestorven voor al onze ongehoorzaamheid aan God. Dat was ook van tevoren in de Boeken opgeschreven. Hij is begraven en op de derde dag weer uit de dood opgestaan. Ook dat was van tevoren in de Boeken opgeschreven. Daarna is Hij door Petrus gezien, en daarna door de twaalf leerlingen. Daarna is Hij door meer dan 500 broeders tegelijk gezien. Sommigen van hen zijn al gestorven, maar de meesten leven nog. Daarna is Hij gezien door Jakobus. Daarna nog een keer door de twaalf leerlingen. Het allerlaatste heeft Hij Zich ook laten zien aan mij, een mislukkeling. Want van alle boodschappers van God ben ik het minste waard. Eigenlijk ben ik het niet eens waard om een boodschapper van God genoemd te worden. Want ik heb de gemeente van God vervolgd.[a] 10 Maar dankzij Gods liefde voor mij ben ik geworden wat ik nu ben. En Hij is niet voor niets zo goed voor mij geweest. Want ik heb harder gewerkt dan alle anderen. Toch was dat niet mijn eigen werk, maar het werk van God door mij heen. 11 Maar goed, het maakt niet uit of ík het goede nieuws vertel of dat ánderen dat doen. We vertellen allemaal hetzelfde goede nieuws. En jullie hebben dat goede nieuws geloofd.

De gelovigen staan op uit de dood

12 Het goede nieuws van Christus zegt dat Hij uit de dood is opgestaan. Hoe komen sommigen van jullie er dan bij dat er geen opstanding uit de dood bestaat? 13 Want als er geen opstanding uit de dood bestaat, is Christus óók niet opgestaan uit de dood. 14 En als Christus niet is opgestaan uit de dood, dan betekent onze boodschap helemaal niets. Dan heeft het ook geen zin om in Hem te geloven. 15 Dan hebben we leugens over God verteld. Want dan hebben we van God gezegd dat Hij Christus weer levend heeft gemaakt, terwijl dat niet zo is als er geen opstanding uit de dood bestaat. 16 Want als er geen opstanding uit de dood bestaat, is Christus ook niet uit de dood opgestaan. 17 En als Christus niet uit de dood is opgestaan, heeft het geen zin om in Hem te geloven. Dan zijn we nog steeds schuldig door onze ongehoorzaamheid aan God. 18 Dan zijn ook de mensen die in Christus geloofden toen ze stierven, verloren gegaan. 19 Als we alleen voor het leven hier op aarde het goede van Christus verwachten, zijn we de zieligste mensen van de hele wereld.

20 Maar: Christus ís uit de dood opgestaan! Hij was de eerste van alle gestorven mensen die dat deed. 21 Vroeger is door een mens (Adam) de dood in de wereld gekomen.[b] Nu is ook door een Mens de opstanding uit de dood in de wereld gekomen. 22 Alle mensen zullen door de schuld van Adam sterven. Maar nu zullen alle mensen door Christus levend gemaakt worden. 23 Maar ieder op zijn beurt: Christus als eerste en daarna de mensen die van Christus zijn als Hij terugkomt.

24 Daarna komt het einde. Dan geeft Hij zijn koningschap aan God de Vader terug. Dat zal zijn als Hij alles vernietigd heeft wat in de zichtbare wereld én in de geestelijke wereld heerst, macht heeft en kracht heeft. 25 Want Hij zal als Koning heersen, totdat Hij al zijn vijanden overwonnen heeft. 26 De laatste vijand die wordt overwonnen, is de dood. 27 Want de Vader heeft Jezus over alles de overwinning gegeven. Maar niet over de Vader Zelf. Want de Vader Zelf heeft alles overwonnen. 28 Alle mensen en alle machten zullen Jezus als Koning erkennen. Daarna zal Jezus zijn koningschap aan de Vader geven. Want Híj heeft Jezus over alles de overwinning gegeven. Dan zal God Koning zijn over alles en iedereen. En iedereen zal vol van Hem zijn.

