麻风病痊愈

耶稣下山的时候,有许多人跟着。 有一个患麻风病的人跑来跪在祂跟前,说:“主啊,如果你肯,一定能使我洁净。”

耶稣伸手摸他,说:“我肯,你洁净了吧!”那人的麻风病就立刻洁净了。

耶稣对他说:“不要把这事告诉别人,要去让祭司察看你的身体,并且照摩西的规定献祭,向众人证明你已经洁净了。”

百夫长的信心

耶稣到了迦百农,一个百夫长前来向祂求助,说: “主啊,我的仆人瘫痪,躺在家里,非常痛苦。”

耶稣说:“我这就去医治他。”

百夫长说:“主啊,我不配让你亲自来我家。你只要说一句话,我仆人就会痊愈。 因为我有上司,也有部下。我命令我的部下去,他就去;要他来,他就来。我吩咐仆人做什么事,他一定照办。”

10 耶稣听了,感到惊奇,便对跟随祂的人说:“我实在告诉你们,我在以色列从未见过信心这么大的人。 11 我告诉你们,将来有许多从东从西来的人会在天国与亚伯拉罕、以撒和雅各一同欢宴。 12 但那些本应承受天国的人反会被赶出去,在黑暗里哀哭切齿。”

13 耶稣对百夫长说:“你回去吧!就照你所信的给你成就。”就在那时候,他的仆人便痊愈了。

治病赶鬼

14 耶稣来到彼得家,看见彼得的岳母正在发烧,躺在床上。 15 耶稣一摸她的手,烧就退了。她便起来服侍耶稣。

16 当天晚上,有人带着许多被鬼附身的人来见耶稣。耶稣一句话就把鬼赶出去了,并医好了所有的病人。 17 这是要应验以赛亚先知的话:“祂担当了我们的软弱,背负了我们的疾病。”

跟从耶稣的代价

18 耶稣看到人群围着祂,就吩咐门徒渡到湖对岸。 19 这时,有一位律法教师上前对耶稣说:“老师,无论你往哪里去,我都要跟从你。”

20 耶稣说:“狐狸有洞,飞鸟有窝,人子却没有安枕之处。”

21 另一个门徒对耶稣说:“主啊,请让我先回去安葬我的父亲。” 22 耶稣对他说:“跟从我,让死人去埋葬他们的死人吧!”

平静风浪

23 耶稣上了船,门徒也跟着祂上了船。 24 忽然,湖面上狂风大作,波涛汹涌,船快要被巨浪吞没,耶稣却在睡觉。

25 门徒连忙叫醒耶稣,说:“主啊,救命!我们快淹死了!”

26 耶稣答道:“你们的信心太小了,为什么害怕呢?”于是祂起来斥责风和浪,风浪就完全平静了。

27 门徒很惊奇,说:“祂究竟是什么人?连风浪都听祂的!”

治好两个被鬼附身的人

28 耶稣到了对岸加大拉[a]人的地方,有两个被鬼附身的人从坟地里出来见祂。他们非常凶恶,没有人敢从那里经过。 29 他们喊着说:“上帝的儿子啊!我们和你有什么关系?时候还没有到,你就来叫我们受苦吗?”

30 当时,有一大群猪在附近吃食。 31 鬼就哀求耶稣:“如果你要赶我们出去,就让我们进入猪群吧!”

32 耶稣说:“去吧!”

