论休妻

19 耶稣说完这番话,就离开加利利来到约旦河对岸的犹太地区。 有一大群人跟着祂,祂就在那里医好了他们的病。

有几个法利赛人到耶稣那里想试探祂,便问祂:“丈夫可以用任何理由休妻吗?”

耶稣回答说:“你们没有读过吗?太初,造物主造了男人和女人,并且说, ‘因此,人要离开父母,与妻子结合,二人成为一体。’ 这样,夫妻不再是两个人,而是一体了。因此,上帝配合的,人不可分开。”

他们追问:“那么,为什么摩西说,只要给妻子休书,就可以休她呢?”

耶稣说:“因为摩西知道你们铁石心肠,所以才准你们休妻。但起初并不是这样。 我告诉你们,除非是妻子不贞,否则,任何人休妻另娶,就是犯通奸罪[a]。”

10 门徒对耶稣说:“如果夫妻关系是这样,还不如不结婚。”

11 耶稣说:“这话不是每个人都能接受的,只有那些得到这种恩赐的人才能接受。 12 人不结婚的原因很多,有些是因为先天的缺陷,有些是被人阉了,也有些是为了天国而自己放弃结婚的权利。谁能接受,就让他接受吧。”

耶稣为小孩子祝福

13 有人带着小孩子来见耶稣,请求耶稣为他们按手祷告,却受到门徒的责备。

14 耶稣说:“让小孩子到我这里来,不要阻止他们,因为天国属于这样的人。” 15 于是祂为他们按手祷告,然后才离开那里。

有钱的青年

16 有一个人来请教耶稣:“老师,我该做什么善事才能获得永生呢?”

17 耶稣说:“你为什么问我做什么善事?只有上帝是善的,你要得永生,就必须遵守祂的诫命。”

18 那人问:“什么诫命呢?”

耶稣答道:“不可杀人,不可通奸,不可偷盗,不可作伪证, 19 要孝敬父母,并且爱邻如己。”

20 那青年说:“这些我早已遵守了,还缺什么呢?”

21 耶稣告诉他:“如果你想做到纯全,就去变卖所有的产业,送给穷人,你就必有财宝存在天上,然后你来跟从我。” 22 那青年听后,便忧伤地走了,因为他有许多产业。

23 事后,耶稣对门徒说:“我实在告诉你们,有钱人进天国很困难。 24 我再告诉你们,骆驼穿过针眼比有钱人进上帝的国还容易呢!”

25 门徒听了,惊奇地问:“这样,谁能得救呢?”

26 耶稣看着他们说:“对人而言,这不可能;但对上帝而言,凡事都可能。”

27 彼得问道:“你看,我们已经撇下一切来跟从你了,将来会有什么奖赏呢?”

28 耶稣说:“我实在告诉你们,到万物更新、人子坐在祂荣耀的宝座上时,你们这些跟从我的人也要坐在十二个宝座上,审判以色列的十二个支派。 29 无论谁为我的名而撇下房屋、弟兄、姊妹、父母、儿女或田地,都要得到百倍的赏赐,而且承受永生。 30 然而,许多为首的将要殿后,殿后的将要为首。”

Footnotes

  1. 19:9 有古卷在此处有“娶被休女子的人也犯了通奸罪”。

Echtscheiding

19 Daarna vertrok Jezus uit Galilea. Hij stak de Jordaan over en ging naar Judea. Grote groepen mensen volgden Hem en Hij genas alle mensen die ziek waren.

Er kwamen Farizeeërs naar Hem toe, om Hem een strikvraag te stellen. Ze hoopten dat Hij iets verkeerds zou zeggen. Ze vroegen: "Mag iemand van zijn vrouw scheiden, om wat voor reden dan ook?" Hij antwoordde: "Hebben jullie niet gelezen dat hun Maker hen vanaf het begin van de wereld als man en vrouw heeft gemaakt? God zei toen: 'Daarom zal een man weggaan bij zijn vader en moeder en van zijn vrouw houden en trouw aan haar zijn. Vanaf dan zijn ze niet meer twee aparte mensen, maar samen één geheel.' Wat God zo tot één geheel heeft gemaakt, zou een mens niet meer uit elkaar moeten halen." Toen zeiden de Farizeeërs tegen Hem: "Waarom heeft Mozes dan gezegd dat een man zijn vrouw mag wegsturen als hij haar een brief meegeeft waarin staat dat hij van haar gescheiden is?" Jezus zei tegen hen: "Mozes heeft gezegd dat jullie je vrouw mogen wegsturen, omdat hij wist dat jullie hard zijn. Maar vanaf het begin was dat niet de bedoeling. Maar Ik zeg jullie: je mag alleen met een andere vrouw trouwen, als je je vrouw hebt weggestuurd omdat ze met een andere man naar bed is geweest. Als je haar om een andere reden wegstuurt en hertrouwt, ben je ontrouw aan haar. En de man die met de weggestuurde vrouw trouwt, maakt dat zij ontrouw is aan haar eerste man."[a]