29 Stel dat de doden niet zullen opstaan. Wat voor zin heeft het dan dat sommige mensen zich laten dopen voor mensen die al gestorven zijn? Waarom laten zij zich dan in hun plaats dopen? 30 En waarom zou ik dan nog elk moment van de dag in gevaar willen zijn? 31 Luister goed, broeders en zusters, jullie op wie ik zo trots ben in Jezus Christus onze Heer! Ik kijk elke dag de dood in de ogen! 32 Wat heb ik er menselijk gezien aan, als ik in Efeze met wilde dieren heb gevochten, als de doden niet zullen opstaan? Laten we dan maar eten en drinken en feestvieren, want morgen zijn we misschien dood.

33 Houd jezelf niet voor de gek! Als jullie met slechte mensen omgaan, gaan jullie vanzelf net zulke slechte dingen doen als zij. 34 Gebruik toch je gezonde verstand! Stop met ongehoorzaam te zijn aan God! Sommigen van jullie hebben er geen idee van wie God is. Jullie moesten je schamen!

Hoe worden de doden weer levend gemaakt?

35 Jullie zeggen misschien: "Maar hóe worden de doden dan weer levend gemaakt? En wat voor lichaam hebben ze dan?" 36 Maar dat is een dwaze vraag! Alles wat je zaait, moet eerst sterven. Pas dan kan er nieuw leven uit ontstaan. 37 En wat je zaait, ziet er niet hetzelfde uit als wat er later uitkomt. Wat je zaait is maar een simpele korrel, bijvoorbeeld graan. 38 Maar God laat er een bepaalde plant uit groeien. Uit elke soort zaad groeit een bepaalde soort plant.

39 Ook zijn niet alle levende wezens hetzelfde. Het lichaam van mensen is anders dan van dieren. En het lichaam van vogels is weer anders dan van vissen. 40 En aardse lichamen zoals mensen, dieren en planten, zijn weer anders dan de hemellichamen zoals zon, maan en sterren. Ze zijn verschillend van schoonheid. 41 En het licht van de zon is ook weer anders dan het licht van de maan of van de sterren. En de ene ster schijnt helderder dan de andere ster.

42 Zo is het ook met de opstanding uit de dood. Wat wordt gezaaid, is sterfelijk. Maar wat opstaat uit de dood, is onsterfelijk. 43 Wat wordt gezaaid is niet mooi. Wat opstaat uit de dood is prachtig. Wat wordt gezaaid, is zwak. Maar wat opstaat uit de dood, is vol kracht. 44 Er wordt een aards lichaam gezaaid, maar er staat een geestelijk lichaam op. Want net zoals er een aards lichaam bestaat, bestaat er ook een geestelijk lichaam. 45 Dat staat ook in de Boeken: "De eerste mens, Adam, werd een levend wezen." Maar de laatste Adam (= Jezus) werd een levendmakende Geest. 46 Maar het geestelijke was er niet het eerst. Eerst kwam het aardse. Daarna pas het geestelijke. 47 De eerste mens werd uit het stof van de aarde gemaakt. Maar de tweede Mens is uit de hemel. 48 Alle aardse mensen lijken op de eerste aardse mens. En alle hemelse mensen lijken op de hemelse Mens. 49 En net zoals we eerst lijken op die aardse mens, zo zullen we later lijken op die hemelse Mens.

50 Maar ik zeg jullie, broeders en zusters: vlees en bloed kunnen het Koninkrijk van God niet binnengaan. Sterfelijke dingen kunnen geen onsterfelijkheid binnengaan. 51 Kijk, ik vertel jullie een goddelijk geheim. We zullen niet allemaal eerst sterven. Als de laatste trompet klinkt,[c] zullen we allemaal in één ogenblik veranderd worden. 52 Want op een dag zal er op de trompet worden geblazen. Dan zullen de doden als onsterfelijke mensen uit de dood opstaan. En wij zullen op dat moment veranderd worden. 53 Want dit sterfelijke lichaam moet onsterfelijkheid aantrekken. 54 En op het moment dat dit sterfelijke lichaam onsterfelijkheid heeft aangetrokken, is werkelijkheid geworden wat in de Boeken staat: "De dood is opgeslokt door de overwinning. 55 Dood, wat wil je nu nog? Waar is nu je macht?" 56 De dood heeft macht door het kwaad, en het kwaad heeft macht door de wet van Mozes. 57 Maar prijs God, Hij heeft ons de overwinning gegeven door onze Heer Jezus Christus.

