鼓励信徒慷慨捐助

弟兄姊妹,我们现在要让你们知道上帝向马其顿各教会所施的恩典。 他们虽然遭遇极大的患难,受尽熬炼,却充满了喜乐,在极度贫穷的情况下仍然十分慷慨乐捐。 我可以证明,他们是甘心乐意,尽其所能地捐助,甚至超过了自己的能力。 他们恳切地求我们准许他们与有需要的圣徒分享上帝的恩典。 他们这样做超过了我们的期望,并且他们按照上帝的旨意首先把自己献给主,然后献给我们。

所以,我们劝提多要继续完成他早先在你们当中开始的这件善事。 你们既然在信心、口才、知识、热心和对我们的爱心上都有突出的表现,也要在这件善事上有突出的表现。 我说这话并非命令你们,而是借着别人的热心考验一下你们爱心的真伪。 因为你们知道我们主耶稣基督的恩典,祂本来富足,却为你们的缘故变得贫穷,使你们借着祂的贫穷可以变得富足。

10 关于捐助的事,我把自己的意见告诉你们:你们一年前开始捐助,并且甘心乐意——这对你们有益。 11 你们现在要把它完成。你们既有恳切愿意的心,就要有始有终。 12 因为人只要按自己的能力甘心乐意地去做,必蒙上帝悦纳,上帝不会强求人做无法做的事。 13 这不是说要别人脱离困境,要你们陷入困境,乃是要均平。 14 现在你们这些富足的人可以帮补那些有需要的人,以便你们有需要的时候,那些富足的人也可以帮补你们,这样才均平。 15 正如圣经上说:“多拾的没有剩余,少拾的也没有缺乏。”

托人送捐款

16 感谢上帝!祂感动了提多的心,使他像我一样热诚地关怀你们。 17 这固然是他听了我们的劝告,但也是他自己非常热诚,自愿去你们那里。 18 我们还要派一位弟兄和他同去,这位弟兄在传福音的事上得到各地教会的赞许。 19 此外,他还受各教会的委派,与我们一同把捐款送往耶路撒冷,使主得荣耀,并表明我们热诚相助的心。 20 我们这样做是为了避免有人挑我们的不是,因我们经手的捐款数目可观。 21 无论在主面前或在人面前,我们务求行事为人光明磊落。

22 我们还要再派一位弟兄和他们一同去你们那里。我们经过多次多方的考验,证实他很热心,而且他因为十分信任你们,现在更热心了。 23 至于提多,他是我的同伴,与我一同服侍你们。另外两位弟兄是众教会的代表,是基督的荣耀。 24 所以,你们要在众教会面前向他们证明你们的爱心,以及我夸耀你们的话并非虚言。

Door liefdevolle gaven wordt God geëerd

Nu wil ik u vertellen, broeders en zusters, wat God in zijn genade voor de gemeenten in Macedonië heeft gedaan. Hoe meer zij door zware moeilijkheden op de proef werden gesteld, hoe groter ook hun blijdschap werd. Hoewel zij zelf in armoede verkeerden, hebben zij heel veel voor anderen gedaan. Zij gaven meer weg dan ze konden missen. En ik kan getuigen dat ze het niet deden omdat wij het vroegen, maar omdat zij het zelf wilden. Zij drongen er bij ons op aan het geld mee te nemen, want zij vonden het een voorrecht de gelovigen in Jeruzalem te kunnen helpen. Wat zij deden, ging onze verwachtingen ver te boven. Zij gaven zichzelf, eerst aan de Here en, omdat God het wilde, ook aan ons. Daarom vroegen wij Titus, die bij u al begonnen was uw liefdevolle gaven te verzamelen, dit werk ook af te maken. In alle opzichten bent u een voorbeeld, in geloof, in spreken en kennis, in enthousiasme en liefde voor ons. Blink dan ook uit in vrijgevigheid! Dit is niet bedoeld als een bevel, ik zeg niet dat u het móet doen. Ik vertel u alleen hoe anderen gul hebben bijgedragen. Zo kunt ook u bewijzen dat uw liefde echt is, door het niet bij woorden alleen te laten. U hebt toch de genade van onze Here Jezus Christus leren kennen? Hoewel Hij heel rijk was, werd Hij arm ter wille van u, opdat Hij door arm te zijn u rijk zou maken.

10 Ik denk dat het goed voor u is nu te voltooien waarmee u een jaar geleden bent begonnen, want u bent er niet alleen mee begonnen, maar hebt het ook in daden omgezet. 11 Destijds toonde u de bereidheid om te helpen. U kunt dat nu in daden omzetten. Laat het enthousiasme niet verminderen en geef wat u hebt. 12 Als u het verlangen hebt om te geven, is het niet belangrijk hoeveel u geeft. God vraagt om wat wij hebben en niet om wat wij niet hebben. 13 Ik bedoel natuurlijk niet dat u anderen zo moet helpen dat u daardoor zelf gebrek gaat lijden. Nee, het is een kwestie van eerlijk delen. 14 Op het ogenblik hebt u meer dan genoeg en kunt u hen uit de nood helpen. Later kunnen zij u eventueel helpen, als het nodig is. Waar het om gaat, is een rechtvaardige verdeling. 15 In de Boeken staat hierover: ‘Wie veel had verzameld, hield niets over, en wie weinig had verzameld, kwam niets tekort.’

16 Ik ben God dankbaar dat Titus zich net zo voor u inspant als ik. 17 Hij ging graag in op mijn voorstel u nog eens te bezoeken, al zou hij toch wel gekomen zijn, omdat hij erg naar u verlangt. 18 En ik stuur een andere, bekende broeder met hem mee, die in alle gemeenten wordt gewaardeerd voor het werk dat hij doet voor het goede nieuws. 19 Hij is de man die door de gemeenten werd aangewezen om, samen met mij, de opbrengst van de collecten naar Jeruzalem te brengen. Daardoor wordt de Here geëerd en blijkt dat wij, als gelovigen, ons best doen om elkaar te helpen. 20 Door samen te reizen, nemen hij en ik elk wantrouwen weg. Want wij willen in geen geval dat iemand iets kan aanmerken op de manier waarop wij deze grote bedragen beheren. 21 God weet dat wij eerlijk zijn, maar wij vinden dat alle mensen dat ook moeten weten. Daarom hebben wij het een en ander zo geregeld.

22 Ik stuur nog een broeder met Titus mee. Iemand van wie wij uit ervaring weten dat hij oprecht en serieus is. Hij wil heel graag mee, omdat ik hem heb verteld hoe gul u bent als er geholpen moet worden. 23 Als iemand onder u vraagt wie Titus eigenlijk is, zeg dan dat hij mijn medewerker is. Hij helpt mij u te dienen. Wat de twee andere broeders betreft, die vertegenwoordigen de gemeenten, en wat zij doen is tot eer van Christus. 24 Laat hun zien hoeveel u van hen houdt. De gemeenten die hen gezonden hebben, zullen daarover horen en dat bevestigt dat wij niet zonder reden hoog van u hebben opgegeven.