10 Toen zeiden de leerlingen tegen Hem: "Als het zo zit, kun je maar beter niet trouwen." 11 Maar Hij zei tegen hen: "Niet iedereen begrijpt wat Ik nu ga zeggen. Je begrijpt het alleen als God je daarbij helpt. 12 Sommige mensen trouwen niet omdat ze onvruchtbaar zijn geboren. Anderen trouwen niet omdat mensen hen onvruchtbaar hebben gemaakt. Weer anderen trouwen niet omdat ze er zelf voor kiezen om onvruchtbaar te blijven en geen kinderen te krijgen. Ze kiezen daarvoor vanwege Gods Koninkrijk. Probeer dit te begrijpen."

Jezus zegent de kinderen

13 De mensen brachten hun kleine kinderen naar Jezus toe. Ze wilden dat Hij hun de handen op zou leggen en voor ze zou bidden. Maar de leerlingen stuurden hen weg. 14 Maar Jezus zei: "Laat die kinderen met rust. Laat ze naar Mij toe komen en houd ze niet tegen! Want het Koninkrijk van God is voor mensen zoals zij." 15 En Hij zegende de kinderen. Daarna reisde Hij verder.

De rijke man

16 Er kwam iemand naar Jezus toe die vroeg: "Goede Meester, wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te krijgen?" 17 Jezus zei tegen de man: "Waarom noem je Mij 'goed'? Er is er maar Eén die goed is, en dat is God. Maar als je het eeuwige leven wil krijgen, moet je je altijd aan de wetten van Mozes houden." 18 De man vroeg: "Aan welke wetten daarvan?" Jezus antwoordde: "Deze. Dood niemand. Wees trouw aan je vrouw. Steel niet. Vertel geen leugens over anderen. 19 Heb respect voor je vader en moeder en zorg voor hen. En houd net zoveel van je broeders als van jezelf."[b] 20 De jongeman zei tegen Hem: "Daar heb ik me mijn hele leven aan gehouden. Wat moet ik verder nog doen?" 21 Jezus zei: "Als je volmaakt wil zijn, ga dan naar huis, verkoop alles wat je hebt en geef het geld aan de arme mensen. Dan zul je een schat in de hemel hebben. Kom dan hier en volg Mij." 22 Toen de man dit hoorde, ging hij verdrietig naar huis. Want hij was erg rijk.

23 Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Luister goed! Ik zeg jullie dat het voor rijke mensen moeilijk is om het Koninkrijk van God binnen te gaan. 24 Ja, het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te kruipen, dan voor een rijk mens om het Koninkrijk van God binnen te gaan." 25 Toen de leerlingen dat hoorden, werden ze er ongerust van. Ze vroegen: "Wie kan er dan worden gered?" 26 Jezus keek hen aan en zei: "Bij mensen is dat onmogelijk, maar bij God is alles mogelijk."

Wat is de beloning voor het volgen van Jezus?

27 Toen zei Petrus tegen Hem: "Heer, wíj hebben alles achtergelaten wat we hadden en zijn U gevolgd. Wat voor beloning zullen we daarvoor krijgen?" 28 Jezus zei tegen hen: "Luister goed! Ik zeg jullie: op een dag zal alles nieuw gemaakt worden. Ik zal dan op mijn hemelse troon zitten. Omdat jullie Mij zijn gevolgd, zullen jullie dan ook op twaalf tronen zitten. Jullie zullen rechters zijn over de twaalf stammen van Israël. 29 En als je je huis of broers of zussen of vader of moeder of vrouw of kinderen of akkers hebt achtergelaten om Mij te volgen, zul je er heel veel meer terugkrijgen. Ook zul je het eeuwige leven krijgen. 30 Maar veel mensen die nu het eerst zijn, zullen straks het laatst zijn. En veel mensen die nu het laatst zijn, zullen straks het eerst zijn."

Footnotes

  1. Mattheüs 19:9 Lees ook Matteüs 5:32 en 1 Korintiërs 7:10 en 11.
  2. Mattheüs 19:19 Eigenlijk staat hier: 'houd van je naaste.' Het ouderwetse woord 'naaste' betekent eigenlijk: familielid. In de BasisBijbel is hier voor het woord 'broeders' gekozen. Want met 'naasten' werden alle mensen van het volk Israël bedoeld. Zij zijn familie van elkaar doordat ze dezelfde voorvader hebben, namelijk Jakob.

Divorce(A)

19 When Jesus had finished saying these things,(B) he left Galilee and went into the region of Judea to the other side of the Jordan. Large crowds followed him, and he healed them(C) there.

Some Pharisees came to him to test him. They asked, “Is it lawful for a man to divorce his wife(D) for any and every reason?”

“Haven’t you read,” he replied, “that at the beginning the Creator ‘made them male and female,’[a](E) and said, ‘For this reason a man will leave his father and mother and be united to his wife, and the two will become one flesh’[b]?(F) So they are no longer two, but one flesh. Therefore what God has joined together, let no one separate.”