58 Wees daarom altijd sterk in het geloof, lieve broeders en zusters. Houd vol en doe altijd je best voor de Heer. Jullie moeten weten dat álles wat je voor de Heer doet, beloond zal worden.

Footnotes

  1. 1 Corinthiërs 15:9 Lees Handelingen 9:1-9. Toen heette hij nog Saulus.
  2. 1 Corinthiërs 15:21 Lees ook Romeinen 5:12-21.
  3. 1 Corinthiërs 15:51 Daar heeft Jezus over gesproken. Lees Matteüs 24:31.

Het belangrijkste nieuws: Christus is gestorven en weer levend geworden

15 Ik kom bij u met het goede nieuws dat ik u al eens eerder heb gebracht. U hebt het aangenomen en het is nu de basis van uw leven. Als u blijft bij wat ik u heb gezegd, is dat uw redding. Anders had u net zo goed niet gelovig kunnen worden.

Het belangrijkste van het goede nieuws dat ik heb ontvangen en u heb doorgegeven, is dit: Christus is voor onze zonden gestorven, zoals voorzegd is in de Boeken. Hij werd begraven en is op de derde dag weer levend gemaakt, wat ook in de Boeken stond. Hij is gezien door Petrus en daarna door de twaalf apostelen samen. Later is Hij gezien door vijfhonderd van zijn volgelingen tegelijk. Hoewel enkelen van hen al gestorven zijn, leven de meesten nog. Hij is gezien door Jakobus en daarna nog eens door alle apostelen. En als allerlaatste heb ik Hem ook gezien, ik, een onwaardige. Ik ben de minste van alle apostelen en zou niet eens apostel mogen worden genoemd, omdat ik de Gemeente van God vervolgd heb. 10 Maar wat ik ben, ben ik omdat God zo goed voor mij is geweest. En dat was niet tevergeefs, want ik heb harder gewerkt dan de andere apostelen. Toch heb ik dat niet zelf gedaan, maar God deed het door zijn genade. 11 En het gaat niet om hen of mij. Waar het om gaat, is dat wij allemaal hetzelfde goede nieuws hebben gebracht en dat u het hebt aangenomen.

12 Als u nu het heerlijke nieuws hebt gehoord dat Christus weer levend is geworden, hoe kunnen sommigen van u dan zeggen dat er geen enkele dode ooit weer levend wordt? 13 Als zij gelijk hebben, is Christus ook niet uit de dood teruggekomen. 14 En als Hij niet uit de dood teruggekomen is, kunnen wij wel ophouden Hem bekend te maken, dan is het zinloos in Hem te geloven. 15 Erger nog, dan zijn wij bedriegers, omdat wij tegen God in hebben verklaard dat Hij Christus weer levend heeft gemaakt. Als er geen doden weer levend worden, kan dat niet waar zijn. 16 Als er geen doden levend worden, is Christus ook niet weer levend gemaakt. 17 En als Christus niet weer levend is geworden, dan heeft uw geloof geen betekenis en zijn uw zonden niet vergeven. 18 Ja, dan zijn de gestorven gelovigen reddeloos verloren. 19 Als wij alleen voor dit leven onze hoop op Christus hebben gevestigd, zijn wij meer te beklagen dan wie ook.

20 Maar zo is het gelukkig niet! Christus is weer levend gemaakt, als eerste van de velen die gestorven zijn. 21 Want zoals de dood door een mens is gekomen, is ook het nieuwe leven dankzij een mens gekomen. 22 Zoals alle mensen, als nakomelingen van Adam, sterven, zo zullen ook alle volgelingen van Christus levend worden gemaakt.

23 Ieder op zijn beurt, natuurlijk. Eerst is Christus Zelf levend geworden. En als Hij terugkomt, zullen allen die bij Hem horen, ook levend worden. 24 Daarna komt het einde. Wanneer Christus alle vijandige overheersing, gezag en macht heeft uitgeschakeld, zal Hij zijn koningschap aan God de Vader overdragen. 25 Christus moet net zo lang regeren tot Hij alle tegenstanders heeft onderworpen. 26 De laatste vijand die uitgeschakeld wordt, is de dood. 27 Want God heeft alles aan Christus onderworpen. Maar als God zegt dat Hij alles aan Christus onderworpen heeft, is Hij daar natuurlijk Zelf van uitgesloten. 28 En als alles eenmaal aan Christus onderworpen is, zal ook Hij Zich aan zijn Vader onderwerpen. Dan zal alles en iedereen volledig door God worden beheerst.

