Font Size
Mattheüs 14
Het Boek
Mattheüs 14
Het Boek
Johannes de Doper onthoofd
14 Toen Herodes, de gouverneur van Galilea, over Jezus hoorde, 2 zei hij tegen zijn dienaars: ‘Dat moet Johannes de Doper zijn, die weer levend is geworden. Daarom kan Hij al die wonderen doen.’ 3 Herodes had Johannes namelijk gearresteerd en op aandringen van Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus, gevangen gezet. 4 Want Johannes had tegen hem gezegd dat hij niet met haar mocht samenleven. 5 Daarom had hij Johannes willen doden. Maar hij durfde het niet uit angst voor een opstand. Het volk geloofde dat Johannes een profeet was. 6 Op de verjaardag van Herodes kwam de dochter van Herodias de feestzaal binnen en danste voor de gasten. 7 Herodes vond het zo mooi, dat hij beloofde haar te zullen geven wat zij verlangde. ‘Ik zweer het je,’ zei hij. 8 Op aanraden van haar moeder vroeg zij om het hoofd van Johannes de Doper, op een schaal. 9 Herodes vond dit heel erg, maar kon er niet onderuit. Al zijn gasten hadden gehoord welke eed hij had gezworen. 10 Daarom gaf hij bevel het hoofd van Johannes te halen. Johannes werd in de gevangenis onthoofd. 11 Zijn hoofd werd op een schaal binnengebracht en aan het meisje gegeven. En het meisje gaf het aan haar moeder. 12 Later kwamen Johannesʼ leerlingen het lichaam halen en begroeven het. Zij gingen ook naar Jezus toe om Hem te vertellen wat er gebeurd was.
Vijf broden en twee vissen
13 Bij het horen van dit nieuws stapte Jezus in een boot en ging naar een afgelegen plaats om alleen te zijn. Maar de mensen zagen waar Hij naar toe ging en vanuit de steden liepen zij Hem achterna. 14 Toen Jezus terugkwam, stonden al die mensen Hem op te wachten. Hij kreeg medelijden met hen en genas allen die ziek waren. 15 Tegen de avond kwamen zijn leerlingen bij Hem en zeiden: ‘Het is al lang tijd om te eten en hier is niets te krijgen. Er woont hier niemand. U moet de mensen maar wegsturen. Dan kunnen zij naar de dorpen gaan en daar eten kopen.’ 16 Jezus antwoordde: ‘Dat hoeft niet. Geven júllie hun maar te eten.’ 17 ‘Hoe dan?’ vroegen zij. ‘Het enige wat wij hebben, zijn vijf broden en twee vissen.’ 18 ‘Breng die maar hier,’ zei Hij. 19 Hij zei tegen de mensen dat zij in het gras moesten gaan zitten. Daarna nam Hij de vijf broden en de twee vissen, keek naar de hemel en dankte God. Hij brak de broden in stukken en gaf deze aan zijn leerlingen. En zij gaven ze weer aan de mensen. 20 Iedereen kon zoveel eten als hij wilde. Er bleef zelfs nog over: twaalf manden vol. 21 En er waren maar liefst vijfduizend mannen, dus vrouwen en kinderen niet meegerekend.
Jezus loopt over het water
22 Hierna zei Hij tegen zijn leerlingen dat zij met de boot moesten overvaren naar de andere kant van het meer. Hij zou komen wanneer Hij de mensen zou hebben weggestuurd. 23 Toen iedereen weg was, ging Hij alleen de berg op om te bidden. 24 Het werd donker en de leerlingen waren al ver op het meer. Zij kwamen niet erg vooruit door de harde tegenwind en de hoge golven. 25 Tegen het eind van de nacht liep Jezus over het water naar hen toe. 26 Zij schreeuwden van angst en dachten dat het een spook was. 27 Hij stelde hen gerust. ‘Wees maar niet bang, Ik ben het.’ 28 Petrus riep: ‘Here, als U het werkelijk bent, zeg dan dat ik over het water naar U toe moet komen!’ 29 ‘Kom maar!’ riep Jezus. 30 Petrus stapte uit de boot en liep over het water naar Jezus toe. Maar hij besefte ineens dat er een heel harde wind stond. De schrik sloeg hem om het hart en hij begon te zinken. ‘Here, help mij!’ schreeuwde hij. 31 Jezus stak hem zijn hand toe en trok hem uit het water. ‘Och, twijfelaar,’ zei Hij, ‘waarom heb je zo weinig vertrouwen in Mij?’ 32 Zodra zij in de boot stapten, ging de wind liggen. 33 De anderen bogen zich vol ontzag voor Jezus neer. ‘U bent werkelijk de Zoon van God!’ zeiden zij.