“Why then,” they asked, “did Moses command that a man give his wife a certificate of divorce and send her away?”(G)

Jesus replied, “Moses permitted you to divorce your wives because your hearts were hard. But it was not this way from the beginning. I tell you that anyone who divorces his wife, except for sexual immorality, and marries another woman commits adultery.”(H)

10 The disciples said to him, “If this is the situation between a husband and wife, it is better not to marry.”

11 Jesus replied, “Not everyone can accept this word, but only those to whom it has been given.(I) 12 For there are eunuchs who were born that way, and there are eunuchs who have been made eunuchs by others—and there are those who choose to live like eunuchs for the sake of the kingdom of heaven. The one who can accept this should accept it.”

The Little Children and Jesus(J)

13 Then people brought little children to Jesus for him to place his hands on them(K) and pray for them. But the disciples rebuked them.

14 Jesus said, “Let the little children come to me, and do not hinder them, for the kingdom of heaven belongs(L) to such as these.”(M) 15 When he had placed his hands on them, he went on from there.

The Rich and the Kingdom of God(N)

16 Just then a man came up to Jesus and asked, “Teacher, what good thing must I do to get eternal life(O)?”(P)

17 “Why do you ask me about what is good?” Jesus replied. “There is only One who is good. If you want to enter life, keep the commandments.”(Q)

18 “Which ones?” he inquired.

Jesus replied, “‘You shall not murder, you shall not commit adultery,(R) you shall not steal, you shall not give false testimony, 19 honor your father and mother,’[c](S) and ‘love your neighbor as yourself.’[d](T)

20 “All these I have kept,” the young man said. “What do I still lack?”

21 Jesus answered, “If you want to be perfect,(U) go, sell your possessions and give to the poor,(V) and you will have treasure in heaven.(W) Then come, follow me.”

22 When the young man heard this, he went away sad, because he had great wealth.

23 Then Jesus said to his disciples, “Truly I tell you, it is hard for someone who is rich(X) to enter the kingdom of heaven. 24 Again I tell you, it is easier for a camel to go through the eye of a needle than for someone who is rich to enter the kingdom of God.”

25 When the disciples heard this, they were greatly astonished and asked, “Who then can be saved?”

26 Jesus looked at them and said, “With man this is impossible, but with God all things are possible.”(Y)

27 Peter answered him, “We have left everything to follow you!(Z) What then will there be for us?”

28 Jesus said to them, “Truly I tell you, at the renewal of all things, when the Son of Man sits on his glorious throne,(AA) you who have followed me will also sit on twelve thrones, judging the twelve tribes of Israel.(AB) 29 And everyone who has left houses or brothers or sisters or father or mother or wife[e] or children or fields for my sake will receive a hundred times as much and will inherit eternal life.(AC) 30 But many who are first will be last, and many who are last will be first.(AD)

Footnotes

  1. Matthew 19:4 Gen. 1:27
  2. Matthew 19:5 Gen. 2:24
  3. Matthew 19:19 Exodus 20:12-16; Deut. 5:16-20
  4. Matthew 19:19 Lev. 19:18
  5. Matthew 19:29 Some manuscripts do not have or wife.

论休妻

19 耶稣说完这番话,就离开加利利来到约旦河对岸的犹太地区。 有一大群人跟着祂,祂就在那里医好了他们的病。

有几个法利赛人到耶稣那里想试探祂,便问祂:“丈夫可以用任何理由休妻吗?”

耶稣回答说:“你们没有读过吗?太初,造物主造了男人和女人,并且说, ‘因此,人要离开父母,与妻子结合,二人成为一体。’ 这样,夫妻不再是两个人,而是一体了。因此,上帝配合的,人不可分开。”

他们追问:“那么,为什么摩西说,只要给妻子休书,就可以休她呢?”

耶稣说:“因为摩西知道你们铁石心肠,所以才准你们休妻。但起初并不是这样。 我告诉你们,除非是妻子不贞,否则,任何人休妻另娶,就是犯通奸罪[a]。”

10 门徒对耶稣说:“如果夫妻关系是这样,还不如不结婚。”

11 耶稣说:“这话不是每个人都能接受的,只有那些得到这种恩赐的人才能接受。 12 人不结婚的原因很多,有些是因为先天的缺陷,有些是被人阉了,也有些是为了天国而自己放弃结婚的权利。谁能接受,就让他接受吧。”

耶稣为小孩子祝福

13 有人带着小孩子来见耶稣,请求耶稣为他们按手祷告,却受到门徒的责备。

14 耶稣说:“让小孩子到我这里来,不要阻止他们,因为天国属于这样的人。” 15 于是祂为他们按手祷告,然后才离开那里。

有钱的青年

16 有一个人来请教耶稣:“老师,我该做什么善事才能获得永生呢?”