29 Als er geen doden weer levend worden gemaakt, waarom laten sommigen zich dan voor de doden dopen? 30 En waarom zouden wij dan nog één uur langer willens en wetens gevaar lopen? 31 Ikzelf sta elke dag oog in oog met de dood, vrienden. Dit zeg ik omdat ik er trots op ben dat u bij onze Here Jezus Christus hoort. 32 In Efeze heb ik bij wijze van spreken met de wilde beesten gevochten, op leven en dood. Menselijk bekeken, was dat zinloos. Als het waar is dat er geen doden weer levend worden gemaakt, laten we dan, zoals er geschreven staat: ‘eten, drinken en vrolijk zijn, want morgen sterven wij misschien.’ 33 Maar laat u niets wijsmaken. Slechte vrienden bederven goede zeden. 34 Word nuchter en houd op met zondigen. Tot uw beschaming moet ik zeggen: sommigen van u hebben geen kennis van God.

35 Ik hoor al iemand vragen: ‘Hoe worden de doden dan weer levend gemaakt? En wat voor lichaam hebben zij dan?’ 36 Wat een domme vraag! Wat u zaait, komt pas tot leven als het doodgaat. 37 U zaait niet een volgroeide plant, maar een kale graankorrel of iets anders. 38 God laat er de juiste plant uitkomen. Uit het ene zaad komt deze plant en uit het andere zaad die plant. 39 Elk vlees is niet gelijk, er is verschil tussen het vlees van mensen, vee, vogels en vissen. 40 Er zijn hemelse en aardse wezens, en de schoonheid van de hemelse is anders dan die van de aardse. 41 Zon, maan en sterren hebben een verschillende helderheid, en ook de sterren onderling verschillen in lichtsterkte. 42 Zo is het ook bij het levend worden van de doden. Iets vergankelijks wordt gezaaid, en iets onvergankelijks wordt tot leven geroepen. 43 Wat in de aarde wordt gelegd, is het aanzien niet waard. Maar wat levend wordt gemaakt, is schitterend. Wat in de aarde wordt gelegd, is tot niets in staat. Maar wat levend wordt gemaakt, heeft grote kracht.

44 Wat in de aarde wordt gelegd, is een natuurlijk lichaam. Maar wat levend wordt, is een geestelijk lichaam. Want als er een natuurlijk lichaam is, moet er ook een geestelijk lichaam zijn. 45 Er staat immers in de Boeken: ‘De eerste mens, Adam, werd een levend wezen.’ Maar Christus, de laatste Adam, werd een geest die zelf leven geeft. 46 Het natuurlijke lichaam komt eerst en daarna pas het geestelijke. 47 Adam, de eerste mens, werd uit stof van de aarde gemaakt. Christus, de tweede mens, kwam uit de hemel. 48 Alle mensen stammen af van Adam en hebben dus een aards lichaam, net als hij. Maar de mensen die uit Christus voortkomen, zullen een hemels lichaam krijgen, net als Hij. 49 Dus, zoals wij op de aardse Adam lijken, zullen wij ook op de hemelse Christus lijken.

