准绳

我又举目观看,见有人拿着准绳。 于是我问:“你要去哪里?”他回答说:“去丈量耶路撒冷,看看有多宽多长。” 此前与我说话的天使离去时,迎着他走来另一位天使, 对他说:“快跑去告诉那青年,‘耶路撒冷必像没有城墙限制的村庄,因为城中将有大量的人和牲畜。 耶和华说,我要成为一堵火墙环绕耶路撒冷,作城中的荣耀。’

“耶和华说,‘我曾把你们分散到天下四方,现在,快!快逃离北方之地。这是耶和华说的。 住在巴比伦城的人啊,快逃到锡安吧!’” 万军之耶和华说,祂在彰显荣耀之后要差遣我去那些掳掠你们的国家,因为谁侵害你们,就是侵害祂的瞳仁。 看啊,祂要挥手攻击他们,使他们被自己的奴隶掳掠。那时你们便知道是万军之耶和华差遣了我。 10 耶和华说:“锡安城[a]啊,高声欢唱吧!因为我要来住在你里面。” 11 到那天,许多国家都要归向耶和华,做祂的子民。祂要住在你里面。那时,你便知道是万军之耶和华差遣我到你们这里来的。 12 耶和华必拥有犹大作祂圣地的产业,祂必再次拣选耶路撒冷。 13 世人都当在耶和华面前肃静,因为祂要从圣所起来了。

Footnotes

  1. 2:10 ”希伯来文是“女子”,可能是对锡安的昵称,下同9:9

准绳的异象

我又举目观看,看见一人手里拿着量度用的绳子。(本节在《马索拉文本》为2:5)

我问他:“你到哪里去?”他对我说:“我要去量度耶路撒冷,看看有多宽,有多长。”

那与我说话的天使离去的时候,另有一位天使迎着他来, 对他说:“你快跑去告诉那年轻人:‘耶路撒冷必有人居住,像没有城墙规限的田野,因为城中的人和牲畜很多。 耶和华说:我要作耶路撒冷四围的火墙和城中的荣耀。’”

呼召人民回归故土

“嗨!嗨!你们要从北方之地逃走(这是耶和华的宣告),因为我过去曾把你们分散在天的四方。”这是耶和华的宣告。

耶和华说:“嗨!与巴比伦的居民同住的锡安的人民哪!逃跑吧!”

万军之耶和华这样说,得了荣耀之后,他差遣我去攻击那些劫掠你们的列国,因为凡触摸你们的,就是触摸他眼中的瞳人。 看哪!我要向他们挥动我的手,他们就必成了自己奴仆的掠物。这样,你们就知道万军之耶和华差遣了我。

10 “锡安的居民(“居民”原文作“女子”)哪!你们要欢呼快乐,因为我要来住在你们中间。”这是耶和华的宣告。 11 到那日,许多国家要归附耶和华,作他的(“他的”原文作“我的”)子民,他要(“他要”原文作“我要”)住在你们中间。你们就知道万军之耶和华差遣了我到你们那里去。 12 耶和华必再得着犹大作他在圣地的业分,他必再拣选耶路撒冷。

13 全人类都当在耶和华面前肃静,因为他从自己圣洁的居所被激动起来了。

De man met het meetlint – terug naar Jeruzalem

Toen zag ik een man met een meetlint in zijn hand. Ik vroeg hem: "Waar gaat u heen?" Hij antwoordde: "Ik ga Jeruzalem opmeten. Ik ga kijken hoe lang en hoe breed de stad moet worden." Toen liep de engel die met mij sprak naar voren, en een andere engel kwam hem tegemoet. Hij zei tegen hem: "Loop snel naar die jongeman (= Zacharia) en zeg hem: Er zullen geen muren rond de stad komen. Want er zullen zoveel mensen en dieren in Jeruzalem wonen, dat er geen muren omheen gebouwd kunnen worden. Het zal een open stad zijn. En de Heer zegt: Ik zal Zelf als een muur van vuur zijn rond de stad. Ik zal Zelf de trots van de stad zijn.