34 Zij legden aan in Gennésareth. 35 Het nieuws dat Jezus er was, ging als een lopend vuurtje door het hele gebied, want Hij was herkend door enkele mensen die op de oever stonden. Van alle kanten werden er zieken bij Hem gebracht. 36 Zij smeekten of ze Hem mochten aanraken, al was het maar de zoom van zijn mantel. Allen die dat deden werden helemaal gezond.
Matthew 14
New International Version
Matthew 14
New International Version
John the Baptist Beheaded(A)
14 At that time Herod(B) the tetrarch heard the reports about Jesus,(C) 2 and he said to his attendants, “This is John the Baptist;(D) he has risen from the dead! That is why miraculous powers are at work in him.”
3 Now Herod had arrested John and bound him and put him in prison(E) because of Herodias, his brother Philip’s wife,(F) 4 for John had been saying to him: “It is not lawful for you to have her.”(G) 5 Herod wanted to kill John, but he was afraid of the people, because they considered John a prophet.(H)
6 On Herod’s birthday the daughter of Herodias danced for the guests and pleased Herod so much 7 that he promised with an oath to give her whatever she asked. 8 Prompted by her mother, she said, “Give me here on a platter the head of John the Baptist.” 9 The king was distressed, but because of his oaths and his dinner guests, he ordered that her request be granted 10 and had John beheaded(I) in the prison. 11 His head was brought in on a platter and given to the girl, who carried it to her mother. 12 John’s disciples came and took his body and buried it.(J) Then they went and told Jesus.
Jesus Feeds the Five Thousand(K)(L)
13 When Jesus heard what had happened, he withdrew by boat privately to a solitary place. Hearing of this, the crowds followed him on foot from the towns. 14 When Jesus landed and saw a large crowd, he had compassion on them(M) and healed their sick.(N)
15 As evening approached, the disciples came to him and said, “This is a remote place, and it’s already getting late. Send the crowds away, so they can go to the villages and buy themselves some food.”
16 Jesus replied, “They do not need to go away. You give them something to eat.”
17 “We have here only five loaves(O) of bread and two fish,” they answered.
18 “Bring them here to me,” he said. 19 And he directed the people to sit down on the grass. Taking the five loaves and the two fish and looking up to heaven, he gave thanks and broke the loaves.(P) Then he gave them to the disciples, and the disciples gave them to the people. 20 They all ate and were satisfied, and the disciples picked up twelve basketfuls of broken pieces that were left over. 21 The number of those who ate was about five thousand men, besides women and children.
Jesus Walks on the Water(Q)(R)
22 Immediately Jesus made the disciples get into the boat and go on ahead of him to the other side, while he dismissed the crowd. 23 After he had dismissed them, he went up on a mountainside by himself to pray.(S) Later that night, he was there alone, 24 and the boat was already a considerable distance from land, buffeted by the waves because the wind was against it.
25 Shortly before dawn Jesus went out to them, walking on the lake. 26 When the disciples saw him walking on the lake, they were terrified. “It’s a ghost,”(T) they said, and cried out in fear.
27 But Jesus immediately said to them: “Take courage!(U) It is I. Don’t be afraid.”(V)
28 “Lord, if it’s you,” Peter replied, “tell me to come to you on the water.”
29 “Come,” he said.
Then Peter got down out of the boat, walked on the water and came toward Jesus. 30 But when he saw the wind, he was afraid and, beginning to sink, cried out, “Lord, save me!”