50 Laat ik heel duidelijk zijn, broeders en zusters: lichamen van vlees en bloed kunnen geen deel hebben aan het Koninkrijk van God. Onze vergankelijke lichamen kunnen niet altijd blijven leven. 51 Wat ik u nu verder vertel, heeft God tot nog toe verborgen gehouden: wij, als gelovigen, zullen niet allemaal sterven, 52 maar wel allemaal in een oogwenk een nieuw lichaam krijgen op het moment dat de laatste bazuin klinkt. Ja, er zal het machtige geluid van een bazuin te horen zijn. Dan zullen de doden levend worden gemaakt met een onvergankelijk lichaam en ook wij zullen een nieuw lichaam krijgen. 53 Ons vergankelijke, sterfelijke lichaam zal verwisseld worden voor een onvergankelijk, onsterfelijk lichaam. 54 Wanneer dat gebeurt, wordt werkelijkheid wat in de Boeken staat: ‘De dood is opgeslokt in Gods grote overwinning,’ 55 en: ‘Dood, je kunt de overwinning wel vergeten. Dood, wat voor kwaad zul je nu nog doen?’ 56 De dood kan ons nu nog kwaad doen door de zonde. En de zonde is zo sterk omdat de wet bestaat. 57 Maar God zij dank! Hij geeft ons, door onze Here Jezus Christus, de overwinning over de zonde en de dood. 58 Dus, beste vrienden, sta vast en wees onverzettelijk. Blijf actief voor de Here. U weet toch dat het werk dat u onder zijn leiding doet, niet voor niets is.

15 Now I make known unto you brethren, the [a]gospel which I [b]preached unto you, which also ye received, wherein also ye stand, by which also ye are saved, if ye hold fast [c]the word which I [d]preached unto you, except ye believed [e]in vain. For I delivered unto you first of all that which also I received: that Christ died for our sins according to the scriptures; and that he was buried; and that he hath been raised on the third day according to the scriptures; and that he appeared to Cephas; then to the twelve; then he appeared to above five hundred brethren at once, of whom the greater part remain until now, but some are fallen asleep; then he appeared to [f]James; then to all the apostles; and last of all, as to the child untimely born, he appeared to me also. For I am the least of the apostles, that am not meet to be called an apostle, because I persecuted the church of God. 10 But by the grace of God I am what I am: and his grace which was bestowed upon me was not found [g]vain; but I labored more abundantly than they all: yet not I, but the grace of God which was with me. 11 Whether then it be I or they, so we preach, and so ye believed.

12 Now if Christ is preached that he hath been raised from the dead, how say some among you that there is no resurrection of the dead? 13 But if there is no resurrection of the dead, neither hath Christ been raised: 14 and if Christ hath not been raised, then is our preaching [h]vain, [i]your faith also is [j]vain. 15 Yea, and we are found false witnesses of God; because we witnessed of God that he raised up [k]Christ: whom he raised not up, if so be that the dead are not raised. 16 For if the dead are not raised, neither hath Christ been raised: 17 and if Christ hath not been raised, your faith is vain; ye are yet in your sins. 18 Then they also that are fallen asleep in Christ have perished. 19 [l]If we have only hoped in Christ in this life, we are of all men most pitiable.

20 But now hath Christ been raised from the dead, the first-fruits of them that are asleep. 21 For since by man came death, by man came also the resurrection of the dead. 22 For as in Adam all die, so also in [m]Christ shall all be made alive. 23 But each in his own order: Christ the first-fruits; then they that are Christ’s, at his [n]coming. 24 Then cometh the end, when he shall deliver up the kingdom to [o]God, even the Father; when he shall have abolished all rule and all authority and power. 25 For he must reign, till he hath put all his enemies under his feet. 26 The last enemy that shall be abolished is death. 27 For, He put all things in subjection under his feet. [p]But when he saith, [q]All things are put in subjection, it is evident that he is excepted who did subject all things unto him. 28 And when all things have been subjected unto him, then shall the Son also himself be subjected to him that did subject all things unto him, that God may be all in all.

29 Else what shall they do that are baptized for the dead? If the dead are not raised at all, why then are they baptized for them? 30 why do we also stand in jeopardy every hour? 31 I protest by [r]that glorying in you, brethren, which I have in Christ Jesus our Lord, I die daily. 32 If after the manner of men I fought with beasts at Ephesus, [s]what doth it profit me? If the dead are not raised, let us eat and drink, for to-morrow we die. 33 Be not deceived: Evil companionships corrupt good morals. 34 Awake to soberness righteously, and sin not; for some have no knowledge of God: I speak this to move you to shame.

