獻給提阿費羅

提阿費羅大人哪,既然有許多人著手編錄關於在我們中間所成就的事, 就是照著從起初以來的目擊者和做福音[a]僕人的那些人所傳給我們的, 我也已經從頭仔細地追蹤了這一切,我就認為應該按著次序寫給您, 好讓您了解到您所領受的話語都是確實的。

預言約翰誕生

猶太希律的那些日子裡,有一個祭司名叫撒迦利亞,屬於亞比雅班組。他的妻子也是亞倫的子孫[b],名叫伊莉莎白 他們兩個人在神面前都是義人,遵行主的一切誡命和公義規定,無可指責。 可是他們沒有孩子,因為伊莉莎白不能生育,兩個人又都上了年紀。

有一次,當撒迦利亞的班組輪值的時候,撒迦利亞在神面前履行祭司的職務, 照著祭司職務的規矩,抽中了籤就進入主的聖所燒香。 10 燒香的時候,全體民眾都在外面禱告。 11 有主的一位天使站在香壇的右邊向他顯現。 12 撒迦利亞看見後,就驚慌不安,恐懼就臨到了他。 13 天使對他說:

撒迦利亞,不要怕,
因為你的祈禱已蒙垂聽。
你的妻子伊莉莎白要為你生一個兒子,
你要給他起名叫約翰
14 他將使你歡喜、快樂,
許多人也會因他的誕生而歡欣,
15 因為他將要在主面前為大。
淡酒和烈酒他絕不能喝,
還在母腹中的時候,
他就會被聖靈充滿。
16 他將使許多以色列子民
歸向主——他們的神。
17 他將藉著以利亞的靈和能力,
在主的面前先行,
使父親的心
轉向兒女,
使悖逆的人
轉向義人的智慧,
好為主準備一群預備好了的子民。」

18 撒迦利亞對天使說:「我憑著什麼能知道這事呢?我是個老人,我的妻子也上了年紀。」

19 天使回答他,說:「我是站在神面前的加百列,奉差派來對你說話,向你傳達這些好消息。 20 看哪,你要成為啞巴,不能說話,一直到這些事成就的日子,因為你不相信我的話!到了時候,我的話就會應驗。」

21 民眾等候著撒迦利亞,對他在聖所裡的遲延不出感到驚奇。 22 當他出來不能和他們說話的時候,他們才了解他在聖所裡看到了異象。撒迦利亞一直向他們打手勢,卻始終不能說話。 23 他服事的日子滿了以後,就回家去了。

24 這些日子以後,他的妻子伊莉莎白懷了孕,隱居了五個月。她說: 25 「為了除去我在人間的恥辱,主在這些眷顧的日子裡,這樣看待了我。」

預言基督誕生

26 在第六個月,天使加百列從神那裡奉差派,去加利利一個叫拿撒勒的城, 27 到一個童貞女那裡。這童貞女名叫瑪麗亞,已經許配給大衛家族一個名叫約瑟的人。 28 天使[c]來到她面前,說:「蒙大恩的女子,願你歡喜,主與你同在![d] 29 瑪麗亞因這話就驚慌不安,思索這問候到底是什麼意思。 30 天使對她說:

瑪麗亞,不要怕,
因為你在神面前蒙恩了。
31 看哪,
你將要懷孕生一個兒子,
你要給他起名叫耶穌。
32 他將要為大,
被稱為至高者的兒子;
主、神要把他先祖大衛的王位賜給他。
33 他要做王統管雅各家,直到永遠,
他的國度沒有窮盡。」

34 瑪麗亞對天使說:「我既然沒有出嫁[e],怎麼會有這事呢?」

35 天使回答她,說:

「聖靈將要臨到你,
至高者的大能要蔭庇你,
因此,那要誕生的聖者
將被稱為神的兒子。

36 你看,你的親戚伊莉莎白雖然年老,也懷了男胎;那被稱為不能生育的,現在已有六個月的身孕[f]了。 37 因為在神沒有什麼事是不可能的。」

38 瑪麗亞說:「看哪,我是主的婢女,願這事照著你的話成就在我身上。」於是天使離開了她。

瑪麗亞與伊莉莎白

39 就在那些日子裡,瑪麗亞起身到山區去,趕往猶大的一個城, 40 進了撒迦利亞的家,問候伊莉莎白 41 伊莉莎白一聽到瑪麗亞的問候,胎兒就在她的腹中跳動,伊莉莎白也被聖靈充滿, 42 大聲呼喊說:

「你在婦女中是蒙祝福的,
你腹中的胎兒[g]也是蒙祝福的!