17 耶稣说:“你为什么问我做什么善事?只有上帝是善的,你要得永生,就必须遵守祂的诫命。”

18 那人问:“什么诫命呢?”

耶稣答道:“不可杀人,不可通奸,不可偷盗,不可作伪证, 19 要孝敬父母,并且爱邻如己。”

20 那青年说:“这些我早已遵守了,还缺什么呢?”

21 耶稣告诉他:“如果你想做到纯全,就去变卖所有的产业,送给穷人,你就必有财宝存在天上,然后你来跟从我。” 22 那青年听后,便忧伤地走了,因为他有许多产业。

23 事后,耶稣对门徒说:“我实在告诉你们,有钱人进天国很困难。 24 我再告诉你们,骆驼穿过针眼比有钱人进上帝的国还容易呢!”

25 门徒听了,惊奇地问:“这样,谁能得救呢?”

26 耶稣看着他们说:“对人而言,这不可能;但对上帝而言,凡事都可能。”

27 彼得问道:“你看,我们已经撇下一切来跟从你了,将来会有什么奖赏呢?”

28 耶稣说:“我实在告诉你们,到万物更新、人子坐在祂荣耀的宝座上时,你们这些跟从我的人也要坐在十二个宝座上,审判以色列的十二个支派。 29 无论谁为我的名而撇下房屋、弟兄、姊妹、父母、儿女或田地,都要得到百倍的赏赐,而且承受永生。 30 然而,许多为首的将要殿后,殿后的将要为首。”

Footnotes

  1. 19:9 有古卷在此处有“娶被休女子的人也犯了通奸罪”。

Echtscheiding

19 Daarna vertrok Jezus uit Galilea. Hij stak de Jordaan over en ging naar Judea. Grote groepen mensen volgden Hem en Hij genas alle mensen die ziek waren.

Er kwamen Farizeeërs naar Hem toe, om Hem een strikvraag te stellen. Ze hoopten dat Hij iets verkeerds zou zeggen. Ze vroegen: "Mag iemand van zijn vrouw scheiden, om wat voor reden dan ook?" Hij antwoordde: "Hebben jullie niet gelezen dat hun Maker hen vanaf het begin van de wereld als man en vrouw heeft gemaakt? God zei toen: 'Daarom zal een man weggaan bij zijn vader en moeder en van zijn vrouw houden en trouw aan haar zijn. Vanaf dan zijn ze niet meer twee aparte mensen, maar samen één geheel.' Wat God zo tot één geheel heeft gemaakt, zou een mens niet meer uit elkaar moeten halen." Toen zeiden de Farizeeërs tegen Hem: "Waarom heeft Mozes dan gezegd dat een man zijn vrouw mag wegsturen als hij haar een brief meegeeft waarin staat dat hij van haar gescheiden is?" Jezus zei tegen hen: "Mozes heeft gezegd dat jullie je vrouw mogen wegsturen, omdat hij wist dat jullie hard zijn. Maar vanaf het begin was dat niet de bedoeling. Maar Ik zeg jullie: je mag alleen met een andere vrouw trouwen, als je je vrouw hebt weggestuurd omdat ze met een andere man naar bed is geweest. Als je haar om een andere reden wegstuurt en hertrouwt, ben je ontrouw aan haar. En de man die met de weggestuurde vrouw trouwt, maakt dat zij ontrouw is aan haar eerste man."[a]

10 Toen zeiden de leerlingen tegen Hem: "Als het zo zit, kun je maar beter niet trouwen." 11 Maar Hij zei tegen hen: "Niet iedereen begrijpt wat Ik nu ga zeggen. Je begrijpt het alleen als God je daarbij helpt. 12 Sommige mensen trouwen niet omdat ze onvruchtbaar zijn geboren. Anderen trouwen niet omdat mensen hen onvruchtbaar hebben gemaakt. Weer anderen trouwen niet omdat ze er zelf voor kiezen om onvruchtbaar te blijven en geen kinderen te krijgen. Ze kiezen daarvoor vanwege Gods Koninkrijk. Probeer dit te begrijpen."

Jezus zegent de kinderen

13 De mensen brachten hun kleine kinderen naar Jezus toe. Ze wilden dat Hij hun de handen op zou leggen en voor ze zou bidden. Maar de leerlingen stuurden hen weg. 14 Maar Jezus zei: "Laat die kinderen met rust. Laat ze naar Mij toe komen en houd ze niet tegen! Want het Koninkrijk van God is voor mensen zoals zij." 15 En Hij zegende de kinderen. Daarna reisde Hij verder.

