Add parallel Print Page Options

Psalm 95

Kom, laten we juichen voor de Heer.
Want Hij is de rots onder onze voeten.
Bij Hem zijn we veilig.
Laten we een danklied voor Hem zingen,
voor Hem juichen met muziek.
Want de Heer is een geweldige God,
een geweldige Koning.
Geen god is als Hij.
Hij heerst over de diepten van de aarde.
Van Hem zijn de toppen van de bergen.
De zee en het land zijn door Hem gemaakt.
Daarom zijn ze van Hem.
Kom mee naar de Heer,
laten we ons diep voor Hem buigen.
Laten we knielen voor de Heer die ons heeft gemaakt.
Want Hij is onze God en wij zijn zijn volk.
Hij is de Herder en wij zijn zijn schapen.
Wanneer je vandaag zijn stem hoort, luister dan naar Hem!

Hij zegt: "Wees niet koppig en ongehoorzaam,
zoals jullie voorouders in de woestijn bij Meriba en Massa.[a]
Want daar daagden ze Mij uit.
Ze hadden al vaak gezien hoe machtig Ik ben,
maar toch stelden ze Mij op de proef.
10 Veertig jaar lang heb Ik Mij aan hen geërgerd.
Ze liepen aldoor bij Mij weg.
Ze begrepen niets van Mij.
11 Daarom heb Ik in mijn boosheid gezworen
dat ze nooit zouden binnengaan
in de rust die Ik hun had willen geven."

Footnotes

  1. Psalmen 95:8 Toen het volk Israël door God uit Egypte was gered, trok het door de woestijn naar het land dat Hij aan hen had beloofd. Maar ze vertrouwden God niet echt dat Hij in de woestijn voor hen kon zorgen. Ze dachten dat Hij hen van dorst zou laten sterven. Lees Exodus 17:1-7.

Psalm 95

Come,(A) let us sing for joy(B) to the Lord;
    let us shout aloud(C) to the Rock(D) of our salvation.
Let us come before him(E) with thanksgiving(F)
    and extol him with music(G) and song.

For the Lord is the great God,(H)
    the great King(I) above all gods.(J)
In his hand are the depths of the earth,(K)
    and the mountain peaks belong to him.
The sea is his, for he made it,
    and his hands formed the dry land.(L)

Come, let us bow down(M) in worship,(N)
    let us kneel(O) before the Lord our Maker;(P)
for he is our God
    and we are the people of his pasture,(Q)
    the flock under his care.

Today, if only you would hear his voice,
“Do not harden your hearts(R) as you did at Meribah,[a](S)
    as you did that day at Massah[b] in the wilderness,(T)
where your ancestors tested(U) me;
    they tried me, though they had seen what I did.
10 For forty years(V) I was angry with that generation;
    I said, ‘They are a people whose hearts go astray,(W)
    and they have not known my ways.’(X)
11 So I declared on oath(Y) in my anger,
    ‘They shall never enter my rest.’”(Z)

Footnotes

  1. Psalm 95:8 Meribah means quarreling.
  2. Psalm 95:8 Massah means testing.