43 我主的母親竟然到我這裡來,這事怎麼會臨到我呢? 44 看哪,原來你問候的聲音一傳入我的耳朵,胎兒就在我的腹中歡喜跳躍。 45 這相信的女子是蒙福的,因為主對她說的話都會實現。」

瑪麗亞的頌讚

46 瑪麗亞說:

「我的心尊主為大,
47 我的靈以神我的救主為樂,
48 因為他看顧他婢女的卑微。
看哪,從今以後,
世世代代都要稱我有福,
49 因為那全能者
為我行了大事;
他的名是神聖的。
50 他的憐憫,
世世代代臨到敬畏他的人。
51 他用膀臂施展大能,
驅散那些心思意念驕傲的人。
52 他把權能者從高位上拉下,
又把卑微的人[h]高舉。
53 他用美物滿足飢餓的人,
讓富有的人空手而去。
54 他扶助他的僕人以色列
不忘憐憫,
55 正如他對我們祖先,
亞伯拉罕和他的後裔所說的,直到永遠。」

56 瑪麗亞伊莉莎白一起住了大約三個月,就回家去了。

約翰的出生與命名

57 伊莉莎白產期到了,生了一個兒子。 58 她的鄰居和親戚聽說主向她大施憐憫,就與她一同歡樂。

59 到了第八天,他們來給孩子行割禮,要按照他父親的名字叫他撒迦利亞 60 可是孩子的母親應聲說:「不!他要被稱為約翰。」

61 他們對她說:「你的親族中沒有叫這名字的。」 62 於是他們向孩子的父親打手勢,到底他願意叫他什麼名字。 63 撒迦利亞要了一塊寫字板,寫上:「他的名字是約翰。」大家都感到驚奇。 64 撒迦利亞的口立刻開了,舌頭也鬆了,就說出話來,頌讚神。 65 於是住在他們周圍的人都感到懼怕,整個猶太山區的人也都在談論這一切事。 66 所有聽見的人都把這一切存在心裡,說:「這孩子將來究竟會怎麼樣呢?」因為顯然有主的手與他同在。

撒迦利亞的預言

67 他的父親撒迦利亞被聖靈充滿,就預言說:

68 「主——以色列的神是當受頌讚的,
因為他臨到[i]了他的子民,
並施行了救贖。
69 他在他的僕人大衛家中,
為我們興起了一隻救恩的角,
70 正如他自古以來藉著聖先知們的口所說的,
71 拯救我們脫離敵人[j]、脫離一切恨我們之人的手,
72 向我們的祖先施憐憫,
不忘他神聖的約,
73 就是向我們的先祖亞伯拉罕所起的誓,
74 使我們從敵人[k]的手中被救出,
75 在我們所有的日子裡無所懼怕,以聖潔和公義事奉他;
76 而你——孩子啊!
你將被稱為至高者的先知,
因為你將走在主的前面,
預備他的路,
77 藉著罪得赦免,
賜給他的子民救恩的知識。
78 因著我們神憐憫的心腸[l]
黎明的曙光將從高天臨到[m]我們,
79 照亮那些坐在黑暗
和死亡陰影中的人,
引導我們的腳步進入平安[n]之路。」

80 那孩子漸漸長大,靈裡剛強。他住在曠野,直到他向以色列公開出現的那天。

Footnotes

  1. 路加福音 1:2 福音——原文直譯「話語」或「道」。
  2. 路加福音 1:5 子孫——原文直譯「女兒」。
  3. 路加福音 1:28 天使——有古抄本作「他」。
  4. 路加福音 1:28 有古抄本附「你在婦女中是蒙祝福的!」
  5. 路加福音 1:34 沒有出嫁——原文直譯「沒有親近男人」。
  6. 路加福音 1:36 的身孕——輔助詞語。
  7. 路加福音 1:42 胎兒——原文直譯「果實」。
  8. 路加福音 1:52 卑微的人——或譯作「謙卑的人」。
  9. 路加福音 1:68 臨到——或譯作「照顧」。
  10. 路加福音 1:71 敵人——或譯作「反對者」。
  11. 路加福音 1:74 敵人——或譯作「反對者」。
  12. 路加福音 1:78 心腸——或譯作「情感」。
  13. 路加福音 1:78 臨到——或譯作「照顧」。
  14. 路加福音 1:79 平安——或譯作「和平」。