于是,鬼从那二人身上出来,进入猪群,整群猪就一路奔下陡坡,冲进湖里淹死了。 33 放猪的人逃进城,把事情的经过以及被鬼附身者的遭遇告诉了城里的人。 34 于是,全城的人都出来见耶稣,见到后,便请求祂离开那地方。

Footnotes

  1. 8:28 加大拉”即格拉森地区。

Jezus geneest een man met een besmettelijke huidziekte

Toen Jezus de berg weer was afgedaald, volgden grote groepen mensen Hem. Er kwam een man naar Jezus toe die een besmettelijke huidziekte had.[a] Hij liet zich voor Jezus op zijn knieën vallen en zei: "Heer, als U het wil, kunt U mij gezond maken." Jezus stak zijn hand uit, raakte hem aan[b] en zei: "Ik wil het. Wees weer gezond!" Onmiddellijk werd zijn huid gezond. Jezus zei tegen hem: "Denk erom dat je dit aan niemand vertelt. Ga naar de priester en laat hem zien dat je weer gezond bent. Breng dan het offer dat Mozes heeft bevolen.[c] Dat zal voor de mensen het bewijs zijn dat je genezen bent."

Jezus geneest de knecht van een Romeinse legerhoofdman

Daarna kwam Jezus in Kapernaüm. Daar kwam een Romeinse hoofdman naar Hem toe. Hij zei tegen Jezus: "Heer, mijn knecht ligt ziek thuis. Hij is verlamd en heeft erge pijn." Jezus zei tegen hem: "Ik zal komen en hem genezen." Maar de hoofdman antwoordde: "Heer, ik ben het niet waard dat U in mijn huis komt. Maar U hoeft maar één woord te zeggen. Dan zal mijn knecht gezond worden. Want ik moet zelf ook gehoorzamen aan de mensen die boven mij staan en mij bevelen geven. En ik heb zelf soldaten aan wie ik bevelen geef. Als ik tegen de één zeg: 'Ga!' dan gaat hij. En als ik tegen een ander zeg: 'Kom!' dan komt hij. En als ik tegen mijn slaaf zeg: 'Doe dit!' dan doet hij het."

10 Toen Jezus dit hoorde, was Hij verbaasd. Hij zei tegen de mensen die met Hem meeliepen: "Luister goed! Ik zeg jullie dat Ik in heel Israël bij niemand zo'n groot geloof heb gevonden! 11 Ik zeg jullie dat er veel mensen vanuit de hele wereld in het Koninkrijk van God zullen komen. Daar zullen ze met Abraham en Izaäk en Jakob aan tafel zitten. 12 Maar de kinderen van het Koninkrijk[d] zullen worden weggestuurd naar de verste duisternis. Daar zullen ze huilen en met hun tanden knarsen van spijt." 13 En Jezus zei tegen de hoofdman: "Ga naar huis. Wat je gelooft, zal gebeuren." En de knecht genas, precies op dat moment.

Genezingen in het huis van Petrus

14 Jezus kwam in het huis van Petrus. Daar zag Hij dat de moeder van Petrus' vrouw met koorts in bed lag. 15 Hij raakte haar hand aan en de koorts verdween. Ze stond op en bediende Jezus. 16 Toen het avond werd, brachten de mensen heel veel mensen naar Hem toe in wie duivelse geesten zaten. Hij gaf de duivelse geesten het bevel uit hen weg te gaan, en ze gehoorzaamden. Hij maakte iedereen die ziek was weer gezond. 17 Zo gebeurde wat de profeet Jesaja vroeger al had gezegd: 'Hij heeft onze kwalen op Zich genomen en onze ziekten heeft Hij weggedragen.'

18 Jezus zag dat er inmiddels wel heel veel mensen gekomen waren. Daarom zei Hij tegen zijn leerlingen dat ze met Hem naar de overkant van het meer moesten varen. 19 Toen kwam er een wetgeleerde naar Hem toe. Hij zei: "Meester, ik zal U volgen, waar U ook heen gaat." 20 Jezus zei tegen hem: "De vossen hebben holen en de vogels hebben nesten. Maar de Mensenzoon heeft geen plek om te slapen."

21 Eén van zijn leerlingen zei tegen Hem: "Heer, ik wil U ook wel volgen. Maar mag ik wachten tot ik mijn vader heb begraven?" 22 Maar Jezus zei tegen hem: "Volg Mij! Laten de doden hun doden maar begraven."

