Add parallel Print Page Options
Book name not found: 历代志下 for the version: 1881 Westcott-Hort New Testament.

示巴女王拜訪所羅門

示巴女王聽聞所羅門的名聲,便來用難題考問他。她率領許多隨從,用駱駝馱著香料、寶石和大量的黃金到耶路撒冷晉見所羅門王,與所羅門談論她心中的疑問。 所羅門王解答了她所有的問題,沒有一樣難得住他。 示巴女王看見所羅門的智慧,又看見他建的宮殿、 席上的美味、入座的群臣、侍立一旁的僕人、他們的服裝、酒政、以及他在耶和華殿裡獻的燔祭,感到萬分驚奇。 她對所羅門王說:「我在本國聽到的有關你的功業和智慧原來都是真的。 若不是親眼目睹,我不會相信。事實上,我聽到的還不到一半!你的智慧遠超過我聽到的傳聞。 你的臣僕經常侍立在你面前聆聽智慧之言,真有福氣! 你的上帝耶和華當受稱頌!祂喜愛你,立你做王統治祂的子民。因為你的上帝愛以色列人,要使他們永遠堅立,所以立你為他們的王,使你秉公行義。」

示巴女王將四噸黃金、大量香料和寶石獻給所羅門王。再無人像示巴女王那樣獻給所羅門王那麼多香料。 10 希蘭的僕人和所羅門的僕人從俄斐運來黃金、檀香木和寶石。 11 所羅門王用這些檀香木建造耶和華的殿和王宮的階梯,又製作歌樂手的琴瑟。在猶大從來沒有見過這樣的物品。 12 所羅門王滿足了示巴女王的一切要求,回贈她的禮物超過了她帶來的。之後,女王和隨從就回示巴去了。

所羅門王的財富

13 所羅門每年收到的黃金約二十三噸, 14 此外還有商人、阿拉伯諸王和國內各總督送給他的金銀。 15 所羅門王用錘好的金子打造了二百面大盾牌,每面用七公斤金子; 16 又用錘好的金子打造了三百面小盾牌,每面用三點五公斤金子,全部放在黎巴嫩林宮。 17 王又造了一個象牙大寶座,外面用純金包裹。 18 這寶座有六級臺階,又有金腳凳與寶座相連,寶座兩旁有扶手,扶手兩邊各站著一頭獅子, 19 六級臺階上共站著十二頭獅子,每級臺階兩端各站一頭。這寶座舉世無雙。 20 所羅門王所有的杯子都是金的,黎巴嫩林宮裡所有的器皿都是純金的,沒有一件是用銀子造的,因為所羅門年間銀子不算什麼。 21 王有船隊與希蘭的僕人一起出海去他施,每三年就運回金銀、象牙、猿猴和孔雀。 22 所羅門王的財富和智慧超過天下諸王。 23 天下的君王都紛紛來朝見所羅門,聆聽上帝賜給他的智言慧語。 24 他們年年都帶來禮物,有金銀器皿、衣服、兵器、香料和騾馬。 25 所羅門有四千個安置戰車和馬匹的棚,有一萬二千名騎兵,駐紮在屯車城和他所在的耶路撒冷。 26 所羅門統管從幼發拉底河到非利士地區,遠至埃及邊境的諸王。 27 王使耶路撒冷的金銀多如石頭,使香柏木多如丘陵的無花果樹。 28 所羅門的馬匹都是從埃及和其他國家運來的。

所羅門逝世

29 所羅門一生的事蹟,自始至終都記在拿單先知的史記、示羅人亞希雅的《預言書》和易多先見論尼八的兒子耶羅波安的《啟示書》中。 30 所羅門在耶路撒冷統治以色列四十年, 31 他與祖先同眠後,葬在他父親大衛的城裡。他兒子羅波安繼位。