Inleiding

Geachte meneer Teofilus, al heel veel mensen hebben geprobeerd om op te schrijven wat er allemaal is gebeurd. Ze hebben alles nagevraagd bij de mensen die er zelf bij waren. Ook ik heb besloten om alles goed na te gaan en dan voor u op te schrijven. Nu zult u zelf kunnen zien dat het waar is wat de mensen u hebben verteld.[a]

Elizabet raakt in verwachting van Johannes

In de tijd dat Herodes[b] koning was van Judea, was er een priester die Zacharias heette. Hij was ingedeeld bij de groep priesters van Abia. Hij en zijn vrouw waren allebei uit de familie van Aäron.[c] Zijn vrouw heette Elizabet. Ze leefden allebei zoals God het wil en hielden zich aan alle regels van de wet van God, zonder Hem ongehoorzaam te zijn. Maar ze hadden geen kinderen, want Elizabet kon geen kinderen krijgen. Nu waren ze allebei al oud.

Op een keer was het Zacharias' beurt om als priester dienst te doen in de tempel. Zoals altijd was er geloot wie in de tempel van de Heer God het wierook-offer zou brengen. Zo had nu Zacharias de beurt gekregen. 10 Buiten stonden de mensen te bidden terwijl hij binnen het wierook-offer bracht.

11 Plotseling zag Zacharias een engel van de Heer God. Hij stond rechts van het altaar waarop het wierook-offer wordt gebracht. 12 Toen Zacharias de engel zag, schrok hij erg en was bang. 13 Maar de engel zei tegen hem: "Je hoeft niet bang te zijn. God heeft je gebed gehoord. Je vrouw Elizabet zal een zoon krijgen. Je moet hem Johannes noemen. 14 Je zal heel erg blij zijn met de geboorte van je zoon. En niet alleen jij, maar ook heel veel andere mensen zullen blij met hem zijn. 15 Want God heeft hem een belangrijke taak gegeven. Hij mag geen wijn of sterke drank drinken.[d] Al vóór zijn geboorte zal hij vol zijn van de Heilige Geest. 16 Dankzij hem zullen veel mensen van het volk Israël weer gaan leven zoals hun Heer God het wil. 17 Hij zal God dienen op dezelfde manier en met dezelfde kracht als de profeet Elia.[e] Door hem zullen de vaders hun hart weer openen voor hun kinderen. En mensen die ongehoorzaam zijn aan God, zullen door hem weer gaan leven zoals God het wil. Zo zal hij van de mensen een volk maken dat bruikbaar is voor God."

18 Zacharias zei tegen de engel: "Hoe weet ik dat dit inderdaad zal gebeuren? Want mijn vrouw en ik zijn allebei al oud." 19 De engel antwoordde: "Ik ben Gabriël, die dicht bij God mag komen om Hem te dienen. Ik ben gestuurd om je deze dingen te vertellen. 20 Omdat je mij niet wil geloven, zul je niet kunnen spreken totdat is gebeurd wat ik je heb verteld. Maar als de tijd gekomen is, zal alles gebeuren zoals ik je heb gezegd."

21 Intussen stonden de mensen op Zacharias te wachten. Ze vroegen zich af waarom hij zo lang binnen bleef. 22 Toen hij eindelijk naar buiten kwam, kon hij niet spreken. Ze begrepen dat God in de tempel tot hem gesproken had. Hij maakte gebaren tegen hen en kon niet praten. 23 Hij deed de afgesproken tijd dienst in de tempel. Daarna ging hij naar huis terug.

24 Zijn vrouw Elizabet raakte in verwachting. Ze bleef vijf maanden in huis en liet zich aan niemand zien. 25 Ze zei: "De Heer God heeft dit gedaan om te laten zien dat Hij mij niet is vergeten. Hij heeft ervoor gezorgd dat ik mij niet meer hoef te schamen omdat ik geen kinderen heb."