De rijke man

16 Er kwam iemand naar Jezus toe die vroeg: "Goede Meester, wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te krijgen?" 17 Jezus zei tegen de man: "Waarom noem je Mij 'goed'? Er is er maar Eén die goed is, en dat is God. Maar als je het eeuwige leven wil krijgen, moet je je altijd aan de wetten van Mozes houden." 18 De man vroeg: "Aan welke wetten daarvan?" Jezus antwoordde: "Deze. Dood niemand. Wees trouw aan je vrouw. Steel niet. Vertel geen leugens over anderen. 19 Heb respect voor je vader en moeder en zorg voor hen. En houd net zoveel van je broeders als van jezelf."[b] 20 De jongeman zei tegen Hem: "Daar heb ik me mijn hele leven aan gehouden. Wat moet ik verder nog doen?" 21 Jezus zei: "Als je volmaakt wil zijn, ga dan naar huis, verkoop alles wat je hebt en geef het geld aan de arme mensen. Dan zul je een schat in de hemel hebben. Kom dan hier en volg Mij." 22 Toen de man dit hoorde, ging hij verdrietig naar huis. Want hij was erg rijk.

23 Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Luister goed! Ik zeg jullie dat het voor rijke mensen moeilijk is om het Koninkrijk van God binnen te gaan. 24 Ja, het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te kruipen, dan voor een rijk mens om het Koninkrijk van God binnen te gaan." 25 Toen de leerlingen dat hoorden, werden ze er ongerust van. Ze vroegen: "Wie kan er dan worden gered?" 26 Jezus keek hen aan en zei: "Bij mensen is dat onmogelijk, maar bij God is alles mogelijk."

Wat is de beloning voor het volgen van Jezus?

27 Toen zei Petrus tegen Hem: "Heer, wíj hebben alles achtergelaten wat we hadden en zijn U gevolgd. Wat voor beloning zullen we daarvoor krijgen?" 28 Jezus zei tegen hen: "Luister goed! Ik zeg jullie: op een dag zal alles nieuw gemaakt worden. Ik zal dan op mijn hemelse troon zitten. Omdat jullie Mij zijn gevolgd, zullen jullie dan ook op twaalf tronen zitten. Jullie zullen rechters zijn over de twaalf stammen van Israël. 29 En als je je huis of broers of zussen of vader of moeder of vrouw of kinderen of akkers hebt achtergelaten om Mij te volgen, zul je er heel veel meer terugkrijgen. Ook zul je het eeuwige leven krijgen. 30 Maar veel mensen die nu het eerst zijn, zullen straks het laatst zijn. En veel mensen die nu het laatst zijn, zullen straks het eerst zijn."

Footnotes

  1. Mattheüs 19:9 Lees ook Matteüs 5:32 en 1 Korintiërs 7:10 en 11.
  2. Mattheüs 19:19 Eigenlijk staat hier: 'houd van je naaste.' Het ouderwetse woord 'naaste' betekent eigenlijk: familielid. In de BasisBijbel is hier voor het woord 'broeders' gekozen. Want met 'naasten' werden alle mensen van het volk Israël bedoeld. Zij zijn familie van elkaar doordat ze dezelfde voorvader hebben, namelijk Jakob.

Divorce(A)

19 When Jesus had finished saying these things,(B) he left Galilee and went into the region of Judea to the other side of the Jordan. Large crowds followed him, and he healed them(C) there.

Some Pharisees came to him to test him. They asked, “Is it lawful for a man to divorce his wife(D) for any and every reason?”

“Haven’t you read,” he replied, “that at the beginning the Creator ‘made them male and female,’[a](E) and said, ‘For this reason a man will leave his father and mother and be united to his wife, and the two will become one flesh’[b]?(F) So they are no longer two, but one flesh. Therefore what God has joined together, let no one separate.”

“Why then,” they asked, “did Moses command that a man give his wife a certificate of divorce and send her away?”(G)

Jesus replied, “Moses permitted you to divorce your wives because your hearts were hard. But it was not this way from the beginning. I tell you that anyone who divorces his wife, except for sexual immorality, and marries another woman commits adultery.”(H)

10 The disciples said to him, “If this is the situation between a husband and wife, it is better not to marry.”

11 Jesus replied, “Not everyone can accept this word, but only those to whom it has been given.(I) 12 For there are eunuchs who were born that way, and there are eunuchs who have been made eunuchs by others—and there are those who choose to live like eunuchs for the sake of the kingdom of heaven. The one who can accept this should accept it.”

The Little Children and Jesus(J)

13 Then people brought little children to Jesus for him to place his hands on them(K) and pray for them. But the disciples rebuked them.

14 Jesus said, “Let the little children come to me, and do not hinder them, for the kingdom of heaven belongs(L) to such as these.”(M) 15 When he had placed his hands on them, he went on from there.

The Rich and the Kingdom of God(N)

16 Just then a man came up to Jesus and asked, “Teacher, what good thing must I do to get eternal life(O)?”(P)

17 “Why do you ask me about what is good?” Jesus replied. “There is only One who is good. If you want to enter life, keep the commandments.”(Q)

18 “Which ones?” he inquired.

Jesus replied, “‘You shall not murder, you shall not commit adultery,(R) you shall not steal, you shall not give false testimony, 19 honor your father and mother,’[c](S) and ‘love your neighbor as yourself.’[d](T)

20 “All these I have kept,” the young man said. “What do I still lack?”

