Add parallel Print Page Options
'Осия 5 ' not found for the version: Bulgarian New Testament: Easy-to-Read Version.

Het proces tegen Israël

‘Luister, priesters en leiders van Israël. Zet uw oren open, leden van het koninklijk huis. Uw vonnis is geveld, want u hebt het volk in een valstrik gelokt met uw afgoden in Mispa en op de berg Tabor. U hebt een diepe valkuil voor de mensen gegraven. Maar vergeet niet dat Ik stuk voor stuk met u zal afrekenen voor wat u hebt gedaan. Ik ken uw misdaden, Israël: u hebt zich als een prostituee gedragen en uzelf verontreinigd. Uw daden laten niet toe dat u terugkeert naar uw God, want u wordt beheerst door een geest van overspel en kunt Mij, de Here, niet kennen.

Israëls hoogmoed getuigt persoonlijk tegen haar tijdens mijn proces. Zij zal struikelen onder haar zondenlast en ook Juda zal komen te vallen. Ten slotte zullen zij met hun schapen en runderen komen om de Here te offeren, maar het zal te laat zijn, zij zullen Hem niet kunnen vinden. Hij heeft zich aan hen onttrokken en hen alleen gelaten. Want zij zijn de Here ontrouw geworden en hebben kinderen gekregen die niet van Hem zijn. Onverwacht zullen zij en hun rijkdommen verdwijnen.

Sla alarm! Blaas op de bazuin in Gibea en op de trompet in Rama. Waarschuw de mensen uit Bet-Aven en Benjamin.

Luister, Israël! Ik deel u mijn besluit mee, Ik maak het bekend onder de stammen van Israël: op de dag van uw veroordeling zult u volledig worden verwoest. 10 De leiders van Juda veroveren gebied, als indringers hebben zij grensstenen verlegd. Daarom zal Ik mijn woede over hen uitstorten als een waterval. 11 Israël wordt verpletterd en gebroken door zijn vonnis, omdat zij vastbesloten was afgoden te volgen.

12 Ik zal haar schade toebrengen als een mot bij de wol en Judaʼs kracht ondermijnen als door verrotting. 13 Toen Israël en Juda zagen hoe ziek zij waren, ging Israël naar de grote koning van Assyrië, maar deze kon hen niet helpen of genezen van hun gezwel. 14 Als een leeuw zal Ik Israël en Juda aan stukken scheuren. Ik zal hen wegslepen als een prooi en iedereen die hen te hulp komt, wegjagen. 15 Ik zal hen in de steek laten en naar huis gaan tot zij hun schuld bekennen en Mij weer zoeken. Want zodra zij in de problemen raken, zullen zij weer verlangend naar Mij uitzien.’

Judgment Against Israel

“Hear this, you priests!
    Pay attention, you Israelites!
Listen, royal house!
    This judgment(A) is against you:
You have been a snare(B) at Mizpah,
    a net(C) spread out on Tabor.
The rebels are knee-deep in slaughter.(D)
    I will discipline all of them.(E)
I know all about Ephraim;
    Israel is not hidden(F) from me.
Ephraim, you have now turned to prostitution;
    Israel is corrupt.(G)

“Their deeds do not permit them
    to return(H) to their God.
A spirit of prostitution(I) is in their heart;
    they do not acknowledge(J) the Lord.
Israel’s arrogance testifies(K) against them;
    the Israelites, even Ephraim, stumble(L) in their sin;
    Judah also stumbles with them.(M)
When they go with their flocks and herds
    to seek the Lord,(N)
they will not find him;
    he has withdrawn(O) himself from them.
They are unfaithful(P) to the Lord;
    they give birth to illegitimate(Q) children.
When they celebrate their New Moon feasts,(R)
    he will devour[a](S) their fields.

“Sound the trumpet(T) in Gibeah,(U)
    the horn in Ramah.(V)
Raise the battle cry in Beth Aven[b];(W)
    lead on, Benjamin.
Ephraim will be laid waste(X)
    on the day of reckoning.(Y)
Among the tribes of Israel
    I proclaim what is certain.(Z)
10 Judah’s leaders are like those
    who move boundary stones.(AA)
I will pour out my wrath(AB) on them
    like a flood of water.
11 Ephraim is oppressed,
    trampled in judgment,
    intent on pursuing idols.[c](AC)
12 I am like a moth(AD) to Ephraim,
    like rot(AE) to the people of Judah.

13 “When Ephraim(AF) saw his sickness,
    and Judah his sores,
then Ephraim turned to Assyria,(AG)
    and sent to the great king for help.(AH)
But he is not able to cure(AI) you,
    not able to heal your sores.(AJ)
14 For I will be like a lion(AK) to Ephraim,
    like a great lion to Judah.
I will tear them to pieces(AL) and go away;
    I will carry them off, with no one to rescue them.(AM)
15 Then I will return to my lair(AN)
    until they have borne their guilt(AO)
    and seek my face(AP)
in their misery(AQ)
    they will earnestly seek me.(AR)

Footnotes

  1. Hosea 5:7 Or Now their New Moon feasts / will devour them and
  2. Hosea 5:8 Beth Aven means house of wickedness (a derogatory name for Bethel, which means house of God).
  3. Hosea 5:11 The meaning of the Hebrew for this word is uncertain.