Maria raakt in verwachting

26 Toen Elizabet zes maanden in verwachting was, stuurde God de engel Gabriël naar Nazaret. Dat is een stad in Galilea. 27 Hij ging naar een jonge, ongetrouwde vrouw die nog maagd was. Ze was verloofd met Jozef en nog nooit met hem naar bed geweest. Jozef was uit de familie van koning David.[f] De vrouw heette Maria. 28 De engel ging haar huis binnen en groette haar. Toen zei hij: "God heeft jou uitgekozen. God is met je." 29 Ze schrok toen ze hem zag. Ook was ze geschrokken van zijn woorden. Ze vroeg zich af wat de engel bedoelde. 30 De engel zei tegen haar: "Je hoeft niet bang te zijn, Maria. Want God wil goed voor jou zijn. 31 Je zal in verwachting raken en een zoon krijgen. Je moet Hem Jezus (= 'God redt') noemen. 32 Hij zal een belangrijk mens zijn en Hij zal 'Zoon van de Allerhoogste God' worden genoemd. De Heer God zal Hem koning van Israël maken, net als zijn voorvader David.[g] 33 Hij zal voor eeuwig als koning regeren over het volk Israël. Er zal nooit een eind komen aan zijn heerschappij."

34 Maria zei tegen de engel: "Hoe kan dat gebeuren? Want ik ben nog niet getrouwd." 35 De engel zei: "De Heilige Geest zal bij je komen. De kracht van de Allerhoogste God zal over je komen. Daardoor zal er een heilig kind in je ontstaan. Hij zal daarom 'Zoon van God' worden genoemd. 36 Je nicht Elizabet is ook in verwachting van een zoon. Ze is al oud en iedereen dacht dat ze geen kinderen kon krijgen. Maar nu is ze al zes maanden in verwachting. 37 Want voor God is niets onmogelijk." 38 Maria antwoordde: "Ik wil de Heer God gehoorzaam zijn. Laat Hij met me doen wat u heeft gezegd." Toen ging de engel bij haar weg.

Maria bezoekt Elizabet

39 Daarna vertrok Maria haastig naar een stad in de bergen van de stam van Juda. 40 Ze ging daar Zacharias en Elizabet bezoeken. Ze ging hun huis binnen en groette Elizabet. 41 Toen Elizabet de groet van Maria hoorde, bewoog het kind in haar buik. Het leek op te springen. En Elizabet werd vol van de Heilige Geest. 42 Ze riep luid: "God is zó goed geweest voor jou! Meer dan voor alle andere vrouwen! En God is óók zo goed voor je kind! 43 Waaraan heb ik het te danken dat de moeder van mijn Heer bij mij op bezoek komt? 44 Want op het moment dat je mij groette, sprong mijn kind van blijdschap op in mijn buik. 45 Wat heerlijk voor je dat je hebt geloofd wat Hij tegen je heeft gezegd! Want wat Hij tegen je heeft gezegd, zal ook gebeuren."

46 Maria zei: "Ik prijs de Heer God. 47 En ik ben blij over God, mijn Redder, 48 omdat Hij zó goed geweest is voor mij, een gewone vrouw. Voortaan zullen alle volken zeggen dat God heerlijke dingen voor mij heeft gedaan. 49 Want de heilige, machtige God heeft geweldige dingen bij mij gedaan. 50 Hij is vriendelijk en goed voor alle mensen die ontzag voor Hem hebben. Ook voor hun kinderen is Hij vriendelijk. 51 Hij heeft machtige dingen gedaan. Trotse mensen heeft Hij vernederd. 52 Machtige mensen heeft Hij hun macht afgenomen. Maar gewone mensen heeft Hij geëerd. 53 Hongerige mensen heeft Hij veel gegeven. Maar rijke mensen heeft Hij met lege handen weggestuurd. 54 Hij is zijn volk Israël te hulp gekomen, 55 omdat Hij wilde doen wat Hij vroeger aan onze voorouders heeft beloofd. Want Hij heeft al aan Abraham beloofd dat Hij voor eeuwig goed zou zijn voor hem en zijn familie ná hem."[h]