De storm op het meer

23 Toen stapte Jezus met zijn leerlingen in de boot. 24 Het begon hevig te stormen, zodat de golven in de boot sloegen. Maar Jezus lag te slapen. 25 De leerlingen maakten Hem wakker en riepen: "Heer, red ons! We zinken!" 26 Hij zei tegen hen: "Waarom zijn jullie bang? Wat is jullie geloof toch klein!" Hij stond op en sprak streng tegen de wind en het meer. En het water en de wind werden helemaal rustig. 27 De mannen waren stomverbaasd en zeiden: "Wat is Hij toch voor iemand? Zelfs de wind en het water gehoorzamen Hem!"

Jezus jaagt duivelse geesten uit twee mannen

28 Jezus kwam aan de overkant van het meer. Dat was de streek van de Gadarénen. Er kwamen twee mensen naar Hem toe die in de macht waren van duivelse geesten. Ze woonden op de begraafplaats. Ze waren erg gevaarlijk en niemand durfde langs de begraafplaats te gaan. 29 Ze schreeuwden tegen Jezus: "Wat moet U van ons, Zoon van God? Bent U gekomen om ons pijn te doen vóórdat het de afgesproken tijd is?"

30 Daar in de buurt werd een grote kudde varkens gehoed. 31 De duivelse geesten smeekten Jezus: "Als U ons eruit jaagt, mogen we dan in die varkens gaan?" 32 Jezus zei tegen hen: "Ga!" Toen vertrokken ze uit de mannen en gingen in de varkens. En de hele kudde sloeg op hol. De varkens stortten van de steile berghelling af, het meer in. Alle dieren verdronken. 33 De herders van de varkens vluchtten weg. Toen ze in de stad kwamen, vertelden ze wat er met de varkens en met de twee mannen was gebeurd. 34 Toen kwamen alle bewoners van de stad naar Jezus toe. Ze vroegen Hem om uit hun gebied te vertrekken.

Footnotes

  1. Mattheüs 8:2 De bijbel heeft het over 'melaatsheid'. Tegenwoordig wordt het 'lepra' genoemd.
  2. Mattheüs 8:3 Mensen met deze ziekte mochten niet worden aangeraakt! Ze waren 'onrein'. Lees Leviticus 13:45 en 46.
  3. Mattheüs 8:4 De priester bepaalde of iemand inderdaad een besmettelijke huidziekte had, of dat het iets anders was. Ook iemand die dacht dat hij genezen was, moest dat door de priester laten beoordelen. Lees Leviticus 13.
  4. Mattheüs 8:12 De 'kinderen van het Koninkrijk' zijn de Israëlieten. Het Koninkrijk van God was in de eerste plaats voor hén bedoeld. Lees Romeinen 9:4 en 5.

耶稣治愈麻风病人

耶稣下山时,身后跟着一大群人。 一个麻风病人来见耶稣,跪在他面前说∶“先生,如果您愿意,您就能治好我的麻疯病!” 耶稣伸出手摸着他说∶“我愿意,痊愈吧!”立刻,麻疯病人就痊愈了。 耶稣对他说∶“不要把这事告诉任何人,但是,你要到祭司那里去让他查看,还要献上礼物,即摩西命令被治愈人所献的礼物,向每个人表明你已痊愈了。” [a]

耶稣治愈军官的仆人

耶稣到迦百农去了,当他进城时,一个罗马军官来见他,请求他的帮助。 罗马军官说∶“主啊,我的仆人病重卧床不起。他瘫痪了,非常痛苦。” 耶稣对他说∶“我这就去给他治病。”

罗马军官说∶“主啊,我不配请您进我家。您只要吩咐一声,我的仆人就会得到治愈的。 我知道您做得到,因为我上有长官,下有士兵。如果我叫一个士兵∶‘走开!’他就乖乖地走开;如果我命令另一个∶‘过来!’他就会乖乖地过来。要是我对仆人说∶‘你去干这个’,他就得去干。”