21 Jesus answered, “If you want to be perfect,(U) go, sell your possessions and give to the poor,(V) and you will have treasure in heaven.(W) Then come, follow me.”

22 When the young man heard this, he went away sad, because he had great wealth.

23 Then Jesus said to his disciples, “Truly I tell you, it is hard for someone who is rich(X) to enter the kingdom of heaven. 24 Again I tell you, it is easier for a camel to go through the eye of a needle than for someone who is rich to enter the kingdom of God.”

25 When the disciples heard this, they were greatly astonished and asked, “Who then can be saved?”

26 Jesus looked at them and said, “With man this is impossible, but with God all things are possible.”(Y)

27 Peter answered him, “We have left everything to follow you!(Z) What then will there be for us?”

28 Jesus said to them, “Truly I tell you, at the renewal of all things, when the Son of Man sits on his glorious throne,(AA) you who have followed me will also sit on twelve thrones, judging the twelve tribes of Israel.(AB) 29 And everyone who has left houses or brothers or sisters or father or mother or wife[e] or children or fields for my sake will receive a hundred times as much and will inherit eternal life.(AC) 30 But many who are first will be last, and many who are last will be first.(AD)

Footnotes

  1. Matthew 19:4 Gen. 1:27
  2. Matthew 19:5 Gen. 2:24
  3. Matthew 19:19 Exodus 20:12-16; Deut. 5:16-20
  4. Matthew 19:19 Lev. 19:18
  5. Matthew 19:29 Some manuscripts do not have or wife.

论休妻

19 耶稣说完这番话,就离开加利利来到约旦河对岸的犹太地区。 有一大群人跟着祂,祂就在那里医好了他们的病。

有几个法利赛人到耶稣那里想试探祂,便问祂:“丈夫可以用任何理由休妻吗?”

耶稣回答说:“你们没有读过吗?太初,造物主造了男人和女人,并且说, ‘因此,人要离开父母,与妻子结合,二人成为一体。’ 这样,夫妻不再是两个人,而是一体了。因此,上帝配合的,人不可分开。”

他们追问:“那么,为什么摩西说,只要给妻子休书,就可以休她呢?”

耶稣说:“因为摩西知道你们铁石心肠,所以才准你们休妻。但起初并不是这样。 我告诉你们,除非是妻子不贞,否则,任何人休妻另娶,就是犯通奸罪[a]。”

10 门徒对耶稣说:“如果夫妻关系是这样,还不如不结婚。”

11 耶稣说:“这话不是每个人都能接受的,只有那些得到这种恩赐的人才能接受。 12 人不结婚的原因很多,有些是因为先天的缺陷,有些是被人阉了,也有些是为了天国而自己放弃结婚的权利。谁能接受,就让他接受吧。”

耶稣为小孩子祝福

13 有人带着小孩子来见耶稣,请求耶稣为他们按手祷告,却受到门徒的责备。

14 耶稣说:“让小孩子到我这里来,不要阻止他们,因为天国属于这样的人。” 15 于是祂为他们按手祷告,然后才离开那里。

有钱的青年

16 有一个人来请教耶稣:“老师,我该做什么善事才能获得永生呢?”

17 耶稣说:“你为什么问我做什么善事?只有上帝是善的,你要得永生,就必须遵守祂的诫命。”

18 那人问:“什么诫命呢?”

耶稣答道:“不可杀人,不可通奸,不可偷盗,不可作伪证, 19 要孝敬父母,并且爱邻如己。”

20 那青年说:“这些我早已遵守了,还缺什么呢?”

21 耶稣告诉他:“如果你想做到纯全,就去变卖所有的产业,送给穷人,你就必有财宝存在天上,然后你来跟从我。” 22 那青年听后,便忧伤地走了,因为他有许多产业。

23 事后,耶稣对门徒说:“我实在告诉你们,有钱人进天国很困难。 24 我再告诉你们,骆驼穿过针眼比有钱人进上帝的国还容易呢!”

25 门徒听了,惊奇地问:“这样,谁能得救呢?”

26 耶稣看着他们说:“对人而言,这不可能;但对上帝而言,凡事都可能。”

27 彼得问道:“你看,我们已经撇下一切来跟从你了,将来会有什么奖赏呢?”

28 耶稣说:“我实在告诉你们,到万物更新、人子坐在祂荣耀的宝座上时,你们这些跟从我的人也要坐在十二个宝座上,审判以色列的十二个支派。 29 无论谁为我的名而撇下房屋、弟兄、姊妹、父母、儿女或田地,都要得到百倍的赏赐,而且承受永生。 30 然而,许多为首的将要殿后,殿后的将要为首。”

Footnotes

  1. 19:9 有古卷在此处有“娶被休女子的人也犯了通奸罪”。

Echtscheiding

19 Daarna vertrok Jezus uit Galilea. Hij stak de Jordaan over en ging naar Judea. Grote groepen mensen volgden Hem en Hij genas alle mensen die ziek waren.