35 But some one will say, How are the dead raised? and with what manner of body do they come? 36 Thou foolish one, that which thou thyself sowest is not quickened except it die: 37 and that which thou sowest, thou sowest not the body that shall be, but a bare grain, it may chance of wheat, or of some other kind; 38 but God giveth it a body even as it pleased him, and to each seed a body of its own. 39 All flesh is not the same flesh: but there is one flesh of men, and another flesh of beasts, and another flesh of birds, and another of fishes. 40 There are also celestial bodies, and bodies terrestrial: but the glory of the celestial is one, and the glory of the terrestrial is another. 41 There is one glory of the sun, and another glory of the moon, and another glory of the stars; for one star differeth from another star in glory. 42 So also is the resurrection of the dead. It is sown in corruption; it is raised in incorruption: 43 it is sown in dishonor; it is raised in glory: it is sown in weakness; it is raised in power: 44 it is sown a [t]natural body; it is raised a spiritual body. If there is a [u]natural body, there is also a spiritual body. 45 So also it is written, [v]The first man Adam became a living soul. The last Adam became a life-giving spirit. 46 Howbeit that is not first which is spiritual, but that which is [w]natural; then that which is spiritual. 47 The first man is of the earth, earthy: the second man is of heaven. 48 As is the earthy, such are they also that are earthy: and as is the heavenly, such are they also that are heavenly. 49 And as we have borne the image of the earthy, [x]we shall also bear the image of the heavenly.

50 Now this I say, brethren, that flesh and blood cannot inherit the kingdom of God; neither doth corruption inherit incorruption. 51 Behold, I tell you a mystery: [y]We all shall not sleep, but we shall all be changed, 52 in a moment, in the twinkling of an eye, at the last trump: for the trumpet shall sound, and the dead shall be raised incorruptible, and we shall be changed. 53 For this corruptible must put on incorruption, and this mortal must put on immortality. 54 But when [z]this corruptible shall have put on incorruption, and this mortal shall have put on immortality, then shall come to pass the saying that is written, [aa]Death is swallowed up [ab]in victory. 55 [ac]O death, where is thy victory? O death, where is thy sting? 56 The sting of death is sin; and the power of sin is the law: 57 but thanks be to God, who giveth us the victory through our Lord Jesus Christ. 58 Wherefore, my beloved brethren, be ye stedfast, unmoveable, always abounding in the work of the Lord, forasmuch as ye know that your labor is not [ad]vain in the Lord.

Footnotes

  1. 1 Corinthians 15:1 See marginal note on 4:15.
  2. 1 Corinthians 15:1 See marginal note on 1:17.
  3. 1 Corinthians 15:2 Greek with what word.
  4. 1 Corinthians 15:2 See marginal note on 1:17.
  5. 1 Corinthians 15:2 Or, without cause
  6. 1 Corinthians 15:7 Or, Jacob
  7. 1 Corinthians 15:10 Or, void
  8. 1 Corinthians 15:14 Or, void
  9. 1 Corinthians 15:14 Some ancient authorities read our.
  10. 1 Corinthians 15:14 Or, void
  11. 1 Corinthians 15:15 Greek the Christ.
  12. 1 Corinthians 15:19 Or, If in this life only we have hoped in Christ etc.
  13. 1 Corinthians 15:22 Greek the Christ.
  14. 1 Corinthians 15:23 Greek presence.
  15. 1 Corinthians 15:24 Greek the God and Father.
  16. 1 Corinthians 15:27 Or, But when he shall have said, All things are put in subjection (evidently excepting him that did subject all things unto him), when, I say, all things etc.
  17. 1 Corinthians 15:27 Ps. 8:6.
  18. 1 Corinthians 15:31 Or, your glorying
  19. 1 Corinthians 15:32 Or, what doth it profit me, if the dead are not raised? Let us eat etc.
  20. 1 Corinthians 15:44 Greek psychical.
  21. 1 Corinthians 15:44 Greek psychical.
  22. 1 Corinthians 15:45 Gen. 2:7.
  23. 1 Corinthians 15:46 Greek psychical.
  24. 1 Corinthians 15:49 Many ancient authorities read let us also bear.
  25. 1 Corinthians 15:51 Or, We shall not all etc.
  26. 1 Corinthians 15:54 Many ancient authorities omit this corruptible shall have put on incorruption, and.
  27. 1 Corinthians 15:54 Isa. 25:8.
  28. 1 Corinthians 15:54 Or, victoriously
  29. 1 Corinthians 15:55 Hos. 13:14.
  30. 1 Corinthians 15:58 Or, void