10 耶稣听到这些话,非常惊讶,对他身边的人说∶“说实话,甚至在以色列 [b],我还没有见到过比他更有信仰的人。 11 我告诉你们,还有很多这样的人会从东方和西方到这里来,他们会在天国的宴席上,与亚伯拉罕,以撒和雅各 [c]一起进餐。 12 而那些本来是天国的继承人,却反而要被驱逐到外边的黑暗里去,他们将在那里咬牙切齿地痛哭。”

13 耶稣对罗马军官说∶“你回家吧,你将如愿以偿。”与此同时,军官的仆人立刻被治愈了。

耶稣治愈许多病人

14 当耶稣来到彼得家里时,看到彼得的岳母发高烧,躺在床上。 15 耶稣一碰她的手,烧就退了,于是她便起来开始招待耶稣。

16 那天晚上,人们带着许多被鬼附体的人来见耶稣,耶稣只用一句话就赶走了所有的鬼。他还治好了所有的病人。 17 这就应验了先知以赛亚的预言:

“他解除了我们的疾病,
他承担了我们的病患。” (A)

跟随耶稣

18 耶稣看见身边围着许多人,就吩咐他们到湖对岸去。 19 一位律法师走过来,对耶稣说∶“老师,无论您走到哪里,我都跟随着您。” 20 耶稣对他说∶“狐狸有穴,飞鸟有巢,可 是人子连枕头的地方都没有。” [d] 21 有一个门徒对耶稣说∶“主,我会跟随你, 但是,请先让我回去埋葬我的父亲。” 22 但是,耶稣对他说∶“跟我走,让死人去埋葬他们自己的死人吧。”

门徒目睹耶稣的力量

23 耶稣登上一条船,门徒们与他同行。 24 船离开岸后,湖面上狂风大作,波浪淹没了甲板。这时耶稣却在睡觉 25 门徒们过去把他叫醒, 说∶“主,救救我们吧!我们就要被淹死了。”

26 耶稣对他们说∶“你们为什么害怕呢?你们的信仰不够强。”于是,耶稣站起身来喝斥狂风和湖水,风便停了,湖面也变得非常平静。

27 人们惊叹不已,说∶“他是什么人?连风和水浪都服从他。”

耶稣从两人身上驱鬼

28 耶稣到达湖对岸加大拉 [e]人居住的地区。他遇见两个从墓穴里出来的人,他们被鬼附体,非常凶恶,没人能从他们坟边的那条路上经过。 29 他们对耶稣喊叫∶“您要怎样处置我们呢,上帝之子?在约定的时刻到来之前,你就要惩罚我们吗?”

30 这时,远处有一大群猪在吃食。 31 鬼乞求耶稣说∶“如果你要把我们从这两个人身上赶走,就把我们派到猪群里去吧。”

32 耶稣对他们说∶“你们去吧。”鬼就离开那两个人,钻到猪身上去了。于是,整个猪群狂奔下山崖,掉进湖里淹死了。 33 放猪的人跑到了城里,把所发生的事情一五一十地告诉给人们,特别是关于被鬼附体的那些人遇到的事情。 34 人们倾城而出来见耶稣。他们见到耶稣后,就央求他离开此地。

Footnotes

  1. 馬 太 福 音 8:4 摩西律法说患麻风病的犹太人痊愈后,要由祭司宣布。
  2. 馬 太 福 音 8:10 以色列: 犹太人民族。
  3. 馬 太 福 音 8:11 亚伯拉罕、以撒和雅各: 他们是旧约时期的犹太人的重要领袖。
  4. 馬 太 福 音 8:20 《但以理书》说7:13-14这是弥赛亚的名字,上帝选择来拯救他的子民的那位。人子:即耶稣。
  5. 馬 太 福 音 8:28 加大拉: 加大拉位于加利利的东南部地区。

Jesus Heals a Man With Leprosy(A)

When Jesus came down from the mountainside, large crowds followed him. A man with leprosy[a](B) came and knelt before him(C) and said, “Lord, if you are willing, you can make me clean.”