31 Immediately Jesus reached out his hand and caught him. “You of little faith,”(W) he said, “why did you doubt?”
32 And when they climbed into the boat, the wind died down. 33 Then those who were in the boat worshiped him, saying, “Truly you are the Son of God.”(X)
34 When they had crossed over, they landed at Gennesaret. 35 And when the men of that place recognized Jesus, they sent word to all the surrounding country. People brought all their sick to him 36 and begged him to let the sick just touch the edge of his cloak,(Y) and all who touched it were healed.
Matthew 14
New English Translation
Matthew 14
New English Translation
The Death of John the Baptist
14 At that time Herod the tetrarch[a] heard reports about Jesus, 2 and he said to his servants, “This is John the Baptist. He has been raised from the dead! And because of this, miraculous powers are at work in him.” 3 For Herod had arrested John, bound him,[b] and put him in prison on account of Herodias, his brother Philip’s wife, 4 because John had repeatedly told[c] him, “It is not lawful for you to have her.”[d] 5 Although[e] Herod[f] wanted to kill John,[g] he feared the crowd because they accepted John as a prophet. 6 But on Herod’s birthday, the daughter of Herodias danced before them and pleased Herod, 7 so much that he promised[h] with an oath to give her whatever she asked. 8 Instructed by her mother, she said, “Give me the head of John the Baptist here on a platter.” 9 Although it grieved the king,[i] because of his oath and the dinner guests he commanded it to be given. 10 So[j] he sent and had John beheaded in the prison. 11 His[k] head was brought on a platter and given to the girl, and she brought it to her mother. 12 Then John’s[l] disciples came and took the body and buried it and went and told Jesus.
The Feeding of the Five Thousand
13 Now when Jesus heard this he went away from there privately in a boat[m] to an isolated place. But when the crowd heard about it,[n] they followed him on foot from the towns.[o] 14 As he got out he saw the large crowd, and he had compassion on them and healed their sick. 15 When evening arrived, his disciples came to him saying, “This is an isolated place[p] and the hour is already late. Send the crowds away so that they can go into the villages and buy food for themselves.” 16 But he[q] replied, “They don’t need to go. You[r] give them something to eat.” 17 They[s] said to him, “We have here only five loaves and two fish.” 18 “Bring them here to me,” he replied. 19 Then[t] he instructed the crowds to sit down on the grass. He took the five loaves and two fish, and looking up to heaven he gave thanks and broke the loaves. He gave them to the disciples,[u] who in turn gave them to the crowds.[v] 20 They all ate and were satisfied, and they picked up the broken pieces left over, twelve baskets full. 21 Not counting women and children, there were about 5,000 men who ate.
Walking on Water
22 Immediately Jesus[w] made the disciples get into the boat and go ahead of him to the other side, while he dispersed the crowds. 23 And after he sent the crowds away, he went up the mountain by himself to pray. When evening came, he was there alone. 24 Meanwhile the boat, already far from land,[x] was taking a beating from the waves because the wind was against it. 25 As the night was ending,[y] Jesus came to them walking on the sea.[z] 26 When[aa] the disciples saw him walking on the water[ab] they were terrified and said, “It’s a ghost!” and cried out with fear. 27 But immediately Jesus[ac] spoke to them:[ad] “Have courage! It is I. Do not be afraid.” 28 Peter[ae] said to him,[af] “Lord, if it is you, order me to come to you on the water.” 29 So he said, “Come.” Peter got out of the boat, walked on the water, and came toward Jesus. 30 But when he saw the strong wind he became afraid. And starting to sink, he cried out,[ag] “Lord, save me!” 31 Immediately Jesus reached out his hand and caught him, saying to him, “You of little faith, why did you doubt?” 32 When they went up into the boat, the wind ceased. 33 Then those who were in the boat worshiped him, saying, “Truly you are the Son of God.”
34 After they had crossed over, they came to land at Gennesaret.[ah] 35 When the people[ai] there recognized him, they sent word into all the surrounding area, and they brought all their sick to him. 36 They begged him if[aj] they could only touch the edge of his cloak, and all who touched it were healed.
