Add parallel Print Page Options

詩篇卷四

人生苦短祈求 神憐恤施恩

神人摩西的祈禱。

90 主啊!你世世代代作我們的居所。(本節在《馬索拉文本》包括細字標題)

群山尚未生出,

大地和世界你未曾造成,

從永遠到永遠,你是 神。

你使人歸回塵土,

說:“世人哪!你們要歸回塵土。”

在你看來,

千年好像剛過去了的昨天,

又像夜裡的一更。

你使世人消逝,像被洪水沖去;

他們好像睡了一覺;

他們又像在早晨生長的草,

早晨發芽生長,

晚上就凋萎枯乾。

我們因你的怒氣而消滅,

因你的烈怒而驚恐。

你把我們的罪孽擺在你面前,

把我們的隱惡擺在你臉光之中。

我們一生的日子都在你的震怒中消逝,

我們度盡的年歲好像一聲歎息。

10 我們一生的年日是七十歲,

如果強壯,可到八十歲,

但其中可誇耀的,不過是勞苦愁煩;

我們的年日轉眼即逝,

我們也如飛而去了。

11 誰曉得你怒氣的威力,

誰按著你該受的敬畏曉得你的忿怒呢?

12 求你教導我們怎樣數算自己的日子,

好使我們得著智慧的心。

13 耶和華啊!要到幾時呢?求你回心轉意,

求你憐恤你的僕人。

14 求你使我們早晨飽嘗你的慈愛,

好使我們一生一世歡呼喜樂。

15 你使我們受苦和遭難的年日有多久,

求你使我們喜樂的日子也有多久。

16 願你的作為向你的僕人彰顯,

願你的威嚴向他們的子孫顯明。

17 願主我們的 神的恩慈臨到我們身上;

願你為我們的緣故,堅立我們手所作的工;

我們手所作的工,願你堅立。

Psalm 90

Een gebed van Mozes, de dienaar van God.

Heer, U bent door de eeuwen heen
een schuilplaats voor ons geweest.
Nog vóórdat de bergen ontstonden,
nog vóórdat U de aarde had gemaakt,
was U al God.
Voor eeuwig bent U God.
Maar tegen de mens heeft U gezegd:
"Je bent sterfelijk en je zal weer stof worden."
Voor U zijn duizend jaar niet meer dan één enkele dag.
Want in een oogwenk zijn ze voorbij.
U veegt de mensen weg.
Ze verdwijnen, als een droom.
Ze zijn net als het gras:
's morgens bloeit het nog, 's avonds wordt het afgesneden en verdroogt het.
Uw boosheid vernietigt ons.
Door uw woede loopt het slecht met ons af.
U ziet al onze ongehoorzaamheid,
ook de slechte daden die verder niemand ziet.
Als U boos op ons bent, komt er een einde aan ons leven.
Ons leven gaat snel voorbij, zo snel als een gedachte.
10 We leven 70 jaar, als we sterk zijn misschien 80 jaar.
En zelfs in onze beste jaren hebben we zorgen en verdriet.
Plotseling is ons leven voorbij, want de tijd vliegt.
11 Wie begrijpt werkelijk hoe vreselijk boos U bent?
Wie heeft werkelijk voldoende ontzag voor uw woede?
12 Leer ons zó te leven,
dat wij er wijs van worden.

13 Kom alstublieft terug, Heer.
Hoelang zal uw woede duren?
Heb alstublieft medelijden met ons!
14 Stort alstublieft elke morgen uw liefde over ons uit,
zodat wij alle dagen van ons leven zullen jubelen en juichen.
15 Maak ons alstublieft zó blij,
dat we zullen vergeten dat U ons gestraft heeft.
16 Laat ons zien wat voor machtige dingen U doet.
Laat ook aan onze kinderen zien wat een machtige God U bent.
17 Laat ons alstublieft zien dat U van ons houdt, onze Heer God.
Zegen alles wat we doen.
Als U het zegent, zal het goed zijn.