Er kwamen Farizeeërs naar Hem toe, om Hem een strikvraag te stellen. Ze hoopten dat Hij iets verkeerds zou zeggen. Ze vroegen: "Mag iemand van zijn vrouw scheiden, om wat voor reden dan ook?" Hij antwoordde: "Hebben jullie niet gelezen dat hun Maker hen vanaf het begin van de wereld als man en vrouw heeft gemaakt? God zei toen: 'Daarom zal een man weggaan bij zijn vader en moeder en van zijn vrouw houden en trouw aan haar zijn. Vanaf dan zijn ze niet meer twee aparte mensen, maar samen één geheel.' Wat God zo tot één geheel heeft gemaakt, zou een mens niet meer uit elkaar moeten halen." Toen zeiden de Farizeeërs tegen Hem: "Waarom heeft Mozes dan gezegd dat een man zijn vrouw mag wegsturen als hij haar een brief meegeeft waarin staat dat hij van haar gescheiden is?" Jezus zei tegen hen: "Mozes heeft gezegd dat jullie je vrouw mogen wegsturen, omdat hij wist dat jullie hard zijn. Maar vanaf het begin was dat niet de bedoeling. Maar Ik zeg jullie: je mag alleen met een andere vrouw trouwen, als je je vrouw hebt weggestuurd omdat ze met een andere man naar bed is geweest. Als je haar om een andere reden wegstuurt en hertrouwt, ben je ontrouw aan haar. En de man die met de weggestuurde vrouw trouwt, maakt dat zij ontrouw is aan haar eerste man."[a]

10 Toen zeiden de leerlingen tegen Hem: "Als het zo zit, kun je maar beter niet trouwen." 11 Maar Hij zei tegen hen: "Niet iedereen begrijpt wat Ik nu ga zeggen. Je begrijpt het alleen als God je daarbij helpt. 12 Sommige mensen trouwen niet omdat ze onvruchtbaar zijn geboren. Anderen trouwen niet omdat mensen hen onvruchtbaar hebben gemaakt. Weer anderen trouwen niet omdat ze er zelf voor kiezen om onvruchtbaar te blijven en geen kinderen te krijgen. Ze kiezen daarvoor vanwege Gods Koninkrijk. Probeer dit te begrijpen."

Jezus zegent de kinderen

13 De mensen brachten hun kleine kinderen naar Jezus toe. Ze wilden dat Hij hun de handen op zou leggen en voor ze zou bidden. Maar de leerlingen stuurden hen weg. 14 Maar Jezus zei: "Laat die kinderen met rust. Laat ze naar Mij toe komen en houd ze niet tegen! Want het Koninkrijk van God is voor mensen zoals zij." 15 En Hij zegende de kinderen. Daarna reisde Hij verder.

De rijke man

16 Er kwam iemand naar Jezus toe die vroeg: "Goede Meester, wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te krijgen?" 17 Jezus zei tegen de man: "Waarom noem je Mij 'goed'? Er is er maar Eén die goed is, en dat is God. Maar als je het eeuwige leven wil krijgen, moet je je altijd aan de wetten van Mozes houden." 18 De man vroeg: "Aan welke wetten daarvan?" Jezus antwoordde: "Deze. Dood niemand. Wees trouw aan je vrouw. Steel niet. Vertel geen leugens over anderen. 19 Heb respect voor je vader en moeder en zorg voor hen. En houd net zoveel van je broeders als van jezelf."[b] 20 De jongeman zei tegen Hem: "Daar heb ik me mijn hele leven aan gehouden. Wat moet ik verder nog doen?" 21 Jezus zei: "Als je volmaakt wil zijn, ga dan naar huis, verkoop alles wat je hebt en geef het geld aan de arme mensen. Dan zul je een schat in de hemel hebben. Kom dan hier en volg Mij." 22 Toen de man dit hoorde, ging hij verdrietig naar huis. Want hij was erg rijk.

23 Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Luister goed! Ik zeg jullie dat het voor rijke mensen moeilijk is om het Koninkrijk van God binnen te gaan. 24 Ja, het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te kruipen, dan voor een rijk mens om het Koninkrijk van God binnen te gaan." 25 Toen de leerlingen dat hoorden, werden ze er ongerust van. Ze vroegen: "Wie kan er dan worden gered?" 26 Jezus keek hen aan en zei: "Bij mensen is dat onmogelijk, maar bij God is alles mogelijk."

Wat is de beloning voor het volgen van Jezus?