Jesus reached out his hand and touched the man. “I am willing,” he said. “Be clean!” Immediately he was cleansed of his leprosy. Then Jesus said to him, “See that you don’t tell anyone.(D) But go, show yourself to the priest(E) and offer the gift Moses commanded,(F) as a testimony to them.”

The Faith of the Centurion(G)

When Jesus had entered Capernaum, a centurion came to him, asking for help. “Lord,” he said, “my servant lies at home paralyzed,(H) suffering terribly.”

Jesus said to him, “Shall I come and heal him?”

The centurion replied, “Lord, I do not deserve to have you come under my roof. But just say the word, and my servant will be healed.(I) For I myself am a man under authority, with soldiers under me. I tell this one, ‘Go,’ and he goes; and that one, ‘Come,’ and he comes. I say to my servant, ‘Do this,’ and he does it.”

10 When Jesus heard this, he was amazed and said to those following him, “Truly I tell you, I have not found anyone in Israel with such great faith.(J) 11 I say to you that many will come from the east and the west,(K) and will take their places at the feast with Abraham, Isaac and Jacob in the kingdom of heaven.(L) 12 But the subjects of the kingdom(M) will be thrown outside, into the darkness, where there will be weeping and gnashing of teeth.”(N)

13 Then Jesus said to the centurion, “Go! Let it be done just as you believed it would.”(O) And his servant was healed at that moment.

Jesus Heals Many(P)

14 When Jesus came into Peter’s house, he saw Peter’s mother-in-law lying in bed with a fever. 15 He touched her hand and the fever left her, and she got up and began to wait on him.

16 When evening came, many who were demon-possessed were brought to him, and he drove out the spirits with a word and healed all the sick.(Q) 17 This was to fulfill(R) what was spoken through the prophet Isaiah:

“He took up our infirmities
    and bore our diseases.”[b](S)

The Cost of Following Jesus(T)

18 When Jesus saw the crowd around him, he gave orders to cross to the other side of the lake.(U) 19 Then a teacher of the law came to him and said, “Teacher, I will follow you wherever you go.”

20 Jesus replied, “Foxes have dens and birds have nests, but the Son of Man(V) has no place to lay his head.”

21 Another disciple said to him, “Lord, first let me go and bury my father.”

22 But Jesus told him, “Follow me,(W) and let the dead bury their own dead.”

Jesus Calms the Storm(X)(Y)

23 Then he got into the boat and his disciples followed him. 24 Suddenly a furious storm came up on the lake, so that the waves swept over the boat. But Jesus was sleeping. 25 The disciples went and woke him, saying, “Lord, save us! We’re going to drown!”

26 He replied, “You of little faith,(Z) why are you so afraid?” Then he got up and rebuked the winds and the waves, and it was completely calm.(AA)

27 The men were amazed and asked, “What kind of man is this? Even the winds and the waves obey him!”

Jesus Restores Two Demon-Possessed Men(AB)

28 When he arrived at the other side in the region of the Gadarenes,[c] two demon-possessed(AC) men coming from the tombs met him. They were so violent that no one could pass that way. 29 “What do you want with us,(AD) Son of God?” they shouted. “Have you come here to torture us before the appointed time?”(AE)

30 Some distance from them a large herd of pigs was feeding. 31 The demons begged Jesus, “If you drive us out, send us into the herd of pigs.”

32 He said to them, “Go!” So they came out and went into the pigs, and the whole herd rushed down the steep bank into the lake and died in the water. 33 Those tending the pigs ran off, went into the town and reported all this, including what had happened to the demon-possessed men. 34 Then the whole town went out to meet Jesus. And when they saw him, they pleaded with him to leave their region.(AF)

Footnotes

  1. Matthew 8:2 The Greek word traditionally translated leprosy was used for various diseases affecting the skin.
  2. Matthew 8:17 Isaiah 53:4 (see Septuagint)
  3. Matthew 8:28 Some manuscripts Gergesenes; other manuscripts Gerasenes