該隱和亞伯

亞當和他妻子夏娃同房,夏娃便懷孕,生了該隱。她說:「耶和華讓我得了一個男孩。」 後來,夏娃又生了該隱的弟弟亞伯。長大後,亞伯做了牧羊人,該隱做了農夫。

到了收成的時候,該隱把地裡的出產當祭物獻給耶和華, 亞伯也把羊群中頭生的羊及其最肥美的部分獻給耶和華。耶和華悅納亞伯和他的祭物, 卻不悅納該隱和他的祭物。該隱便非常惱火,面帶怒容。 耶和華問該隱:「你為什麼惱火?為什麼面帶怒容? 如果你做得對,難道不會蒙悅納嗎?如果你做得不對,罪就蹲在你的門口要控制你,但你必須制伏罪。」

該隱對弟弟亞伯說:「我們去田間吧!」[a]他們在田間的時候,該隱動手打亞伯,把他殺了。

後來,耶和華問該隱:「你弟弟亞伯在哪裡?」他說:「我不知道!難道我是弟弟的看護人嗎?」 10 耶和華說:「你做了什麼事?你弟弟的血從地裡向我哭訴。 11 地張開口從你手上接受了你弟弟的血,你在地上必受咒詛。 12 你種地,地卻不會再為你長出任何東西,你必在地上四處漂泊。」 13 該隱對耶和華說:「這懲罰太重!我承受不了。 14 今天你把我趕出去,使我不能再見你的面。我在地上四處漂泊,見到我的人都會殺我。」 15 耶和華對他說:「不會的,因為凡殺你的,必遭受七倍的報應。」於是,耶和華在該隱身上留下一個記號,免得見到他的人殺他。 16 該隱離開耶和華,來到伊甸東邊的挪得住下來。

該隱的後代

17 該隱和妻子同房,他的妻子就懷孕,生了以諾。該隱建了一座城,用他兒子的名字給這城取名叫以諾。 18 以諾生以拿,以拿生米戶雅利,米戶雅利生瑪土撒利,瑪土撒利生拉麥。 19 拉麥娶了兩個妻子,一個叫亞大,另一個叫洗拉。 20 亞大生了亞八,亞八是遊牧民族的祖先, 21 亞八的弟弟猶八是吹奏樂器之人的鼻祖。 22 洗拉生了土八·該隱,他是打造各種銅鐵器具的匠人[b],他的妹妹叫拿瑪。

23 一天,拉麥對他的兩個妻子說:

「亞大,洗拉,你們聽我的聲音;
拉麥的妻子啊,側耳聽我的話,
有人傷我,我殺了他,
青年打我,我宰了他。
24 殺該隱的遭受七倍的報應,
殺拉麥的遭受七十七倍的報應。」

塞特和以挪士

25 亞當又與妻子夏娃同房,夏娃生了一個兒子,取名叫塞特,因為她說:「上帝賜我另一個兒子來代替亞伯,因為該隱殺了他。」 26 塞特生了一個兒子,給他取名叫以挪士。那時候,人才開始求告耶和華。

Footnotes

  1. 4·8 我們去田間吧!」參照七十士譯本,希伯來文無此句。
  2. 4·22 他是打造各種銅鐵器具的匠人」或譯「他是銅匠、鐵匠的祖先」。

Kaïn en Abel

Adam had gemeenschap met Eva en zij raakte in verwachting. De zoon die werd geboren, noemde zij Kaïn. ‘Want,’ zei Eva, ‘met hulp van de Here heb ik een man ter wereld gebracht.’ Hun volgende kind was ook een zoon, Abel. Abel werd schaapherder en Kaïn legde zich toe op de landbouw.

Na verloop van tijd brachten Kaïn en Abel beiden een offer aan de Here. Kaïn een deel van zijn oogst, maar Abel bracht van het beste van zijn kudde, ook het vet. De Here accepteerde het offer van Abel, maar dat van Kaïn niet. Kaïn voelde zich vernederd en werd boos. Zijn gezicht vertrok van woede. ‘Waarom ben je boos?’ vroeg de Here hem. ‘Waarom trek je zʼn kwaad gezicht? Je zou vrolijk kunnen kijken als je maar doet wat goed is. Maar als je weigert te gehoorzamen, moet je oppassen. Want de zonde ligt op de loer, klaar om je leven te vernietigen. Maar als je wilt, kun je hem overwinnen.’

Op een dag stelde Kaïn Abel voor de velden in te gaan. Toen ze daar samen liepen, viel Kaïn zijn broer aan en vermoordde hem.

Maar kort daarna vroeg de Here aan Kaïn: ‘Waar is Abel, je broer?’ ‘Hoe weet ik dat nu?’ antwoordde Kaïn ontwijkend. ‘Moet ik dan altijd op hem passen?’

10 Maar de Here zei: ‘Wat heb je gedaan? Het bloed van je broer roept naar Mij vanaf de aarde! 11 Daarom verban Ik je van de grond waarop het bloed van je broer heeft gevloeid. 12 Hoe je ook zwoegt en ploetert, de aarde zal je nooit voldoende opleveren. Voortaan zul je een vluchteling zijn die van de ene naar de andere plaats zwerft.’ 13 ‘Deze straf is zwaarder dan ik kan dragen!’ zei Kaïn. 14 ‘U verjaagt mij van mijn grond en uit uw nabijheid. U maakt mij een dakloze zwerver en ieder die mij ziet, zal proberen mij te doden!’

15 Maar de Here antwoordde: ‘Nee, want wie jou doodt, zal Ik zevenmaal zwaarder straffen dan Ik jou heb gedaan.’ En de Here plaatste een merkteken op Kaïn als waarschuwing aan anderen dat ze hem niet mochten doden. 16 Zo verliet Kaïn de Here en vestigde zich in het land Nod, ten oosten van Eden.

17 Kaïns vrouw raakte in verwachting en kreeg een zoon, Henoch. Toen Kaïn een stad stichtte, noemde hij die stad ook Henoch, naar zijn zoon. 18 Henoch was de vader van Irad; Irad was de vader van Mechujaël; de zoon van Mechujaël was Metusaël; Metusaël was de vader van Lamech. 19 Lamech trouwde twee vrouwen: Ada en Silla. 20 Ada kreeg een zoon, Jabal. Hij werd de vader van de veehoeders en de mensen die in tenten wonen. 21 Zijn broer heette Jubal en werd vader van allen die de citer en de fluit bespelen. 22 Lamechs tweede vrouw, Silla, kreeg een zoon met de naam Tubal-Kaïn. Hij legde zich toe op de metaalbewerking en werd de vader van de smeden. Zijn zuster heette Naäma.

23 Op een dag riep Lamech zijn vrouwen bij zich en zei: ‘Luister, vrouwen! Een man die mij verwondde en een jongen die mij sloeg, doodde ik. 24 Hij die Kaïn doodt, wordt zevenmaal zo zwaar gestraft, maar de man die Lamech doodt, zal zevenenzeventig maal zo zwaar worden gestraft.’

25 Adam en Eva kregen later nog een zoon en noemden hem Set. ‘Want,’ zei Eva, ‘God heeft mij een zoon gegeven in de plaats van Abel, die door Kaïn werd vermoord.’ 26 Set groeide op en kreeg een zoon die hij Enos noemde. In die tijd begonnen de mensen de Here God voor het eerst te aanbidden.