Add parallel Print Page Options

22 Slaven,[a] gehoorzaam je meesters in alles. Werk niet alleen goed om een goede indruk op hen te maken. Maar doe je werk goed omdat jullie ontzag voor de Heer hebben en Hem willen gehoorzamen. 23 Wat je ook doet, doe het met je hele hart, alsof je het voor de Heer doet en niet voor mensen. 24 Onthoud dat God je er als beloning zijn erfenis voor zal geven. Want je werkelijke Meester is Christus.

Read full chapter

Footnotes

  1. Colossenzen 3:22 In Paulus' tijd waren de slaven mensen van volken die door de Romeinen of de Grieken overwonnen waren. Over het algemeen werden ze goed behandeld. Veel van hen hadden een hoge positie. Ze verdienden geld en konden zich daarmee op den duur vrijkopen. Het grote verschil met een vrij mens was, dat ze niet weg mochten. Hun tijd en arbeid waren van hun meester. De 19e eeuwse slavernij was heel anders. Die slaven werden niet behandeld als mensen, omdat ze een andere huidskleur hadden. Ze werden mishandeld, kregen geen loon en konden zich nooit vrijkopen. Ze waren tot hun dood met lichaam, tijd en arbeid van hun meester. Dit is niet het soort slavernij waar Paulus het over heeft. Die slavernij waarin mensen zwaar mishandeld werden, is juist afgeschaft dankzij de inzet van gelovige mensen.