De Heer zegt: Hup! Hup! Vlucht uit het Noorderland! Ik had jullie naar de vier windstreken weggejaagd,[a] zegt de Heer. En hup, bewoners van Jeruzalem! Vlucht nu weg uit Babel en kom terug naar Jeruzalem! De Heer van de hemelse legers zegt: Nadat Hij Mij[b] geëerd heeft, stuurt Hij Mij naar de volken door wie jullie beroofd zijn. Want wie aan jullie komt, komt aan zijn lieveling! Let op: Ik zal die volken daarvoor straffen. Ik zal ervoor zorgen dat ze de buit worden van mijn dienaren.

– Wanneer dat gebeurt, zullen jullie geloven dat de Heer van de hemelse legers mij heeft gestuurd.

10 De Heer zegt: Juich en wees blij, bewoners van Jeruzalem, want Ik kom eraan. Ik kom bij jullie wonen. 11 Dan zullen heel veel volken bij de Heer gaan horen. Zij zullen mijn volk worden, en Ik zal bij jullie wonen."

– Wanneer dat gebeurt, zullen jullie weten dat de Heer van de hemelse legers mij naar jullie heeft gestuurd.

12 Juda zal weer het eigendom van de Heer worden en zal weer wonen in het land dat de Heer aan Juda gegeven heeft. Hij zal Jeruzalem weer uitkiezen om daar te wonen. 13 Laat iedereen stil zijn voor de Heer. Want Hij staat klaar om te doen wat Hij heeft gezegd.

Footnotes

  1. Zacharia 2:6 'Het volk dat naar de vier windstreken is weggejaagd' is het noordelijke koninkrijk Israël, dat gevangen meegenomen is naar Assur en daar verdwenen is. 'Het volk in Babel' is het zuidelijke koninkrijk Juda, dat gevangen meegenomen was naar Babel. Maar zij 'verdwenen' niet: ze bleven herkenbaar als volk en een klein aantal van hen ging terug naar Juda.
  2. Zacharia 2:8 Lees Matteüs 24:30 en Matteüs 25:31.

A Man With a Measuring Line

[a]Then I looked up, and there before me was a man with a measuring line in his hand. I asked, “Where are you going?”

He answered me, “To measure Jerusalem, to find out how wide and how long it is.”(A)

While the angel who was speaking to me was leaving, another angel came to meet him and said to him: “Run, tell that young man, ‘Jerusalem will be a city without walls(B) because of the great number(C) of people and animals in it.(D) And I myself will be a wall(E) of fire(F) around it,’ declares the Lord, ‘and I will be its glory(G) within.’(H)

“Come! Come! Flee from the land of the north,” declares the Lord, “for I have scattered(I) you to the four winds of heaven,”(J) declares the Lord.(K)

“Come, Zion! Escape,(L) you who live in Daughter Babylon!”(M) For this is what the Lord Almighty says: “After the Glorious One has sent me against the nations that have plundered you—for whoever touches you touches the apple of his eye(N) I will surely raise my hand against them so that their slaves will plunder them.[b](O) Then you will know that the Lord Almighty has sent me.(P)

10 “Shout(Q) and be glad, Daughter Zion.(R) For I am coming,(S) and I will live among you,”(T) declares the Lord.(U) 11 “Many nations will be joined with the Lord in that day and will become my people.(V) I will live among you and you will know that the Lord Almighty has sent me to you.(W) 12 The Lord will inherit(X) Judah(Y) as his portion in the holy land and will again choose(Z) Jerusalem. 13 Be still(AA) before the Lord, all mankind, because he has roused himself from his holy dwelling.(AB)

Footnotes

  1. Zechariah 2:1 In Hebrew texts 2:1-13 is numbered 2:5-17.
  2. Zechariah 2:9 Or says after … eye: “I … plunder them.”