Footnotes
- Matthew 14:1 sn A tetrarch, a ruler with rank and authority lower than a king, ruled only with the approval of the Roman authorities. This was roughly equivalent to being governor of a region. Several times in the NT, Herod, tetrarch of Galilee, is called a king (Matt 14:9, Mark 6:14-29), reflecting popular usage rather than an official title.
- Matthew 14:3 tc ‡ Most witnesses (א1 C D L N W Z Γ Δ Θ 0106 ƒ1, 13 33 565 579 1241 1424 M lat) read αὐτόν (auton, “him”) here as a way of clarifying the direct object; various significant witnesses lack the word, however (א* B 700 ff1 h q al). The original wording most likely lacked it, but it has been included here due to English style. NA28 includes the word in brackets, indicating reservations about its authenticity.
- Matthew 14:4 tn The imperfect tense verb is here rendered with an iterative force.
- Matthew 14:4 sn This marriage of Herod to his brother Philip’s wife was a violation of OT law (Lev 18:16; 20:21). In addition, both Herod Antipas and Herodias had each left marriages to enter into this union.
- Matthew 14:5 tn Here καί (kai) has not been translated.
- Matthew 14:5 tn Grk “he”; the referent (Herod) has been specified in the translation for clarity.
- Matthew 14:5 tn Grk “him” (also in the following phrase, Grk “accepted him”); in both cases the referent (John) has been specified in the translation for clarity.
- Matthew 14:7 tn The Greek text reads here ὁμολογέω (homologeō); though normally translated “acknowledge, confess,” BDAG (708 s.v. 1) lists “assure, promise” for certain contexts such as here.
- Matthew 14:9 tn Grk “and being grieved, the king commanded.”sn Herod was technically not a king, but this reflects popular usage. See the note on tetrarch in 14:1.
- Matthew 14:10 tn Grk “And.” Here καί (kai) has been translated as “so” to indicate the implied result of previous action(s) in the narrative.
- Matthew 14:11 tn Grk “And his”; the referent (John the Baptist) has been specified in the translation for clarity.
- Matthew 14:12 tn Grk “his”; the referent (John) has been specified in the translation for clarity. Here καί (kai) has been translated as “Then.”
- Matthew 14:13 sn See the note at Matt 4:21 for a description of the first-century fishing boat discovered in 1986 near Tiberias on the western shore of the Sea of Galilee.
- Matthew 14:13 tn The word “it” is not in the Greek text but is implied. Direct objects were often omitted in Greek when clear from the context.
- Matthew 14:13 tn Or “cities.”
- Matthew 14:15 tn Or “a desert” (meaning a deserted or desolate area with sparse vegetation).
- Matthew 14:16 tc ‡ The majority of witnesses read ᾿Ιησοῦς (Iēsous, “Jesus”) here, perhaps to clarify the subject. Although only a few Greek mss, along with several versional witnesses (א* D Zvid 579 1424 e k sys,c,p sa bo), lack the name of Jesus, the omission does not seem to be either accidental or malicious and is therefore judged to be most likely the original reading. Nevertheless, a decision is difficult. NA28 has the word in brackets, indicating doubts as to its authenticity.
- Matthew 14:16 tn Here the pronoun ὑμεῖς (humeis) is used, making “you” in the translation emphatic.
- Matthew 14:17 tn Here δέ (de) has not been translated.
- Matthew 14:19 tn Here καί (kai) has been translated as “Then.”
- Matthew 14:19 tn Grk “And after instructing the crowds to recline for a meal on the grass, after taking the five loaves and the two fish, after looking up to heaven, he gave thanks, and after breaking the loaves he gave them to the disciples.” Although most of the participles are undoubtedly attendant circumstance, there are but two indicative verbs—“he gave thanks” and “he gave.” The structure of the sentence thus seems to focus on these two actions and has been translated accordingly.
- Matthew 14:19 tn Grk “to the disciples, and the disciples to the crowds.”
- Matthew 14:22 tn Grk “he”; the referent (Jesus) has been specified in the translation for clarity.