56 Maria bleef ongeveer drie maanden bij Elizabet. Daarna ging ze naar huis terug.

De geboorte van Johannes

57 Na negen maanden kreeg Elizabet een zoon. 58 Haar buren en familie hoorden dat God zo goed voor haar was geweest. Ze waren heel erg blij voor haar. 59 Toen het kind acht dagen oud was, kwamen er mensen om het kind te besnijden.[i] Ze wilden het kind net als zijn vader 'Zacharias' noemen. 60 Maar Elizabet zei: "Nee, hij moet Johannes heten." 61 Ze zeiden tegen haar: "Maar niemand in je familie heet zo!" 62 Ze gebaarden tegen de vader dat hij moest beslissen hoe het kind moest heten. 63 Hij vroeg om een schrijfplankje. En hij schreef op: "Hij heet Johannes." Iedereen was erg verbaasd. 64 Op dat moment kon Zacharias weer spreken en hij prees God.

65 Iedereen in hun omgeving was erg onder de indruk van wat God had gedaan. In het hele bergland van Judea werd er over gepraat. 66 Iedereen die het hoorde, vroeg zich af: "Wat zal dat kind voor iemand worden?" En God was met hem.

Zacharias profeteert over Johannes

67 Vader Zacharias werd vol van de Heilige Geest en profeteerde: 68 "Prijs de Heer, de God van Israël. Want Hij is ons niet vergeten. Hij heeft ons iemand gegeven die ons zal redden en bevrijden. 69 Hij heeft een machtige Redder gegeven, uit de familie van zijn dienaar koning David. 70 Dat is ook wat Hij al vanaf het begin van de wereld beloofd heeft door de heilige profeten. 71 Hij had beloofd dat Hij ons zou redden van onze vijanden. Hij zou ons bevrijden uit de macht van de mensen die ons haten. 72 Hij beloofde dat Hij vriendelijk en goed zou zijn voor onze voorouders en dat Hij zou doen wat Hij hun had beloofd. 73 Hij zou het heilige verbond dat Hij plechtig met onze vader Abraham had gesloten, niet vergeten. 74 Hij zou ons redden uit de macht van onze vijanden, zodat we Hem zonder vrees zouden kunnen dienen. 75 Hij beloofde dat we ons leven lang dicht bij Hem zouden mogen leven om Hem te dienen. Hij zou ervoor zorgen dat we kunnen leven zoals Hij het wil, zodat we werkelijk zijn volk zouden zijn. 76 En jij, mijn kind, zal een profeet van de Allerhoogste God worden genoemd. Want je zal voor de Heer uit gaan om de weg voor Hem vrij te maken. 77 Je zal aan zijn volk vertellen hoe ze gered kunnen worden en hoe ze vergeving kunnen krijgen voor hun ongehoorzaamheid aan God. 78 Want omdat onze God goed en vriendelijk is, zal Hij ons niet vergeten. Hij is ons Licht uit de hemel. 79 En zijn Licht zal schijnen op de mensen die in het donker leven, vlak voor de poorten van de dood. Zo zal Hij ons de weg naar de vrede wijzen."

80 Het kind groeide op en werd steeds meer gevuld met de Heilige Geest. Hij leefde in de woestijn, tot op de dag dat hij in Israël over God begon te spreken.

Footnotes

  1. Lukas 1:4 Veel geschiedschrijvers gaan ervan uit dat Lukas dit verslag én het boek Handelingen heeft geschreven voor de verdediging van Paulus, toen Paulus in Rome gevangen zat voor zijn geloof in Jezus. Teofilus was de rechter die de zaak van Paulus moest bekijken.
  2. Lukas 1:5 Herodes was geen Joodse koning, maar een man uit het volk van Edom. Edom was altijd een vijand van Israël geweest.
  3. Lukas 1:5 Aäron was de eerste hogepriester geweest. Dat was in de tijd dat Israël door de woestijn trok. Lees Leviticus 8:5-12.
  4. Lukas 1:15 Dat hoorde zo bij mensen die door God werden uitgekozen voor een speciale taak. Lees ook Numeri 6:3.
  5. Lukas 1:17 Elia was een profeet uit de tijd van koning Achab, ongeveer 850 jaar hiervóór.
  6. Lukas 1:27 David was ongeveer 1000 jaar hiervóór koning van Israël.
  7. Lukas 1:32 God had aan David beloofd dat er altijd een zoon uit zijn familie koning zou zijn. Lees 1 Kronieken 17:11-14. Jezus is uit de familie van koning David. Dat blijkt uit vers 27.
  8. Lukas 1:55 Lees Genesis 17:7 en Genesis 12:3 over Gods beloften aan Abraham. Die had Hij bijna 2000 jaar hiervóór gedaan!
  9. Lukas 1:59 Alle Joodse mannen moesten hun geslachtsdeel laten besnijden. Dat was het teken van het verbond van God met het Joodse volk. Lees Genesis 17:9-14.