27 Toen zei Petrus tegen Hem: "Heer, wíj hebben alles achtergelaten wat we hadden en zijn U gevolgd. Wat voor beloning zullen we daarvoor krijgen?" 28 Jezus zei tegen hen: "Luister goed! Ik zeg jullie: op een dag zal alles nieuw gemaakt worden. Ik zal dan op mijn hemelse troon zitten. Omdat jullie Mij zijn gevolgd, zullen jullie dan ook op twaalf tronen zitten. Jullie zullen rechters zijn over de twaalf stammen van Israël. 29 En als je je huis of broers of zussen of vader of moeder of vrouw of kinderen of akkers hebt achtergelaten om Mij te volgen, zul je er heel veel meer terugkrijgen. Ook zul je het eeuwige leven krijgen. 30 Maar veel mensen die nu het eerst zijn, zullen straks het laatst zijn. En veel mensen die nu het laatst zijn, zullen straks het eerst zijn."

Footnotes

  1. Mattheüs 19:9 Lees ook Matteüs 5:32 en 1 Korintiërs 7:10 en 11.
  2. Mattheüs 19:19 Eigenlijk staat hier: 'houd van je naaste.' Het ouderwetse woord 'naaste' betekent eigenlijk: familielid. In de BasisBijbel is hier voor het woord 'broeders' gekozen. Want met 'naasten' werden alle mensen van het volk Israël bedoeld. Zij zijn familie van elkaar doordat ze dezelfde voorvader hebben, namelijk Jakob.

Divorce(A)

19 When Jesus had finished saying these things,(B) he left Galilee and went into the region of Judea to the other side of the Jordan. Large crowds followed him, and he healed them(C) there.

Some Pharisees came to him to test him. They asked, “Is it lawful for a man to divorce his wife(D) for any and every reason?”

“Haven’t you read,” he replied, “that at the beginning the Creator ‘made them male and female,’[a](E) and said, ‘For this reason a man will leave his father and mother and be united to his wife, and the two will become one flesh’[b]?(F) So they are no longer two, but one flesh. Therefore what God has joined together, let no one separate.”

“Why then,” they asked, “did Moses command that a man give his wife a certificate of divorce and send her away?”(G)

Jesus replied, “Moses permitted you to divorce your wives because your hearts were hard. But it was not this way from the beginning. I tell you that anyone who divorces his wife, except for sexual immorality, and marries another woman commits adultery.”(H)

10 The disciples said to him, “If this is the situation between a husband and wife, it is better not to marry.”

11 Jesus replied, “Not everyone can accept this word, but only those to whom it has been given.(I) 12 For there are eunuchs who were born that way, and there are eunuchs who have been made eunuchs by others—and there are those who choose to live like eunuchs for the sake of the kingdom of heaven. The one who can accept this should accept it.”

The Little Children and Jesus(J)

13 Then people brought little children to Jesus for him to place his hands on them(K) and pray for them. But the disciples rebuked them.

14 Jesus said, “Let the little children come to me, and do not hinder them, for the kingdom of heaven belongs(L) to such as these.”(M) 15 When he had placed his hands on them, he went on from there.

The Rich and the Kingdom of God(N)

16 Just then a man came up to Jesus and asked, “Teacher, what good thing must I do to get eternal life(O)?”(P)

17 “Why do you ask me about what is good?” Jesus replied. “There is only One who is good. If you want to enter life, keep the commandments.”(Q)

18 “Which ones?” he inquired.

Jesus replied, “‘You shall not murder, you shall not commit adultery,(R) you shall not steal, you shall not give false testimony, 19 honor your father and mother,’[c](S) and ‘love your neighbor as yourself.’[d](T)

20 “All these I have kept,” the young man said. “What do I still lack?”

21 Jesus answered, “If you want to be perfect,(U) go, sell your possessions and give to the poor,(V) and you will have treasure in heaven.(W) Then come, follow me.”

22 When the young man heard this, he went away sad, because he had great wealth.

23 Then Jesus said to his disciples, “Truly I tell you, it is hard for someone who is rich(X) to enter the kingdom of heaven. 24 Again I tell you, it is easier for a camel to go through the eye of a needle than for someone who is rich to enter the kingdom of God.”

25 When the disciples heard this, they were greatly astonished and asked, “Who then can be saved?”

26 Jesus looked at them and said, “With man this is impossible, but with God all things are possible.”(Y)

27 Peter answered him, “We have left everything to follow you!(Z) What then will there be for us?”

28 Jesus said to them, “Truly I tell you, at the renewal of all things, when the Son of Man sits on his glorious throne,(AA) you who have followed me will also sit on twelve thrones, judging the twelve tribes of Israel.(AB) 29 And everyone who has left houses or brothers or sisters or father or mother or wife[e] or children or fields for my sake will receive a hundred times as much and will inherit eternal life.(AC) 30 But many who are first will be last, and many who are last will be first.(AD)

Footnotes

  1. Matthew 19:4 Gen. 1:27
  2. Matthew 19:5 Gen. 2:24
  3. Matthew 19:19 Exodus 20:12-16; Deut. 5:16-20
  4. Matthew 19:19 Lev. 19:18
  5. Matthew 19:29 Some manuscripts do not have or wife.