- Matthew 14:24 tn Grk “The boat was already many stades from the land.” A stade (στάδιον, stadion) was a unit of distance about 607 feet (185 meters) long.
- Matthew 14:25 tn Grk “In the fourth watch of the night,” that is, between 3 a.m. and 6 a.m.
- Matthew 14:25 tn Or “on the lake.”
- Matthew 14:26 tn Here δέ (de) has not been translated.
- Matthew 14:26 tn Grk “on the sea”; or “on the lake.” The translation “water” has been used here for stylistic reasons (cf. the same phrase in v. 25).
- Matthew 14:27 tc Most witnesses have ὁ ᾿Ιησοῦς (ho Iēsous, “Jesus”), while a few lack the words (א* D 073 892 ff1 syc sa bo). Although such additions are often suspect (due to liturgical influences, piety, or for the sake of clarity), in this case it is likely that ὁ ᾿Ιησοῦς dropped out accidentally. Apart from a few albeit significant witnesses, as noted above, the rest of the tradition has either ὁ ᾿Ιησοῦς αὐτοῖς (ho Iēsous autois) or αὐτοῖς ὁ ᾿Ιησοῦς (autois ho Iēsous). In majuscule letters, with Jesus’ name as a nomen sacrum, this would have been written as autoisois_ or ois_autois. Thus homoioteleuton could explain the reason for the omission of Jesus’ name. (This same phenomenon occurs in P137 at Mark 1:17 where the original text no doubt read αὐτοῖς ὁ ᾿Ιησοῦς, but this papyrus accidentally omits the nomen sacrum.)
- Matthew 14:27 tn Grk “he said to them, saying.” The participle λέγων (legōn) is redundant and has not been translated.
- Matthew 14:28 tn Here δέ (de) has not been translated.
- Matthew 14:28 tn Grk “answering him, Peter said.” The participle ἀποκριθείς (apokritheis) is redundant and has not been translated.
- Matthew 14:30 tn Grk “he cried out, saying.” The participle λέγων (legōn) is redundant and has not been translated.
- Matthew 14:34 sn Gennesaret was a fertile plain south of Capernaum (see also Mark 6:53). The Sea of Galilee was also sometimes known as the Sea of Gennesaret (Luke 5:1).
- Matthew 14:35 tn Grk “men”; the word here (ἀνήρ, anēr) usually indicates males or husbands, but occasionally is used in a generic sense of people in general, as here (cf. BDAG 79 s.v. 1.a, 2).
- Matthew 14:36 tn Grk “asked that they might touch.”
Matthew 14
King James Version
Matthew 14
King James Version
14 At that time Herod the tetrarch heard of the fame of Jesus,
2 And said unto his servants, This is John the Baptist; he is risen from the dead; and therefore mighty works do shew forth themselves in him.
3 For Herod had laid hold on John, and bound him, and put him in prison for Herodias' sake, his brother Philip's wife.
4 For John said unto him, It is not lawful for thee to have her.
5 And when he would have put him to death, he feared the multitude, because they counted him as a prophet.
6 But when Herod's birthday was kept, the daughter of Herodias danced before them, and pleased Herod.
7 Whereupon he promised with an oath to give her whatsoever she would ask.
8 And she, being before instructed of her mother, said, Give me here John Baptist's head in a charger.
9 And the king was sorry: nevertheless for the oath's sake, and them which sat with him at meat, he commanded it to be given her.
10 And he sent, and beheaded John in the prison.
11 And his head was brought in a charger, and given to the damsel: and she brought it to her mother.
12 And his disciples came, and took up the body, and buried it, and went and told Jesus.
13 When Jesus heard of it, he departed thence by ship into a desert place apart: and when the people had heard thereof, they followed him on foot out of the cities.
14 And Jesus went forth, and saw a great multitude, and was moved with compassion toward them, and he healed their sick.
15 And when it was evening, his disciples came to him, saying, This is a desert place, and the time is now past; send the multitude away, that they may go into the villages, and buy themselves victuals.
