Jozua 19:32-39
Het Boek
32 De zesde stam die gebied kreeg toegewezen, was die van Naftali. 33 Zijn grens begon bij Juda bij Zaänannim en strekte zich via Adami-Nekeb, Jabneël en Lakkum uit tot de Jordaan. 34 De westgrens liep naar Aznoth-Thabor en via Hukkok naar de grens van Zebulon in het zuiden, met de grens van Aser in het westen en de Jordaan in het oosten. 35-39 De versterkte steden die in dit gebied lagen, waren: Ziddim, Zer, Hammath, Rakkath, Chinnereth, Adama, Rama, Hazor, Kedes, Edreï, En-Hazor, Jiron, Migdal-El, Horem, Bet-Anath en Bet-Semes. Het gebied omvatte dus negentien steden met de omringende dorpen.
Read full chapter
Richteren 1:33
Het Boek
33 De stam Naftali kon de Kanaänieten niet uit de steden Bet-Semes en Bet-Anath verdrijven. Deze twee volken woonden dus ook bij elkaar, hoewel ook deze Kanaänieten werden gedwongen tot slavernij.
Read full chapter
Ezechiël 48:3
Het Boek
3 Naftaliʼs gebied ligt weer ten zuiden van dat van Aser, met dezelfde grenzen in het oosten en het westen.
Read full chapterHet Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.