Het bezoek van de koningin van Scheba

De koningin van Scheba hoorde wat er allemaal over Salomo verteld werd. Daarom reisde ze naar Jeruzalem om hem allerlei moeilijke vragen te stellen. Want ze wilde weten hoe wijs hij was. Ze kwam met een groot aantal dienaren naar Jeruzalem. Ook had ze een grote stoet kamelen bij zich die beladen waren met specerijen, edelstenen en heel veel goud. Ze sprak met Salomo over alles wat ze wilde weten. En Salomo wist een antwoord op al haar vragen. Geen vraag was voor hem te moeilijk. De koningin van Scheba zag de wijsheid van Salomo, het paleis dat hij had gebouwd, het eten op zijn tafel, de dienaren die aan zijn tafel zaten, de bedienden die klaarstonden en hun kleding, de wijnschenkers en hun kleding, en de pracht en praal waarmee hij naar de tempel van de Heer ging om zijn brand-offers te brengen. En ze was diep onder de indruk. Ze zei tegen de koning: "Wat ik in mijn land over u en uw wijsheid allemaal heb gehoord, is dus werkelijk waar. Maar ik geloofde het niet, totdat ik kwam en het met mijn eigen ogen zag. Werkelijk, de mensen hadden mij nog niet de helft verteld! U bent nog wijzer en rijker dan ze zeiden. Wat is het heerlijk voor uw mannen en voor uw dienaren om voor u te mogen werken en uw wijsheid te mogen horen! Ik prijs uw Heer God, die zoveel van u houdt dat Hij u zijn koning heeft gemaakt! Omdat de Heer voor altijd van Israël houdt, heeft Hij u koning gemaakt om dit land rechtvaardig te regeren." En ze gaf de koning 120 talenten goud (3600 kilo), edelstenen en heel veel specerijen. Zoveel specerijen als de koningin van Scheba aan koning Salomo gaf, zijn er nooit meer naar Israël gebracht.

Salomo's rijkdom

10 De vloot van Hiram bracht niet alleen goud uit Ofir mee, maar ook heel veel sandelhout en edelstenen. 11 De koning liet van het sandelhout trappen maken voor de tempel van de Heer en voor zijn paleis. Ook liet hij er citers en harpen van maken voor de zangers. Nog nooit eerder was er zoveel sandelhout in Juda ingevoerd.

12 Koning Salomo gaf aan de koningin van Scheba alles wat ze wilde hebben. Het was nog meer dan zij aan de koning had gegeven. Daarna ging ze met haar dienaren terug naar haar land.

13 Elk jaar ontving koning Salomo 666 talenten goud (20.000 kilo). 14 Bovendien kwam er goud en zilver binnen van rondtrekkende koopmannen en van handelaars, van de koningen van Arabië en van de heersers van de verschillende gebieden van dat land.

15 Koning Salomo liet 200 grote gouden schilden maken. Voor één groot schild werd 600 sikkels goud (6,6 kilo) gebruikt. 16 Verder liet hij 300 kleine gouden schilden maken. Voor één klein schild werd 300 sikkels goud (3,3 kilo) gebruikt. Die schilden zette hij in zijn paleis, dat hij 'Bos van de Libanon' had genoemd.

17 Verder liet de koning een grote troon van ivoor maken, bedekt met zuiver goud. 18 De troon had zes treden, een gouden voetenbank die aan de troon bevestigd was en twee gesloten armleuningen. Naast de armleuningen stonden twee leeuwen. 19 Op elke tree stonden ook twee leeuwen, dus twaalf in totaal. Voor geen enkele koning was ooit zo'n troon gemaakt.

20 Alle drinkbekers van koning Salomo waren van goud. Ook alle andere gebruiksvoorwerpen in het 'Bos van de Libanon' waren van zuiver goud. Er was niets van zilver, want zilver was in de tijd van koning Salomo niet veel waard. 21 Want de schepen van koning Salomo en van koning Hiram vertrokken eens in de drie jaar uit Tarsis en kwamen vol goud, zilver, ivoor, apen en pauwen weer terug.

22 Koning Salomo was wijzer en rijker dan alle andere koningen op aarde. 23 Van overal kwamen koningen naar Salomo toe om de wijsheid te horen die God hem had gegeven. 24 Jaar in jaar uit bracht iedereen die kwam geschenken mee: zilveren en gouden voorwerpen, kleren, wapens, specerijen, paarden en ezels.

25 Verder had Salomo stallingen waar 4000 paarden en strijdwagens in konden, en 12.000 ruiters. Deze bevonden zich in de speciaal daarvoor gebouwde steden en bij de koning in Jeruzalem. 26 Hij heerste over alle koningen vanaf de Rivier tot aan het land van de Filistijnen en de grens van Egypte. 27 Er kwam zoveel zilver naar Jeruzalem, dat zilver daar net zo gewoon was als steen. En ook zoveel hout van cederbomen, dat cederhout in die tijd niets bijzonders was. Het was net zo gewoon als het hout van de wilde vijgenbomen die in grote aantallen in de vlakte groeiden.

28 Salomo's paarden kwamen uit Egypte en uit alle landen.

29 De rest van wat Salomo allemaal heeft gedaan, van het begin van zijn regering tot aan het einde, is opgeschreven door de profeten Natan, Ahia uit Silo en Jedo. De boeken van de profeet Jedo gaan ook over koning Jerobeam, de zoon van Nebat. 30 Salomo heeft 40 jaar in Jeruzalem over heel Israël geregeerd. 31 En Salomo stierf en werd begraven in de 'Stad van David'. Zijn zoon Rehabeam werd na hem koning.