Introduction(A)

Many have undertaken to draw up an account of the things that have been fulfilled[a] among us, just as they were handed down to us by those who from the first(B) were eyewitnesses(C) and servants of the word.(D) With this in mind, since I myself have carefully investigated everything from the beginning, I too decided to write an orderly account(E) for you, most excellent(F) Theophilus,(G) so that you may know the certainty of the things you have been taught.(H)

The Birth of John the Baptist Foretold

In the time of Herod king of Judea(I) there was a priest named Zechariah, who belonged to the priestly division of Abijah;(J) his wife Elizabeth was also a descendant of Aaron. Both of them were righteous in the sight of God, observing all the Lord’s commands and decrees blamelessly.(K) But they were childless because Elizabeth was not able to conceive, and they were both very old.

Once when Zechariah’s division was on duty and he was serving as priest before God,(L) he was chosen by lot,(M) according to the custom of the priesthood, to go into the temple of the Lord and burn incense.(N) 10 And when the time for the burning of incense came, all the assembled worshipers were praying outside.(O)

11 Then an angel(P) of the Lord appeared to him, standing at the right side of the altar of incense.(Q) 12 When Zechariah saw him, he was startled and was gripped with fear.(R) 13 But the angel said to him: “Do not be afraid,(S) Zechariah; your prayer has been heard. Your wife Elizabeth will bear you a son, and you are to call him John.(T) 14 He will be a joy and delight to you, and many will rejoice because of his birth,(U) 15 for he will be great in the sight of the Lord. He is never to take wine or other fermented drink,(V) and he will be filled with the Holy Spirit(W) even before he is born.(X) 16 He will bring back many of the people of Israel to the Lord their God. 17 And he will go on before the Lord,(Y) in the spirit and power of Elijah,(Z) to turn the hearts of the parents to their children(AA) and the disobedient to the wisdom of the righteous—to make ready a people prepared for the Lord.”(AB)

18 Zechariah asked the angel, “How can I be sure of this?(AC) I am an old man and my wife is well along in years.”(AD)

19 The angel said to him, “I am Gabriel.(AE) I stand in the presence of God, and I have been sent to speak to you and to tell you this good news. 20 And now you will be silent and not able to speak(AF) until the day this happens, because you did not believe my words, which will come true at their appointed time.”

21 Meanwhile, the people were waiting for Zechariah and wondering why he stayed so long in the temple. 22 When he came out, he could not speak to them. They realized he had seen a vision in the temple, for he kept making signs(AG) to them but remained unable to speak.

23 When his time of service was completed, he returned home. 24 After this his wife Elizabeth became pregnant and for five months remained in seclusion. 25 “The Lord has done this for me,” she said. “In these days he has shown his favor and taken away my disgrace(AH) among the people.”

The Birth of Jesus Foretold

26 In the sixth month of Elizabeth’s pregnancy, God sent the angel Gabriel(AI) to Nazareth,(AJ) a town in Galilee, 27 to a virgin pledged to be married to a man named Joseph,(AK) a descendant of David. The virgin’s name was Mary. 28 The angel went to her and said, “Greetings, you who are highly favored! The Lord is with you.”

29 Mary was greatly troubled at his words and wondered what kind of greeting this might be. 30 But the angel said to her, “Do not be afraid,(AL) Mary; you have found favor with God.(AM) 31 You will conceive and give birth to a son, and you are to call him Jesus.(AN) 32 He will be great and will be called the Son of the Most High.(AO) The Lord God will give him the throne of his father David,(AP) 33 and he will reign over Jacob’s descendants forever; his kingdom(AQ) will never end.”(AR)

34 “How will this be,” Mary asked the angel, “since I am a virgin?”