16 But Jesus said unto them, They need not depart; give ye them to eat.
17 And they say unto him, We have here but five loaves, and two fishes.
18 He said, Bring them hither to me.
19 And he commanded the multitude to sit down on the grass, and took the five loaves, and the two fishes, and looking up to heaven, he blessed, and brake, and gave the loaves to his disciples, and the disciples to the multitude.
20 And they did all eat, and were filled: and they took up of the fragments that remained twelve baskets full.
21 And they that had eaten were about five thousand men, beside women and children.
22 And straightway Jesus constrained his disciples to get into a ship, and to go before him unto the other side, while he sent the multitudes away.
23 And when he had sent the multitudes away, he went up into a mountain apart to pray: and when the evening was come, he was there alone.
24 But the ship was now in the midst of the sea, tossed with waves: for the wind was contrary.
25 And in the fourth watch of the night Jesus went unto them, walking on the sea.
26 And when the disciples saw him walking on the sea, they were troubled, saying, It is a spirit; and they cried out for fear.
27 But straightway Jesus spake unto them, saying, Be of good cheer; it is I; be not afraid.
28 And Peter answered him and said, Lord, if it be thou, bid me come unto thee on the water.
29 And he said, Come. And when Peter was come down out of the ship, he walked on the water, to go to Jesus.
30 But when he saw the wind boisterous, he was afraid; and beginning to sink, he cried, saying, Lord, save me.
31 And immediately Jesus stretched forth his hand, and caught him, and said unto him, O thou of little faith, wherefore didst thou doubt?
32 And when they were come into the ship, the wind ceased.
33 Then they that were in the ship came and worshipped him, saying, Of a truth thou art the Son of God.
34 And when they were gone over, they came into the land of Gennesaret.
35 And when the men of that place had knowledge of him, they sent out into all that country round about, and brought unto him all that were diseased;
36 And besought him that they might only touch the hem of his garment: and as many as touched were made perfectly whole.
Matteusevangeliet 14
Svenska Folkbibeln 2015
Matteusevangeliet 14
Svenska Folkbibeln 2015
Johannes Döparens död
14 (A) Vid den tiden fick landsfursten Herodes[a] höra ryktet om Jesus, 2 och han sade till sina tjänare: "Det är Johannes Döparen. Han har uppstått från de döda, och det är därför dessa krafter verkar i honom."
3 (B) Herodes hade nämligen låtit gripa och binda Johannes och sätta honom i fängelse på grund av Herodias[b], hustru till hans bror Filippus. 4 Johannes hade sagt till Herodes: "Det är inte tillåtet[c] för dig att ha henne." 5 (C) Herodes ville döda honom, men han var rädd för folket eftersom de ansåg att Johannes var en profet.
6 Så kom Herodes födelsedag. Herodias dotter dansade inför gästerna, och Herodes blev så förtjust 7 att han lovade med ed att han skulle ge henne vad hon än bad om. 8 Hon uppmanades då av sin mor att säga: "Ge mig Johannes Döparens huvud här på ett fat!"
9 Kungen blev bedrövad, men för edens och gästernas skull befallde han att hon skulle få det. 10 Han lät halshugga Johannes i fängelset. 11 Johannes huvud bars in på ett fat och gavs åt flickan, och hon bar det till sin mor.
12 Johannes lärjungar kom och hämtade den döda kroppen och begravde den. Sedan gick de och berättade det för Jesus.
Jesus mättar fem tusen
13 (D) När Jesus hörde detta, drog han sig undan därifrån med båt till en öde plats där de kunde vara för sig själva. Men folket fick höra det och följde efter honom till fots från städerna. 14 När han steg ur båten såg han en stor skara människor, och han förbarmade sig över dem och botade de sjuka bland dem.
15 (E) På kvällen kom lärjungarna till honom och sade: "Platsen här är ödslig och timmen är redan sen. Skicka i väg folket så att de kan gå bort till byarna och köpa sig mat." 16 Jesus sade till dem: "De behöver inte gå härifrån. Ge ni dem att äta." 17 De svarade: "Vi har inget annat här än fem bröd och två fiskar." 18 Han sade: "Hämta dem hit till mig."
19 Sedan befallde han folket att slå sig ner i gräset. Han tog de fem bröden och de två fiskarna, såg upp mot himlen, tackade Gud[d], bröt bröden och gav dem till lärjungarna, och de gav dem till folket. 20 Alla åt och blev mätta, och man plockade tolv korgar fulla med bitarna som blivit över. 21 De som hade ätit var omkring fem tusen män, förutom kvinnor och barn.
Jesus går på vattnet
22 (F) Strax därefter befallde han lärjungarna att stiga i båten och fara i förväg över till andra sidan sjön, medan han själv sände i väg folket. 23 (G) När han hade skickat i väg dem, gick han upp på berget för att få vara för sig själv och be.
När det blev kväll var han ensam där. 24 Båten var redan långt[e] från land och hårt ansatt av vågorna, eftersom de hade motvind. 25 Mot slutet av natten[f] kom Jesus till dem, gående på sjön. 26 När lärjungarna fick se honom gå på sjön, blev de förskräckta och sade: "Det är ett spöke!" Och de skrek av rädsla. 27 Men genast sade Jesus till dem: "Var lugna! Det Är Jag[g]. Var inte rädda."
28 Petrus svarade: "Herre, om det är du, så befall mig att komma till dig på vattnet." 29 Han sade: "Kom!" Petrus steg ur båten och gick på vattnet fram till Jesus. 30 (H) Men när han såg hur stark vinden var, blev han rädd. Han började sjunka och ropade: "Herre, rädda mig!" 31 Genast räckte Jesus ut handen och grep tag i honom och sade: "Så lite tro du har! Varför tvivlade du?" 32 De steg i båten och vinden lade sig. 33 (I) Och de som var i båten tillbad honom och sade: "Du är verkligen Guds Son!"
Sjuka förs till Jesus
34 När de hade kommit över sjön lade de till i trakten av Gennesaret. 35 Männen på platsen kände igen honom och sände ut bud i hela området, och man förde till honom alla som var sjuka 36 (J) och bad honom att de bara skulle få röra vid hörntofsen på hans mantel. Och alla som rörde vid honom blev botade.
Footnotes
- 14:1 landsfursten Herodes Herodes Antipas var son till Herodes den store (Matt 2:1) och "tetrark" över Galileen och Pereen. Han hade sin huvudstad i Tzippori nära Nasaret men höll Johannes fängslad i fästningen Makerus vid Döda havet. Jesus kallar honom "räven" (Luk 13:32). Han avsattes av kejsar Caligula år 39 och dog i Lyon.
- 14:3 Herodias var brorsdotter till Herodes Antipas och dessutom gift med hans andre halvbror Filippus. Hennes skandalösa relation med Herodes drog landet i krig med nabateerna.
- 14:4 inte tillåtet enligt Mose lag (3 Mos 18:16).
- 14:19 tackade Gud Den judiska bordsbönen som troligen användes redan på Jesu tid lyder än idag: "Lovad är du, Herre vår Gud, världens Kung som frambringar bröd ur jorden" (jfr Ps 104:14).
- 14:24 långt Ordagrant "många stadier" (längdmått om 190 meter).
- 14:25 Mot slutet av natten Ordagrant: "vid fjärde nattväkten", nattens sista fjärdedel.
- 14:27 Det Är Jag Ordagrant: "Jag Är" (en anspelning på Guds namn Jhvh, jfr Joh 8:24 med not).
Het Boek (HTB)
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.
New International Version (NIV) 
Holy Bible, New International Version®, NIV® Copyright ©1973, 1978, 1984, 2011 by Biblica, Inc.® Used by permission. All rights reserved worldwide.
NIV Reverse Interlinear Bible: English to Hebrew and English to Greek. Copyright © 2019 by Zondervan.
New English Translation (NET)
NET Bible® copyright ©1996-2017 by Biblical Studies Press, L.L.C. http://netbible.com All rights reserved.
Svenska Folkbibeln 2015 (SFB15)
Svenska Folkbibeln 2015, Copyright © 2015 by Svenska Folkbibeln Foundation