35 The angel answered, “The Holy Spirit will come on you,(AS) and the power of the Most High(AT) will overshadow you. So the holy one(AU) to be born will be called[b] the Son of God.(AV) 36 Even Elizabeth your relative is going to have a child(AW) in her old age, and she who was said to be unable to conceive is in her sixth month. 37 For no word from God will ever fail.”(AX)

38 “I am the Lord’s servant,” Mary answered. “May your word to me be fulfilled.” Then the angel left her.

Mary Visits Elizabeth

39 At that time Mary got ready and hurried to a town in the hill country of Judea,(AY) 40 where she entered Zechariah’s home and greeted Elizabeth. 41 When Elizabeth heard Mary’s greeting, the baby leaped in her womb, and Elizabeth was filled with the Holy Spirit.(AZ) 42 In a loud voice she exclaimed: “Blessed are you among women,(BA) and blessed is the child you will bear! 43 But why am I so favored, that the mother of my Lord(BB) should come to me? 44 As soon as the sound of your greeting reached my ears, the baby in my womb leaped for joy. 45 Blessed is she who has believed that the Lord would fulfill his promises to her!”

Mary’s Song(BC)

46 And Mary said:

“My soul glorifies the Lord(BD)
47     and my spirit rejoices in God my Savior,(BE)
48 for he has been mindful
    of the humble state of his servant.(BF)
From now on all generations will call me blessed,(BG)
49     for the Mighty One has done great things(BH) for me—
    holy is his name.(BI)
50 His mercy extends to those who fear him,
    from generation to generation.(BJ)
51 He has performed mighty deeds with his arm;(BK)
    he has scattered those who are proud in their inmost thoughts.(BL)
52 He has brought down rulers from their thrones
    but has lifted up the humble.(BM)
53 He has filled the hungry with good things(BN)
    but has sent the rich away empty.
54 He has helped his servant Israel,
    remembering to be merciful(BO)
55 to Abraham and his descendants(BP) forever,
    just as he promised our ancestors.”

56 Mary stayed with Elizabeth for about three months and then returned home.

The Birth of John the Baptist

57 When it was time for Elizabeth to have her baby, she gave birth to a son. 58 Her neighbors and relatives heard that the Lord had shown her great mercy, and they shared her joy.

59 On the eighth day they came to circumcise(BQ) the child, and they were going to name him after his father Zechariah, 60 but his mother spoke up and said, “No! He is to be called John.”(BR)

61 They said to her, “There is no one among your relatives who has that name.”

62 Then they made signs(BS) to his father, to find out what he would like to name the child. 63 He asked for a writing tablet, and to everyone’s astonishment he wrote, “His name is John.”(BT) 64 Immediately his mouth was opened and his tongue set free, and he began to speak,(BU) praising God. 65 All the neighbors were filled with awe, and throughout the hill country of Judea(BV) people were talking about all these things. 66 Everyone who heard this wondered about it, asking, “What then is this child going to be?” For the Lord’s hand was with him.(BW)

Zechariah’s Song

67 His father Zechariah was filled with the Holy Spirit(BX) and prophesied:(BY)

68 “Praise be to the Lord, the God of Israel,(BZ)
    because he has come to his people and redeemed them.(CA)
69 He has raised up a horn[c](CB) of salvation for us
    in the house of his servant David(CC)
70 (as he said through his holy prophets of long ago),(CD)
71 salvation from our enemies
    and from the hand of all who hate us—
72 to show mercy to our ancestors(CE)
    and to remember his holy covenant,(CF)
73     the oath he swore to our father Abraham:(CG)
74 to rescue us from the hand of our enemies,
    and to enable us to serve him(CH) without fear(CI)
75     in holiness and righteousness(CJ) before him all our days.

76 And you, my child, will be called a prophet(CK) of the Most High;(CL)
    for you will go on before the Lord to prepare the way for him,(CM)
77 to give his people the knowledge of salvation
    through the forgiveness of their sins,(CN)
78 because of the tender mercy of our God,
    by which the rising sun(CO) will come to us from heaven
79 to shine on those living in darkness
    and in the shadow of death,(CP)
to guide our feet into the path of peace.”(CQ)

80 And the child grew and became strong in spirit[d];(CR) and he lived in the wilderness until he appeared publicly to Israel.

Footnotes

  1. Luke 1:1 Or been surely believed
  2. Luke 1:35 Or So the child to be born will be called holy,
  3. Luke 1:69 Horn here symbolizes a strong king.
  4. Luke 1:80 Or in the Spirit